Wij staan verwarder, onzekerder tegenover de natuur dan de mensen van vroeger, die, het moet gezegd, hierin meer stijl hadden dan wij. Witold Gombrowciz, Dagboek 1953-1969; blz. 392.
De mensen van vroeger, wie zijn dat. Er is een bekend schilderij van Cézanne, nu ja, elk schilderij van Cézanne is bekend natuurlijk, waarop in het bijna onmetelijke landschap van wat Julius Meier-Graeffe das Punkt im Chaos noemde een fabriek staat. Er is het vertrouwde, uit een gigantische puzzel van toetsen opgebouwde landschap (aardekleuren, groen, blauw), er is een baai, een baai vlak bij Marseille vermoed ik, eind negentiende eeuw, en dan die ene schoorsteen die als een doorn of een dorre taak boven het landschap uitsteekt. Als iemand exact vanop de plek waar Cézanne dat schilderij maakte, voor zover zoiets mogelijk zou zijn, hetzelfde panorama schilderen, fotograferen of filmen zou, zou hij - of zij - met een monsterlijke transformatie van het cézanneske biotoop geconfronteerd worden, een volstrekt ridicule barbarie van bouwwerken, van hoog boven het mediterrane blauw uitstekende flatgebouwen, wijken, subwijken, industrieën, snelwegen, intersecties en groothandel die het gebied zo goed als in z'n geheel oppeuzelen.
In de Indische oceaan is een piepklein atol waar ze een geasfalteerde tweevaksbaan hebben waarover de hele tijd door vrachtwagens met kokosmelk van het meest noordelijke naar het meest zuidelijke punt rijden. Toen Iversen in 1662 op Mauritius landde, stelden hij en z'n manschappen vast dat zich op het hele eiland niet één dodo bevond. Mauritius was in 1598 ontdekt, naar verluidt door een koopvaardijschip van Portugese origine. Het eiland lag op de route van de Oostindische Companie en het werd in geen tijd geplunderd. De mensen van vroeger zijn de mensen van nu, het is hetzelfde gestoorde rapalje. Er is geen soort die verwerpelijker en verachtelijker is dan de homo sapiens. Homo wat? Sapiens godverdomme. Homo nul de botten. Elke soort heeft met uitwerpselen te leven. De homo sapiens is in die uitwerpselen gaan leven. Het is een diersoort die zich met stront voedt, homo merda, de stront van een atol in de Indische oceaan, de stront van het journaal, de stront van de periodieken, de stront van alle middelen die ze ter beschikking hebben.
Auto's en fietsers zeilen over het wegdek. Boven de enorme regenwolk is blote hemel. Ik kijk, verschijnselen doen zich voor, een trage regen gaat over het terras. Bobbie meert aan. Cohen schalt door de speakers. One of his first albums. And he lost all and everything. To a woman, Bob says. To a woman, I say. To a woman, Bob says. It could have been an Irishman for the same money, he adds.
maandag 5 september 2016
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten