Het flesje met sojasaus en het peper- en zoutvat liggen in een mandje, tegen de donkere wand van het rieten mandje aangekruld. Flesjes in een donkere buidel.
De keet zit stampvol. Een Maleisisch meisje praat met iemand van haar leeftijd die aan een van de tafels zit. Zij staat. De tafelgenoten zitten. In de keet is het oorverdovende geluid van vijftig stemmen. Zonder onderbreking beukt het vijftigkelige oratorium door de keet. Heel af en toe gaat iemand boven de andere stemmen uit. Een kind schreeuwt. Uit de modderstroom van het luidkeels gepraat is geen syllabe te vissen. Op anderhalve meter afstand heb je al geen woorden meer, hoogstens een tot klankbrij gereduceerde versie van het gesprek. De klanksculptuur staat tot het plafond. Een meisje neemt de appel, schilt de appel, snijdt de appel in dunne partjes.
woensdag 28 mei 2014
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten