vrijdag 10 december 2010

tsp

Concert van The Singing Painters in het gerenoveerde pand van Jan Fabre, aan een dorpsplein in Borgerhout en op een steenworp van De Kroon waar we in 2005 een concertje hadden.
Met de soundcheck proberen we een film van Dreyer uit, Vampyr. Tijdens het concert, rond een uur of twaalf, zes uur later, wordt het uiteindelijk toch The Killing Of A Chinese Bookie van John Cassavetes. Jan had voor een rondleiding gezorgd. In het pand van Troubleyn werden 6 nieuwe werken onthuld en er waren hapjes.
Steekkaart van het concert. Het 34ste concert. Het 1ste, dat moet ergens begin september 1997 geweest zijn. 3 september. Amy en Sally Kephart die luidkeels in een jetlag wegzakken, dat leverde het eerste nummer. Vandaag is het de derde keer dat we de NOISE WALL doen. Die noise wall is een recent ding voor het eerst uitgeprobeerd in Zebrastraat eerder dit jaar. Een van de hoogtepunten was een repetitie begin september. Daar hebben we een opname van. Vandaag is het 3 + 2. We hebben Adriaan Verwée (basklarinet) en Bart Maris (trompet) extra. Sinds dat hoogtepunt begin september hebben we niet gerepeteerd en die andere keer met Bart er bij was in 1998.
Na de soundcheck hadden we te socializen terwijl we nochtans het plan hadden gehad om op restaurant te gaan. Elsemieke, die voor Fabre werkt, zei dat ze in croxhapox geweest was, dat was die keer met Leentje, en Hannelore deed de bar samen met nog wat meisjes. We hebben een loge, dat is nooit eerder gebeurd, en er is champagne. Het parterre stond afgeladen vol. De frontman van Zita Swoon is van de partij, merk ik. Ik hou van Zita Swoon. Op m'n laptop is het in iTunes een van m'n favorieten.
Bart is er vijf voor twaalf. Hij deed al een concert, met Moker. 5 na twaalf beginnen we er aan. Het duurt tot een uur of twee. Eén track, geen pauze, een traag begin waarvan ik me eigenlijk alleen herinner dat ik met twee houtblokken bezig ben en Bart amper horen kon en aan de stoornis leed, waar je als performer immuun voor hoort te zijn, dat het tijdens die repetitie begin september veel beter was geweest. Zo is het nu eenmaal. Je koopt er geen garnalen mee. Na een minuut of tien drijven we het tempo op. Het gaat schroeien en het loeiende tempo blijft, alleen onderbroken door een traag en pompend ritme, halverwege de set, waar Bart als op een koord boven uit gaat dansen, en daarna weer net als eerst, een loeiende klankmuur, de zaal stroomt leeg, en soli in geïmproviseerde volgorde. In de leegte van het theater blijven twaalf mensen zitten. Ik tel ze niet, ze zijn met z'n twaalf, of twintig misschien, of elf. Ze zitten in het verste en meest duistere deel van de spelonk. Ik kan me niet herinneren wanneer ik ze voor het eerst opmerk. Of is het een fantoom. We staan in een lege zaal, warm en zacht en hersenloos in de lauwe schaduw van een vette drol.

Geen opmerkingen: