zaterdag 21 maart 2009
vrijdag 20 maart
Freya woont in een smal en proper rijhuis met een tuin waarin bomen groeien en wasgoed hangt te drogen in de zon. De salontafel staat vlakbij het tuinraam en op die salontafel, waar ze wat publicaties heeft klaargelegd, staat een laptop waar een Lacie aan vastzit. Op de laptop bekijken we een onaffe versie van de 'Dampoort'-film. Ik zit met m'n rug naar het tuinraam terwijl ik liever door het raam naar de appelboom had willen kijken. Rechts is een muur met kastjes en tafeltjes en dozen propvol speelgoed. De film begint met de begrafenis van Herman Aguilera-Chavez. Van dat Aguilera noch van dat Chavez is ze honderd procent zeker en van het streepje evenmin. Wat ze weet is dat Herman een rare naam had, van rijke komaf was - dat wist iedereen hoewel niemand er het fijne van wist - en altijd geld op zak had, dus een clochard in de penibele en meest strikt zin des woords was hij niet. Hij zat daar bijna elke dag, in de cafetaria van het Dampoortstation, ook toen ze er kwam filmen, dat was eind 2006, amper een maand voor Herman op een avond zou uitglijden over het beijzelde voetpad en toen, om een of andere reden, besloot dat het genoeg was geweest. Na de begrafenis komen we in de cafetaria terecht, Jako krijgt een koekje, de sympathieke uitbaatster zegt dat ze het al achttien jaar volhoudt. Van Herman vernemen we weinig. Over Herman des te meer. Hij zit naar verluidt altijd aan dezelfde tafel vlakbij het raam, frukkelt de hele tijd door aan papiertjes. 's Ochtends bestelt hij een koffie en een sandwich. 'Koffie?' hoor je Freya vragen, bijna alsof het haar verbaast dat Herman Aguilera-Chavez een koffiedrinker is. Dat wordt bevestigd, Herman drinkt koffie. 's Avonds, net voor sluitingstijd, een pintje. Als hij zo stonk dat het onuitstaanbaar werd, brachten ze hem naar een badhuis.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten