In de Gustaaf Callierlaan is ter hoogte van huisnummer 234 een kuisvrouw de dorpel aan het dweilen. Ik steek de documenten binnen, ben eerst heel even uit m'n lood omdat de naam van de belanghebbende helemaal nergens vermeld wordt (wie er wel woont, staat vermeldt op de brievenbussen) - stap terug naar de auto, open de Moleskine diary (ik heb een Moleskine diary), controleer het adres (want dat heb ik in m'n Moleskinde diary genoteerd), richt de sleutel met afstandsbediening op het portiek, 'tjok' zegt het portiek, stap dan weer naar huisnummer 234 waar de dame (Ex-Joegoeslavisch) nu een dweil aan het uitwringen is. ''t Is toch hier,' zeg ik. Uit haar reactie - geen reactie, het wringen hapert, ze zet een halve stap zijwaarts - valt af te leiden dat ze wellicht alleen Ex-Joegoeslavisch spreekt, mondje Engels misschien, of is Russisch meer voor de hand liggend? en dus Kyrillisch, wat trouwens niet hetzelfde is. Tegelijk dringt tot me door hoe het komt dat de naam van de persoon voor wie de documenten bedoeld zijn nergens vermeld staat: hij woont er niet, hier in de Gustaaf Callierlaan is het appartementje waar z'n bedrijf een kantoor heeft.
Op de ring, ter hoogte van het Citadelpark, geen stremmende verkeersstroom. Ik rij door naar de Blaarmeersen. Luchtje scheppen. Een stadsmens heeft geen weet van bottende wilgen, of de paardenbloemen er al zijn, de dove en de blinde netel, hondsdraf en vrouwenmantel. Witte strepen trekken een kruis door het blauwe uitspansel.
20u. In Het Gouden Hoofd is het beestig druk. Er is een fuif. Ik ga aan de toog zitten en bestel de Blackwell. Als ondervoorzitter van The Blackwell Association - een feitelijke vereniging die voorlopig overigens slechts drie leden telt - moet ik wel, hier of in Du Progres maakt niet uit, een Blackwell is een Blackwell. Strikt genomen heeft het trouwens geen enkel nut om de Blackwell in Het Gouden Hoofd uit te proberen. De kotelet in het pikante sausje van pickles in Du Progres weer op de kaart krijgen, een andere doelstelling heeft The Blackwell Association niet. Dat ze het gerecht vandaag in Het Gouden Hoofd als dagschotel hebben doet er dus eigenlijk niet toe. Nee, fout, doet er wel toe: eens temeer is aangetoond waarom wij de Blackwell net in Du Progres weer op de kaart willen. Hoe lekker de Blackwell van Het Gouden Hoofd ook is, die van Du Progres, daar zijn geen woorden voor.
Stef en Lise komen er bij zitten. We kletsen honderduit.
woensdag 18 maart 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten