dinsdag 6 mei 2014
dinsdag 6 mei
Hadden we nog niet meegemaakt, een kunstenaar die na de muren ongevraagd met graffiti beklad te hebben, wat in de context van een expo vaak een wat discutabele ingreep is, de muren zo spooky afwerkt dat er geen zak mee aan te vangen valt. Twee dagen nam het om het gezwabber weer proper te hebben.
Laten we overigens in het midden laten of we met een malafide idioot, een sufkop of een motorisch gehandicapte, slechtziende of misschien zelfs geheel blinde kunstenaar te maken te hebben, niet alleen stekeblind en potdoof, tijdens de Kosovaarse crisis bovendien beroofd van het gebruik van zowel zijn bovenste als onderste ledematen zodat hij, visionair en begiftigd met een der meest zeldzame talenten, van de nood een deugd te maken had en of met z'n mond of met z'n aars te schilderen had. Dit laatste bood het voordeel dat niemand anders het deed. Gêne heeft vaker de mond gesnoerd van wie het onzegbare in wriemelende visioenen in nooit eerder bedachte kwelling had te doorstaan, het gewriemel niet op papier kreeg en het evenmin uit z'n hersenpan wist te bannen. Een sukkel of een schurftige hond, een in het circuit tot bajesklant verpauperd halftalent of een gekweld genie, geen onvertogen woord zij gesproken over de radeloosheid waarmee iemand geconfronteerd wordt als hij, slechts vervuld van de meest pure en devote verlangens, niet beter kan dan het aanbrengen van een laag gecastreerde vetten waaruit, hoe maagdelijk wit ook, slechts onbenulligheid spreekt, vergeefs gepoch met een in het kontgat geperforeerde kwast of het lamentio van een kwade dag. Want wat valt er te zeggen. Is wat uit beide foto's blijkt het werk van een puberale kwast, van een dolgedraaide etter, van een zichzelf verafgodend non-talent, of hoogstens een noodlottig voorval, de braakwaterval van een ongelukkig moment, Murphy die lukraak zomaar een van z'n momenten koos en van het nobel gepeins aan prachtig wit met de onschuldige prik van een horzel een hoorndol exuberantio wist te maken, onbedoeld zoals wij weten aangezien Murphy nu eenmaal op het bedenken van z'n alomtegenwoordige wet na volstrekt onschuldig is. Of hebben we dan toch te maken met een imbeciel, een paardenlul, kruisten we alsnog opnieuw het pad van een pokkenlijer, een verf kakkende maloot. Of iemand met twee linkerhanden misschien? Iemand die het niet helpen kan. Iemand die best wel zou willen, ontsteld de zweepslagen voelt van het failliet en zich na het niet eens als zodanig bedoelde delict met aan theologische dilemma's verwante haast uit de voeten maakt? Wie zal het zeggen. Zeeg het jonge talent uitgeput op de knieën, na weer zo'n nederlaag, of kraaide hij van pret nu hij wat hij te vertellen had op zo'n buitensporige manier vertellen kon? Hebben we met een huichelaar te maken, die alleen maar doet alsof hij het niet kan? met het ongeschonden begin van zijn genie? met een door een fanatieke idioot geplande aanslag, met een broekje of met een sukkel misschien? Nu de muur toch weer gaaf en blank staat, heeft het ook allemaal niet zo'n belang. Er zijn ergere dingen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten