vrijdag 28 januari 2011

vrijdag 28 januari


foto boven: He gave it to her. It's only part of a piano and now it's hers. foto onder:
Aan de opstelling van Maarten is sinds woensdag
eigenlijk niet zo heel erg veel veranderd.


In het tweede deel van de grote zaal, waar Hallveig bezig is, staat het binnenwerk van een kleine vleugel.
'Weet je wat voor merk het is?' vraag ik. Nee, dat weet ze niet. We kruipen om het binnenwerk heen.
Rechts voorin is een van de balkjes gemerkt met een cijferreeks, N°84597, en achterin het meubel is nog een getal: 14495. Ik maak wat foto's en Hallveig bestudeert een inscriptie waar ze voorts niet heel erg veel uit weet op te maken. Het zou om een jaartal kunnen gaan, zegt ze, of een datum.
Ze neemt een borstel en begint de vloer te vegen. Het gesprek komt op Scelsi en Moussorgsky. Later google ik Scelsi, Giacinto Scelsi, Hallveig sprak het als Chelsea uit, en ontdek dat hij ook poëzie schreef, in het Frans. Hij noteerde z'n pianomuziek niet zelf, legt Hallveig uit, hij had een assistent die de improvisaties noteerde.
Op straat is opeens een lawine van sirenes en Doubrawa komt aanstappen. Hij is er klaar mee.

We rijden naar Sint-Jacobs en dan via Ottogracht naar Sluizeken. Doubrawa wijst de plek waar hij gisteren wat heeft zitten drinken, hij had een dipje, dronk twee duvels. Vandaag is er helemaal nergens een parkeerplaats te vinden. Ik maak rechtsomkeert en rij naar Fabula Rasa waar ze mossel friet op de dagkaart hebben. Doubrawa bestelt het varkenshaasje en een pils.

'I don't want to go into details,' Doubrawa says (he says it twice), 'did I tell you this thing?' (again) The Story, uh. (again) 'So back to details.' Hij nam een foto van de bloemen, grijnslacht. Het detail is Beuys 1982, Documenta.
Het fototoestel dat hij bij heeft, is een oud ding, een Nikon. Philippe is in de keuken bezig. Het gesprek kwam op Borremans, de mossels zwemmen in ui.
'At that time,' Doubrawa says, it must have been 82, Beuys died in 86, 'I was not really into that thing on social sculpture.' Dat was waar Beuys het de hele tijd door over had, social sculpture.
'He was explaining. He was talking all the time and he didn't give you the idea he wasn't listening,' integendeel, hij zocht contact, keek. Met Beuys kon je een goed gesprek hebben als je aan het axioma voldeed dat je zelf niets te zeggen had.
'Maar waren er dan mensen die niet akkoord gingen met wat hij zei, werd hij aangevallen, was er discussie?' vraag ik.
'People most of the time disagreed with him. He was used to that.'

foto onder: Herr Doubrawa at Fabula Rasa

Geen opmerkingen: