vrijdag 30 januari 2015

937


937. Negen verschillende stillevens nr 9. Stilleven met Stilleben mit Chrysanthemen und Amaryllis van Lovis Corinth. Olieverf 33x27.

woensdag 28 januari 2015

933


933. Negen verschillende stillevens nr 5. Stilleven met Théodore Duret van Edouard Vuillard. Olieverf 41x31. Over stilleven met Vase of Flowers van Jan Davidsz. De Heem heen geschilderd. Daglicht. Paint medium.





maandag 26 januari 2015

929


929. Negen verschillende stillevens nr 1. Stilleven met El mercado del sabado uit Mexico, van Jean y André Camp, p. 84-85. Olieverf 33x29.

zondag 25 januari 2015

935


935. Negen verschillende stillevens nr 7. Stilleven met doormidden gesneden citroen en Untitled 1974 van Rene Heyvaert. Olieverf 35x29.

vrijdag 23 januari 2015

de zaak Van Giel Tuymans

In de vrijdagbijlage van De Morgen, een stuk met de onzinnige titel Tuymans en Charlie Hebdo, één strijd?, lees ik wat Kris Hoflack en wat Pol Deltour over De Zaak Van Giel te vertellen hebben. In de media maken ze er De Zaak Tuymans van natuurlijk, dat blijft lekker duidelijk hangen, terwijl alles er op wijst dat de zaak waar het om gaat die van Van Giel is. Over De Zaak heb ik maanden geleden een mening geformuleerd. Natuurlijk gaat het niet om plagiaat. Pol Deltour, die ooit voor De Morgen werkte, is het hier niet mee eens. Zijn tegenargument: 'Wat als een krant Tuymans' werk zomaar gebruikte?' Een net zo sluw als ondoordacht argument. Als een krant een werk van Tuymans of Borremans of zelfs een werk van Van Giel exploiteert om er laten we zeggen de nieuwe Berlusconi de Luxe mee te promoten, een decapotable uiteraard, hebben we het over een eenzijdig voor commerciële doeleinden bedoelde promotie. De artistieke intentie van zo'n promoprul is doorgaans nihil. Net iemand als Deltour hoort dit te weten. Als ik een schilderij van Luc Tuymans naschilder, om een ander voorbeeld te geven, de compo van Tuymans aanhou maar bijvoorbeeld het koloriet wijzig, ik schilder bovendien niet à la Tuymans, de penseelstreken, alles wat ik met het medium doe is volstrekt ontuymans, heb ik dan plagiaat gepleegd? Nee. Is het een adaptatie? Niet eens. Noem het interpretatie, variatie. Plagiaat? Gidon Kiefer imiteert Borremans. Inhoudelijk plagiaat. Kiefer neemt de inhoudelijke stijlkenmerken van Borremans over, gaat ermee aan de slag, imiteert/plagieert de grootmeester en kreeg niet weinig aandacht en lovend bovendien in onder andere De Morgen. Nog zoiets. Stel nu dat Borremans een versie maakt van het gecontesteerde werk van Tuymans, zijn versie maakt van het werk dat Tuymans op de foto van Van Giel baseerde. Plagiaat? Nee toch. Van Meegeren plagieerde Vermeer. Plagieerde Tuymans Van Giel? Nee, Tuymans gebruikte de foto van Van Giel, zoals hij nu eenmaal zo vaak doet, z'n hele oeuvre is op het gebruik van bestaand fotomateriaal gebaseerd.
Nog een voorbeeld. Toen we vandaag in croxhapox veeleer toevallig over De Zaak Van Giel begonnen, stelde ik voor om de foto van Van Giel gedurende één uur te filmen en tijdens het filmen statisch de cadrage van de foto aan te houden. Plagiaat? Heb ik, auteur van de film, aan Van Giel te vragen of ik haar foto filmen mag? Nee. De foto van Van Giel is een gepubliceerd document. Een krantverschijnsel. Ik film de foto van Van Giel tot het krantenpapier in het zonlicht steeds bleker wordt, tot van het beeld alleen nog een schim van de foto blijft. Van Giel, waar ben je? Drie jaar neem ik om je foto te filmen, tot van de foto alleen nog een vlek blijft. Van Tuymans weten we dat hij de variatie op je foto tot één dag beperkte, wat zijn werkwijze is. Hij werkt bovendien met foto's, jij ook, ik niet. Schilderen naar foto's vind ik discutabel, maar, dat is bekend, om een andere dan de hier gestelde reden.
Nog een voorbeeld. Stel dat ik Mr. Dedecker uitnodig voor een shoot. Tijdens die shoot nemen we exact dezelfde foto als jij deed. Plagiaat? Nee. In dit geval inderdaad parodie.
Als de zaak, zoals ze aangeleverd werd, een kwalijk geurtje heeft, dan is het net de sommen geld die ermee gepaard gaan. De marktwaarde van Tuymans is enorm en het ego van Tuymans min of meer vergelijkbaar. Persoonlijk vind ik Tuymans geen uitgesproken gepassioneerde schilder. Hij houdt niet eens van schilderkunst, vindt het vervelend, teert op z'n roem, alles wat hij maakt en doet is goud kakken, binnen de notie van wat we schilderkunst noemen heeft het meer recente werk geen duidelijke betekenis meer. De betekenis die het heeft, dankt het vooral aan de roem van Tuymans op het internationale toneel. In deze is voor en tegen. Als ik 1.500 euro neertel voor een werk van Bram Van Stappen, is dat een enorme som. Die 1.500 euro vertegenwoordigt wat ik aan het werk van Bram heb. Als ik er 500.000 euro voor te betalen heb, is het waardeloos. Een foto van 1.500 euro interesseert me, een werk van 500.000 euro interesseert me niet. Zodra het bedrag belangrijker wordt dan het werk, loop ik weg.

een gesprek

78 procent. Zegt de dame. Ze wist de iPad van het meisje te bemachtigen en snuistert in een file met de schoolresultaten.
En je staat maar op de tiende plaats.
Oma, zegt het pientere meisje, ik zit in de slimste klas van het hele jaar.
Op de tiende plaats, merkt de oude dame plagerig op.
O-o----ma----, ik zit in de slimste klas van het hele jaar. En ik ben niet zo slim als de anderen.
Van hoeveel klassen?
Negen klassen, zegt het meisje.  Latijn Grieks. En die plaats vind ik niet belangrijk, het gaat om de punten, voegt ze toe.
Een zes voor...!
Sport, zegt het pientere meisje. Ze gaat lui over tafel hangen, kent het rapport uit het blote hoofd. Het is maar sport oma, rennen, achter een bal aanhollen, aan een klimrek hangen.
Weet je wat, zegt oma, opeens heel erg levendig alsof ze uit een coma ontwaakt. Het pientere meisje ligt half op half onder het tafelblad. Oma masseert de vingers van het meisje. Cécile torst een dienblad met dampende pannenkoeken. Overmorgen, zegt oma. Eerder had ze twee keer naar me omgekeken. Ze kijkt nog wel naar het schermpje van de roze iPad maar is niet langer bezig met de informatie die zich in de rechthoekjes aanbiedt. Zo meteen komt er een belangrijke mededeling. Overmorgen, zegt ze, blijf ik bij jullie overnachten.
Het pientere meisje, dat intussen toch weer overeind zit, reageert heel erg hoffelijk op die mededeling. Oma gaat babysitten. Je ziet zo dat ze de voordelen hiervan best weet in te schatten.
De dame begint over een film die ze gisteren of eergisteren op televisie zag, een film die zich in Alexandrië afspeelt, Agonia, zo spreekt ze het uit, en een juf in een van de hoofdrollen heeft, de juf Filosofie. Het meisje wil weten of er gevochten wordt, in de film, of er doden vallen. Er wordt wat gevochten, geeft oma toch, maar niet de hele tijd door. De juf is heel erg goed in filosofie, in wiskunde, in... Het meisje luistert met een half oor. Een film met een juf die goed is in filosofie, met een juf die uitmunt in wiskunde en dat gaan ze overmorgen bekijken?
Agonia, zo heb je het uit te spreken, zeg ik, de klemtoon als ik het goed heb ligt niet op de o maar op de derde syllabe. Ik heb de dame aangesproken.
Agonia, zegt ze. Ze kijkt naar me om, proeft het woord. Misschien was het een ander woord, geeft ze toe. Ze kan zich de titel van de film niet exact herinneren. Het pientere meisje grijpt de roze iPad /oma schetst de strijd tussen heidenen en christenen en hoe cruciaal net Alexandrië in die strijd zou zijn geweest/ en ontdekt dat Agora de titel van de film is. De dame introduceert Etienne Vermeersch. Zelf gelooft ze evenmin in god natuurlijk. Waar komt de term heidenen vandaan, vraag ik. Die term is bedacht door de lui die het na Alexandrië opeens voor het zeggen hadden.
Omdat ze niet in die god geloofden, vult de dame aan, maar in meerdere goden. De Islam, merkt ze op, noemt alles wat niet aan Islam beantwoordt ongelovig, maar is net zo goed zelf ongelovig want beantwoordt niet aan wat anderen geloven.
Deze redenering bevalt me. De oma van het pientere meisje is een pientere oma.
Weet je, zeg ik, die pannenkoek met krieken die je daar voor je hebt, geloof jij in die pannenkoek? Nee, we weten dat het een pannenkoek met krieken is. Als god een pannenkoek met krieken was, was het hele probleem meteen opgelost.
Slechts in één god geloven, zegt de dame,
hoe ongelovig dat is, voeg ik toe. Het reactionaire gedrag van de radicale islam is niet anders dan de katholieke kerk eind Middeleeuwen, met brandstapels, inquisitie en folteringen. Het is van hetzelfde laken een pak.
Het pientere meisje zit er heel even beteuterd bij. Ik begrijp er niets van, zegt ze.

donderdag 22 januari 2015

934#2


934. Negen verschillende stillevens nr 6. Celui qui n'aime pas l'époisses, n'est pas mon ami, stilleven met History 006 van Johan De Wilde. Olieverf 37x28. Over 934#1 heen geschilderd. Lekker, zo'n époisses, een zachte, Bourgondische kaas op smaak gebracht met Marc de Bourgogne. Deze is van de firma Berthaut. Compo met Blauwe lak, Davy's grey, karmijn, violet grijs, Caput mortuum en umbra natur. Kaas smerig lekker op een fond van Oudt Hollands geel, capucine geel /een roestkleur/ en guttegom. Pyrrollo vermiljoen, verraderlijk intens. Medieval Yellow van Mussini. Voorts ook nog atrament, warm grijs en een mengsel van zink- en titaanwit. Mengresten en met een flinke scheut terpentijn uitgedund paint medium.

woensdag 21 januari 2015

936


936. Negen verschillende stillevens nr 8. Stilleven met Branche de lierre van Henri Matisse. Olieverf 32x27.

zondag 18 januari 2015

de assistente zei

De imbeciel is er uiteindelijk toch in geslaagd om zich uit de voeten te maken nadat hij in de modder van het maatpak vast was komen te zitten.
Klapwiekend kroop hij in de machine en bleef tot het ochtendlicht gedateerd tussen de kale dennen stond rukkend aan het stuurwiel hangen. O jee.
In een van de zalen stond ik naast iemand die op jou leek.
De imbeciel klampte me aan en nam me naar een zaal die tot het plafond vol drek stond. In deze zaal, zei hij,
hangen de werken van wie het gemaakt heeft. Ik bekeek de drek.
Naast elk van de drollen was een papiertje met de gegevens van wie het gedaan had.
Klapwiekend kroop ik in de machine.
Halverwege de bladzijde, waar ik na drie zinnen op uitgekeken was, dacht ik opeens aan jou en dat rare doek van Tintoretto.

poème tout petit

Aqum. Hum hum hum. Aqum.
Aqum. Hum hum hum.
Aqum. Hum. Aqum. Aqum.

zaterdag 17 januari

Below: Tom Prater - or Major Tom - from Bristol Diving School and Holly Maries from Bristol Diving School. Both from Bristol Diving School indeed. Tom - or Major Tom - would tell that his worst headache ever was one night after drinking such steep quantity of delirious liquor that he had to phone the firm he used to work for with the stone-carved remark that he couldn't make it as he apparently had forgot how to get to his feet.


Above: shortly after this picture was taken Holly, Tom and Laura had to get to the appartment with Holly in a hush to get a cab. The coach at Holiday Inn would take off at half past one. Both Tom and Holly performed in the Candea Late Night Dinner Special introducing two pieces of meat and other delicate whereabouts that even Magnus Mills without thinking to get to it would call A Fat Dinosaur Steak.


Below: Holly and Laura.


zaterdag 17 januari 2015

fridge art



Fridge Art #1 and #2. The Fungus Gush. Different layers of delicate mold. Denzil Pee for rent Or Cooking with Baby Fur. Notice the magnificent mix of curry-tuned shades.

woensdag 14 januari 2015

934#1


934#1. Negen verschillende stillevens nr 6, Celui qui n'aime pas l'époisses, n'est pas mon ami. Stilleven met history 012 & history 013 van Johan De Wilde. Olieverf 37x28.

dinsdag 13 januari 2015

the story of Leon

Me and Mally were seated at the desk. I asked her what she knew on Leon. The cat, she said. Yeah, the cat, I said. Mally kept to the thing she had been doing. The cat, she said. You were drunk, I said. I was drunk she says. Stonedrunk, I ask. I defenitily had a little bit of drunk, she says. Leon was nothing else but a mini kitten. The colour, I ask. His colour? She sews, starts thinking. Tabby bengale sandy dots, she says. Tabby what, I ask. Tabby bengale sandy dots, she says. Like a marble cake, she says.
I write it in the small and dark notebook, marble cake.



Leon slipped in the camper, marble-caked, the gag cat, Mally and her boyfriend where doing grapes near L, somewhere in Beaujolais she says. She can't remember. Sometimes I do remember, she says, and then I forget again. She can't remember. But you met Leon, I say. He came into the camper, she says. Somewhere in Beaujolais, she says. It rained. And then you and Leon, I say, the day you and Leon met, in the van. My van, Mally says, my red van, my Volkswagen. The red thing, I ask. No, she says. Boyfriend, I ask. Yes, she says. She had a Volkswagen and a boyfriend.
At the border, she says, it took no time to put Leon in a winebox. In a what, I ask. In a winebox, she says. He loved it, she says. It used to have bottles inside, she says. It didn't have bottles inside, it had Leon inside, she says.

dinsdag 13 januari

Van een expo is de opbouw dubbelop. Meer dan de duur van de expo en ook meer dan het ogenschijnlijk centrale moment, de vernissage, is de opbouw het moment waarbij zowel de werken als de maker ervan een betekenis krijgen waarvan in het gewoel van de openingsavond, enkele dagen later, niet meer blijft dan een stokstijf ter plaatse rust. Opeens hangen alle werken waar ze ogenschijnlijk horen te hangen, iedereen is tevreden, niemand moppert, er wordt gedronken, want dat is natuurlijk stiekem net de bedoeling van de vernissage, en iedereen, ook de kunstenaars, de crew, iedereen, zelfs het journaille dat net die avond weer andere dingen te doen had, gaat opgelucht huiswaarts en ziet blind over het hoofd dat het impact van de expo hoogstens uit wat eraan vooraf ging afgeleid zou kunnen worden.
Toen croxhapox in 1990 begon, besloten we geen openingsavonden te houden omdat dat alleen maar afleidde van waar het werkelijk om ging. Dat hielden we anderhalf jaar vol. Natuurlijk waren er kunstenaars die wel een openingsavond wilden. Dan moet je dan maar zelf organiseren, zei ik. Het interesseerde me geen zak. Op het tweede zat ik voor een doekje of zat ik door het raam naar de platanen op het plein te kijken. Ik herinner me dat de herrie op het eerste me op een keer zo verbaasde dat ik toch een kijkje ging nemen en onaangenaam verrast op een receptie belandde waar lui biertjes dronken, er was cava en whisky, Kamagurka hing er rond, lusteloos keek ik naar de aanwezigen en verdween, toen ik opgelost was in het orgie van het futiele moment, naar het tweede, waar niemand me lastig viel met de ingewikkelde vraag wat ik van de expo vond.
Alles verandert. Niet alleen de dingen, ook wat niet bestaat neemt steeds weer andere vormen aan. We leven in een wereld zonder betekenis. De redactie van Charlie Hebdo wordt uitgemoord. Het voegt niet meer betekenis toe dan de uitwerpselen van een vlieg. Elke daad die we stellen is een aanslag op wat we niet hadden kunnen doen, wat we ook doen, het hangt onderin de bijsluiter van wat we toch deden. Wat voor menselijke bedrijvigheid ook, het is volstrekt overbodig. De betekenis werd overbodig toen het de goden bedacht en aan die bedachte goden meer gaf dan wat het moment bood. Zonder de betekenis zal alles zijn wat het is, wat het ook nu al is, met de betekenis, met de veldslagen, met die van Napoleon en die van de Hunnen, met de onmetelijke tijd die het nam om van Nieuw-Zeeland een eiland te maken. Alles ooit bedacht is zo futiel dat een druppel volstaat om het uit te wissen.
Naakt loop ik in de regen. Naakt loop ik in het prachtige geweld. Ik heb de betekenis die anderen wilden niet gewild. Met de personen die het bestaan van god bedachten, drink ik muntthee. Ze glimlachen, ik betaal voor de muntthee, ze stoppen me een papiertje toe, ik bekijk het papiertje, is dit de god die ze bedachten. Een papiertje.

'Mijn meester Abel Martin zei dat God liefhebben boven alle dingen niet zo gemakkelijk is als het lijkt,' lees ik, 'want het vereist in de eerste plaats dat we in God geloven; in de tweede plaats, dat we in alle dingen geloven; in de derde plaats, dat we alle dingen liefhebben; in de vierde plaats, dat we God boven al die dingen liefhebben. Kortom, het gaat hier om een absolute heiligheid die zelfs voor heiligen onbereikbaar is.'(1)

Met naakt bedoel ik dat het geen andere betekenis heeft. Niet de ellende van de praatprogramma's op zondag met lui die zich in adembenemend dunne bochten wringen. Hou het simpel. De vele waarheden leiden ons alleen maar af van waar het eigenlijk om gaat.










(1) Antonio Machado, Juan de Mairena; IJzer 2014, blz. 11.

donderdag 8 januari 2015

(A) / (B)

(A) staat voor god bestaat, (B) voor god bestaat niet.
Als één ding waar is, beweren de logici, de filosofen, is het andere onwaar.
(A) God bestaat.
God bestaat in de hersens van nonnen en moslims. God bestaat in de hersens van de Republiek en in die van de fundamentalisten.
(A) Aan het bestaan van god hoort niet getwijfeld te worden. In de grijze hersencelletjes van een meerderheid dicteert hij de wet. Die wet schrijft voor om uit te roeien wat niet beantwoordt aan het beginsel. Het is de komische dwaasheid van moord en oorlog, van het wereldwijde slachtveld in naam van wie eigenlijk.
(B) God bestaat niet, een feit. (A) is een betreurenswaard geloof, (B) is het feit. (A) gebruikt de meest gruwelijke middelen om het niet-bestaan van het dwaze icoon dat hij/zij verheerlijkt toch de plaats te geven die het op grond van alom geldende natuurwetten niet verdient.

(A) en (B) hebben een parallelliteit. (A) staat voor god bestaat. Is correct. (B) staat voor god bestaat niet. Is correct.
Religie niettemin hoort in het strafrecht thuis. Dit wordt al te vaak over het hoofd gezien.
God bestaat, (A): god bestaat in de grijze hersenmassa van moslims en katholieken. God bestaat niet, (B): er is geen god en dat feit is verjaard intussen.
(A) en (B) zijn beide waar. Beide hebben de betekenis die ze hebben. (A) is ridicuul en (B) voor (A) van de pot gerukt.
(A) toont aan hoe van de pot gerukt het is om (A) als premisse te nemen. Als god bestaat of niet bestaat, wat door (B) feilloos ontkend wordt, is er alleen het van de pot gerukte scenario van voor en tegen.

930


930. Negen verschillende stillevens nr 2, stilleven met een boek van Curzio Malaparte. Olieverf 35x28.

dinsdag 6 januari 2015

935



935. Negen verschillende stillevens nr 7 - stilleven met Peaches and Grapes en Roses van Pierre Bonnard. Olieverf, 35x27.

zondag 4 januari 2015

maaltijd

eenakter

personages

Dikke Jan, een smulpaap
Dunne Jan, de filosoof
Aloïse, een hofdame
Kurt, de opgeëtene
Blaise Pascal, het moment

Dikke Jan, Dunne Jan en Aloïse buigen over het blote karkas van Kurt, die aan een braadspit geregen zit. In het hofbeluik van de buren stoomt een vrolijk muziekje dat met regelmatige tussenpozen door noorderwind aan flarden gereten wordt.

DUNNE JAN

Loopt het een beetje, ik sterf van de honger. Werk de zeikerd af met limoen en peper, waar wacht je op godverdomme. Tot een of andere sukkel uit de coulissen tevoorschijn komt en niet eens weet wat hij gezegd had moeten hebben? In deze zaal heeft het gestormd tot de regen besloot om ook de dode ratten op te eten. De Russen hebben mij altijd bekoord. Hoe bestaat het om van Dostojevski te zeggen dat hij niet meer dan een hond is. Wie Tiblis over het hoofd zag heeft zich ver gewaagd in de oude duisternis.

DIKKE JAN

Lekker, lekker. Ik sterf van de honger. Louise waar is de peper.

ALOISE

Mag ik mee beslissen?

DUNNE JAN

Ja, als het bloed je lippen kleurt. Als karren over je nek rijden. Alleen ik heb gezien hoe karren over je nek reden. Over mijn nek reden. Over jouw nek. In Hoboken sleepten ze je lamme lijf over het wegdek naar een duistere plek. Is je nek gebroken? Kwam ik om in de vrieskou van je binnenzak?

DIKKE JAN

Waar is de peper.

ALOISE

(graait in een bakje) Kruidnagel... laurier... Kappertjes... kurkuma. Heb je wat aan laurier? Cayennepeper. Laurier is prima met stoofvlees. De kappertjes (schroeft het deksel van het blik met kappertjes) zijn niet 100% vers. Geen idee. Is dit bruikbaar, wat denk je?

DUNNE JAN
riekt aan het flesje met kappertjes en haalt z'n neus op

DIKKE JAN

(smikkelt) Fijn, fijn. Is de lus door het kontgat gehaald?

DUNNE JAN

Ja mijnheer.

DIKKE JAN

Goed zo. /er valt een stilte/

ALOISE

Gaat het niet meer? /fluistertoon/ Gaat het niet meer?

DUNNE JAN

Ik heb gewoon nog niet zoveel ervaring met het eten van...

DIKKE JAN

Dat komt wel.

DUNNE JAN

Als het eenmaal zover is. (geeft het karkas een rondje) Daar geniet ik van. Wat hij bedoelt, weet ik niet, maar dit, gewoon, de uitdaging, is wat ik wou doen. Het valt tegen natuurlijk als de training met slecht weer samenvalt. Stel je voor dat we de training om die reden uit te stellen hadden. Met het slechte weer wordt het niet beter.

KURT

He, jongens, zeg, hoor eens...

DUNNE JAN

Sorry. Sorry.

ALOISE

(kijkt om naar Dikke Jan) Hoe kregen ze dat voor elkaar.

DUNNE JAN

Gewoon stevig en goed rechtop op het zadel blijven zitten. Zelf heb ik het maar één keer gedaan. (kijkt op z'n polshorloge) Vier uur en twee minuten. En het blijft maar gieten.

KURT, de half opgeëtene

Sinds twintig jaar. Stront, stront.

DUNNE JAN

Ik heb slechter geweten.

DIKKE JAN

Gisteren zat het keilekker.

DUNNE JAN

Ik heb slechter geweten. /neemt een stuk van de bil, getik van messen, vorken/ Is dat een lekker gat zeg.

DIKKE JAN

Museaal.

DUNNE JAN

Ik heb juist gehoord dat... Godverdomme. Ik ben vergeten wat ik wou zeggen.

BLAISE PASCAL
Staat opeens in de kamer. Filosofische blik. Van tijd tot tijd wipt z'n rechtervoet nerveus op en neer. Haalt af en toe een zakdoek tevoorschijn die hij vervolgens weer wegstopt.

ALOISE

Ik vraag me af, als het nog twee jaar zo blijft regenen...

DIKKE JAN

Morgen is het er afgelopen mee. Zonnerood en maneschijn. In het metrum blijven, jongens, in het metrum blijven. Aloïse, sta daar niet te staan, draai het varken om, dan kunnen we aan z'n vette balg beginnen.

ALOISE

(tot de opgeëtene) Mijnheer, er is zonet gevraagd...

DIKKE JAN

(smikkelt) Is dat een lekker gat zeg. Is dat een lekker gat zeg.

DUNNE JAN

(smikkelt) Hebt ge hier al eens van geproefd.

DIKKE JAN

Hmmmm!

ALOISE

Ik heb zopas vernomen, mijnheer, dat mijnheer, euh, naar achter moet.

DIKKE & DUNNE JAN

Wàààt?

KURT

Kakken.

DIKKE & DUNNE JAN

Kakken!

ALOISE

En het is dringend.

KURT

Excuseert u me, ik moet kakken.

ALOISE

En het is dringend.

DIKKE JAN

Wacht met kakken tot ge opgegeten zijt. Wat zijn dat voor manieren. En ge moet niet denken, gij, dat ge nu nog gaat lopen. /luid gelach/
(smikkelt) Het zal een lang weekend worden.

KURT

Hu hu hu hu... Hu... Hu... (kakt)

ALOISE

Het is zo wreed om...

DUNNE JAN

(wendt zich tot Aloïse) Nee, dat is niet waar. Ik eet soms ook wel frieten.

DIKKE JAN
waggelt naar de opgeëtene en snijdt nog een stuk uit het achterwerk, bedenkt zich opeens, laat het mes vallen, waggelt, wankelt, valt, kruipt overeind, zet twee drie stappen en kotst

KURT
filmt het tafereel met een super 8

DUNNE JAN

Hai! hai! hai! (staat op van tafel, kruipt op handen en knieën naar de kots, Aloise stapt op hem toe, hij veert overeind, kust haar handen) Aloïse... Ik heb iets totaal over het hoofd gezien.

ALOISE lacht

DUNNE JAN

De plenaire zitting... En, hoe komt dat zo opeens... Midnight in Paris. Hadden we niet afgesproken...

ALOISE

Dat doen we morgen, lieverd.

BLAISE PASCAL
stapt tevoorschijn

(vertrouwelijk) Wat moet de internationale gemeenschap hiervan denken.

ALOISE

Bent u niet veel te laat. Wij zijn de verkozenen, heer.

ALLEN gelach

KURT

En het is echt wel lekker. Met een fake intellectueel heb je er bovendien de hele rotzooi bij te nemen. Nog een stukje?

DUNNE JAN

Nee, dank u, echt niet, ik heb genoeg.