donderdag 11 april 2013

nee

Een jongedame belt me. Ze werkt voor de Persgroep, zegt ze. What's in a name. Eergisteren had ik ook al iemand van de Persgroep aan de lijn gehad. Ik moet toegeven dat ik niet goed weet wat ik me daar bij voor te stellen heb. Iemand van De Morgen? Nee, had 't ie gepreciseerd, nadat ik hem betrapte op het feit dat hij me, zonder eerst te zeggen dat dat de bedoeling van het gesprekje was, telefonisch aan het interviewen was. Met wat minder grijze hersenmassa was 't wellicht niet eens tot me doorgedrongen dat hij me aan het interviewen was. Nee, de Persgroep, zei hij, is Het Laatste Nieuws, Dag Allemaal, Story. O jee, die genocide dus, mompelde ik.
Ik had net m'n auto geparkeerd en het meisje had een sympathieke stem. Spreek ik met Hans van Heirseele, vroeg ze.
Nee, zei ik. Ze leek wat op haar hoede om al te fel aan te dringen. Maar ik heb Hans van Heirseele aan de lijn, zei ze, of zoiets.
Nee, zei ik. Op papier bestaat die ander natuurlijk wel, maar, voegde ik toe, papier is willig.
Nu ben ik wat verward, gaf ze toe. Tja, dacht ik, je zou voor minder. Van iemand die voor een genocide werkt, kan ik me eigenlijk wel voorstellen dat ze heel af en toe wat verward is. Het gesprek bleef hoffelijk. Het zinde me niet om haar meer te zeggen dan wat ik toch niet te zeggen had, dat ik blaadjes als Story en Dag Allemaal een schanddaad vind, dat dit soort riooljournalistiek in het strafrecht thuishoort, of, godbetert, dat ze m'n kloten kussen kon.
Ben je vertrouwd met de werken van croxhapox, had ik gevraagd. In dat geval, voegde ik toe, had je kunnen weten... Nee, had ze gezegd.
Ik geef geen interview, zei ik, dat heeft met de context te maken, lui die om wat voor reden ook met hun gezicht in de media komen - zo'n context deugt niet. Maar ik wil best praten over croxhapox en Michaël Borremans, om een voorbeeld te geven, zei ik.
Of ik dan een afkeer had van, vroeg ze. Van het BV-wereldje, bedoelde ze.
Een afkeer van, zei ik, ja, zo kan je het stellen.
Ze begon over de persoon over wie ze me wilde interviewen, dat hij toch maar wat gretig gebruik maakt van, et cetera. Ik geef geen interviews, zei ik.
Ja, euh, dat had ze natuurlijk al wel begrepen. Ik klapte het deksel van m'n gsm dicht, keek heel even naar het malafide ding en toen ik over het woonerf stapte, merkte ik dat er voorts helemaal niets gebeurd was.

Geen opmerkingen: