Jeu de Balle, vroege namiddag. Aan een van de kraampjes hebben ze een houtsnede van Hiroshige voor het schappelijke bedrag van 100 euro. We drinken koffie, muntthee. Met enige regelmaat komt het gesprek op Philippe. Herfst hangt boven het Vossenplein. Het zonlicht is minder strak, het loof maakt een zware indruk, buigt door onder een onduidelijk gewicht, Roubaud page 17: globule plein, espaces tombant en gouttes / dénombrantes, renombrements continus / la première vient et la première revient et la dernière / a passé et revient. Plek die een aangename traagheid ademt, de traagheid van een eindeloze ontdubbeling. Het plein, waar een uur eerder nog een drukke wemeling was, vloeit leeg, een karretje van de reinigingsdienst zigzagt over de keien en iemand raapt een boek van het plein, niet vanwege auteur of titel, j'irai cracher sur vos tombes, de matière waarmee de cover werd uitgevoerd is bovendien ronduit lelijk, maar omdat de cover zelf aan één zijde een markant dambordpatroon heeft, zwart op gebroken wit. Ik telefoneer Carole, ze neemt niet op. Uit het voorwoord blijkt dat het om een boek van Vernon Sullivan gaat, alter ego van Boris Vian. 'L'Amérique (flaptekst van een andere samenwerking tussen Vian en Sullivan) découvre aujourd'hui, un quart de siècle après nous, grâce à Boris Vian qui eut la chance singulière de le rencontrer en 1946 (et personne depuis ne l'a revu), un de ses auteurs les plus typiques: Vernon Sullivan.' Marrant. We stappen naar het atelier boven Actionfield, ze heeft wat nieuwe schilderijen, voor het eerst met verf van Oudt Holland: ocre d'or, Scheveningen geel licht, terre verte en Blockx: gris chaud, noir de vigne, blanc titane. Eentje springt er vantussen. Ik probeer Carole te bereiken. Dit keer neemt ze wel op, ze is niet langer op het atelier dat voorlopig overigens nog altijd op een werf lijkt, verneem ik. Dus te voet naar Zennestraat 17 rue Zenne waar Wendy en Anne druk in de weer zijn, in de brede corridor worden de namen van alle participanten op de vloer aangebracht in driekleur, rood, roze, blauw. We steken een handje toe.
's Avonds diner au Anata, Blvd Anspach, 'just à côté de la Bourse.' Une sorte de soupe de boeuf avec des nouilles et mèlange de trucs divers sans définition particulière, et escalope avec riz, oeuf et mèlange de trucs divers sans définition particulière, afgeboord met sushi's en maki's en een halve fles Côtes de Rhône 2005, Château Domaine des Relagnes, karakterloos, zuur schotelwater, ondrinkbaar. Het Japanse meisje, visage Japonais délicat, kijkt geschrokken toe: mijn grimas spreekt boekdelen. De tafelgenote lijkt het allemaal heel erg amusant te vinden. 'Pas mal,' veins ik, zonder dieper op de kwestie in te gaan, wat naar ik me herinner een altijd op onfortuinlijk gekissebis uitdraaiende onderneming is: ze serveren zuur schotelvocht, je wordt verondersteld daar een positieve mening over te hebben en als het tegendeel zou blijken, krijg je zonder pardon de rekening geserveerd. In een Turks restaurant aan de Sleepstraat wisten ze jaren na dato nog altijd dat ik daar eens een niet aan tafel ontkurkte fles had geweigerd. Alle kliekjes bijeenkieperen en serveren als Grand Cru, vertel me dat ze 't niet doen. Na het een diner een terrasje, hier vin rouge et picon au vin blanc, dan Antichrist van Lars Van Trier in een kinepolisachtig cinemacomplex aan Place de Brouckère. Choc.
zaterdag 26 september 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten