vrijdag 18 september 2009

donderdag 17 september

Halfelf. De zon staat schuin op het muurtje. De merel, een gewiekste vogel, inspecteert het muurtje.
Daniëlle had gezegd dat ze de auto zou nemen. Bart is in Oudenaarde, staat op een hoogtewerker, 26 meter boven de begane grond. Michel om halfdrie, had hij gezegd.

Halftwee. Afspraak met Dirk Zoete. Ik parkeer de auto op het woonerf, laad wat spullen in. Hierna gaat het richting Brussel, eerst Dave Douglas, dan Daniël Lanois en de altijd vrolijke berkjes, zelfs nu het lommerrijke loof er bedenkelijk begint uit te zien.
Zoete's meest recente werk: slijktekeningen. In Brussel Sainteclettes, dan Rue d'Ypres en via 't Papenvest naar rue Zenne 17a. Hier deur dicht. 't Is Michel die de sleutels heeft. Iemand laat ons binnen, we nemen een kijkje. Omstreeks halfdrie Michel met de sleutels van voordeur en crox-locatie. Daniëlle belt me, ze bevindt zich ergens aan het kanaal, zit hopeloos te knoeien met een stadsplan van het Brusselse Gewest, heeft geen idee hoe ze de Zennestraat traceren moet. Hoek Walvis, probeer ik, daar richting centrum, eerste straat rechtsaf, da's 't Papenvest als ik het goed heb, daar rechts volgen, kort stukje verplichte rijrichting, meedraaien en hop, je belandt vanzelf in de Zennestraat.
Rond een uur of drie springt Oana binnen. Dirk en Daniëlle, die Lieve bij heeft, inspecteren de ruimtes op het eerste. In de kamers voorin hangt werk van Michel aan de muur, achterin zijn nog sporen van het korte project van Marie-Laure. We nemen een kijkje op de derde verdieping, hier kunnen Mil en Oana aan de slag.

Halfvijf. Een terrasje vlakbij Rue Blaes in de Marollen, mooiste buurt van België. De verstedelijking van België op z'n mooist. De zon staat hoog boven het Vossenplein. Op het terras van Marseille, een kroeg aan het plein, is muziek. We zitten vlakbij een fontein, druppels sproeien over het tafelblad. Later gaan we op het atelier langs. Een van de hoeken van het plein verdwijnt, verneem ik, en hiermee het oudste café van Brussel. De politici zitten mee in de business die hierover beslist, voor hen maakt 't geen zak uit dat het om het oudste café van Brussel gaat. Politici, wat een zich in bochten kronkelende schande.
We dineren in Fin de Siècle. Leuke plek. Onglet en Gigot d'Agneau, bier, wijn. Later het terras van Le Soleil aan de Korenmarkt. Op de gevel aan de overkant staat het woord Le Fouineur. We vragen ons af wat het betekent, weten niet wat het betekent. De ramen hebben ze dicht gemetseld, lacht ze, omdat ze dan geen belasting te betalen hadden. Er zou een belasting op ramen geweest zijn.
Het gesprek komt op Corot. Velasquez, Manet, Borremans, Goya, Tuymans, Cézanne, Vermeer, Soutine, niemand kan aan Corot tippen. Wat de actuele schilderkunst zo vlak maakt, is het gebruik van fotografisch beeldmateriaal, wat er meteen ook voor zorgt dat Corot - die zich nooit tot die perfide kunstgreep liet verleiden - tot op de dag van vandaag op het gebied van schilderkunst de meest volwaardige grootmeester van het moderne is, directer en vollediger dan alle anderen, hij die de moderniteit een definitieve en niet te evenaren vorm gaf. Vorm, daar gaat het om, al het overige is zever. En effet, c'est Corot, concludeert Oana, qui présente le début de la modernité, pas Cézanne. Début, éclat absolu.
Soutine is een geval apart. Victoire tragique, troublante, choquante.

petit table rouge

un paquet de Vogue (dunne en langwerpige, Roemeense sigaretten) en de mededeling: Fumatul poate sà ucidà
de fles Rosé Maximilian I
Lolita van Nabokov anglais
en de eerste zin: light of my life, fire of my loins, my sin, my soul, een eerste zin die ze prachtig vindt, zegt ze, ze grasduint in het boek
La force de l'âge.

21 was ze, Simone de Beauvoir, toen ze dit boek schreef. Op het rode tafeltje de schrijfmachine die Oana maar heel af en toe gebruikt, un brother couleur orange. Et Sophie Calle sous la table.

On a parlé, dit elle, sur la mort de Philippe, sur les vacances, sur ton histoire et la marché aux puces. On a parlé, dit elle, on a parlé beaucoup sur l'amour et sur la pluie. Il disait: 'Toi, tu bronzes facilement.' Oui, dit elle, je bronze facilement. On a parlé, dit elle, de la peinture. Et que toutes les femmes sont belles. Oui, mais en vérité on préférait de penser le contraire.

Geen opmerkingen: