zaterdag 30 april 2016

kutlul

Weet je waar ik een rothekel aan heb? Aan die kutlulwekker 's ochtends. Wat een kutlulgekrab met die wekker. Begin jaren tachtig op de kutlulkop getikt. Een elektrisch van de pot gerukt wekkerdiarree dat telkens ik mij er geen zak aan verwacht, midden de meest vrijmoedige episodes van m'n remslaap, een van betovering stijf staand gebraak van orgieën braakt waar veel van de protagonisten uit Decamerone een punt, om maar niet toe te geven een kutlulpunt aan gezogen hadden kunnen hebben. En dan die kutlulherrie. O, wat hinderlijk. Rampspoed. Ik draai me om, geef de kloteherrie een klap voor z'n klotekop, neem heel even stiekem nota van het tijdstip, kwart voor negen, slurp heel even van het ochtendlicht dat grote delen van de slaapkamer in lichterlaaie zet, & draai me om, om, om, slurpend aan nog een boekdeel van die verrukkelijke kloteherrie in m'n kop, een braaksel van spookbeelden met spookdiertjes die, wat ik weet, tijdens de nazooi van het orgie in korrelige lichtvlekken veranderen, figuren die opduiken in een groezelige lichtzuil en oplossen voor ik hen benaderd had kunnen hebben, door één enkele spat van het kolkende salpeterzuur in nieuwe, andere tifosi veranderen, schuwe, beverige schaduwen, de met schimmel aangedikte moederkoek waarin ik traag wegzak. En dan, opeens, wéér, het krankzinnige gemekker. Dit keer kruip ik overeind, met tegenzin, plaats het linkerbeen zo dat het het rechter stutten zal, plaats één voet voorbij de rand van het bed & til het lichaamsgewicht in het rottende zonlicht. De voetstappen rotten in het zonlicht tot de tover en het gewicht van de slaap met een trage geeuw in één keer zonder andere bestemming van me afvallen. Ik neem een douche, spoel de bladzijden van het gewicht. Tijdens het scheren kom ik tot overwegingen die ongetwijfeld iets zinnigs toevoegen aan wat in de agenda staat. De belangrijkste is deze: dat ik een studente te vertellen heb dat het fout zit met wat ze gisteren schreef.

Geen opmerkingen: