donderdag 30 augustus 2007

donderdag 30 augustus

Dix heures pile en de postbode, een postbode met het vrolijke air van Tati. Hij begroet het woonerf met een hartelijk 'et voilà'. De poort is op slot. Geen Brahim. Tiens, had hij niet gezegd dat hij er heel erg vroeg tegenaan wilde vliegen? Op het woonerf staat een gele huurwagen van firma Dockx. Van het speelplein een eind verderop waait een golf van kinderstemmen, een vrolijke klankband die geen moment sputtert. Ik open de mediaruimte en tref er de gebruikelijke rommel aan, witte kopjes met een kleverige bodem van Nescafé, de pot Nescafé zonder deksel en het karton suikerklontjes in een wolk van fruitvliegjes. Het herinnert me aan de onaangename wending gisteravond. C'est qui, le responsable?
Ik betreed de corridor en neem een kijkje in de ruimte achterin. De ruimte ademt een sfeer van valt het niet dan breekt het niet. En breekt het toch, dan is er altijd wel iemand om de scherven op te ruimen en het oorzakelijk verband.
Een bizarre ontdekking: iemand heeft een enorme hoeveelheid brochures in de afvalcontainer gedumpt. Ze hebben Franse en Engelse titels. Promotiemateriaal. Ik ruim de boel op, dump het promotiemateriaal in een kartonnen doos, plaats de afvalcontainer op het woonerf en maak de inkom vrij. Dan het platform van de kubusruimte. Schrobben, dweilen.

Stijn en een voorraad bruin inpakpapier, wat hij bij Lesaffre kocht, en perfax metyl. De strook die we af te plakken hebben is 3 meter en 3 centimeter hoog. Het is halftwaalf en geen spoor van Brahim, l'homme dix heures pile. We beschermen de vloer met zwarte plastiek, Stijn maakt een portie behangpap aan.
Het pappen loopt niet van een leien dakje. Het inpakpapier is te dun, we maken er een smeerboel van, vreselijk. Het is lachwekkend. Stijn brengt een alternatief te berde: eerst de muur inpappen en er dan het inpakpapier over uitrollen, van boven naar onder. Ok, goed, interessant, het belangrijkste is dat we die foto's van Liesbeth weg hebben.
Het papier eerst in het midden aandrukken, zo gaat het een stuk vlotter, dan rechts en links uitvlakken.

Frank springt binnen. Hij heeft een doos bij. Het gesprek komt op de bestuursvergadering eerstkomend. We spreken af om met die bestuursvergadering te wachten tot midden september. Sjoerd gaf z'n ontslag als voorzitter. Er komt een nieuwe voorzitter, Frank heeft zich candidaat gesteld.
In de doos die hij binnenstak bevinden zich crox-varia uit de beginperiode, videocassettes, een restant van de antiracistische affichecampagne van eind 1991 - een ontwerp van Els Huygelen - en voorts een hoeveelheid copy arts en kleine affiches waaronder een zwartwitkopie met de slogan 'wij staan niet op lineart'. November 1990 was dat.

namiddag

Melanie steekt de drank binnen, drie bakken Saison Dupont, drie bakken Saison Voisin, een bak Biolegère en een voorraad witte wijn, Campechano en Les Plaisirs du Père Guillot.
Stijn en Hilde van Zone 09. Ze lacht en biedt de formule, resumeert. 'Ik ben bezoeker. Ik kijk. Ik passeer. Ik ga zitten.' Ze bedoelt dat ze weet dat ze deel uitmaakt van het terroir. Kijken, bekeken worden. Het kijken en het schrijven als een dubbeltje, het kan elke kant oprollen.
Hiermee zitten we meteen op het terrein van de kunstenaar waar het dit keer om gaat.
De eerste videofilm is een recent werk opgenomen in het schooltje in de Bernadettewijk waar Stijn sinds kort een atelier heeft. Twee camerastandpunten en een display met twee monitoren die de door de performers gemaakte golfbeweging toont. Vier performers. Hilde herkent Thomas. Voor Stijn zijn de performers het materiaal waar hij mee werkt. 'Het is een protocol,' preciseert hij. De ruimte biedt een aantal aanknopingspunten. In elke andere ruimte was het een ander werk geworden. Dat geldt net zo goed voor de houtskooltekening die hij in crox2 op de gepleisterde muren aanbracht, de lijnen in de ruimte zijn gebaseerd op de verhoudingen van de ruimte. De ruimte werd de aanleiding om een tekening te maken. Met de videofilm focust hij op de handeling van de performers. Het zijn er vier, Griet en Thomas, Ingrid, Tom. Op het beeldscherm van de monitor ter linkerzijde is te zien hoe ze gelijktijdig een houtskooltekening op de muur aanbrengen. De tekening is gelieerd aan het betraliede vensterraam: een patroon van vijf verticale en vier horizontale lijnen. Als je vlak voor het raam staat en naar buiten kijkt, zie je een braakliggend terrein met struikgewas en oude, knoestige bomen, een landschap dat 's winters op de desolate taferelen van Caspar David Friedrich lijkt.
Het aanbrengen van de houtskooltekening gebeurt fragmentair. Elke performer brengt een streep van ongeveer 50cm op de muur aan, de strepen lopen parallel, een op het videobeeld onzichtbaar patroon van stippen helpt de performers bij het uitvoeren van de handeling. Na het aanbrengen van de korte streep maken de performers gezamenlijk rechtsomkeert, een tel later betreden ze het beeldscherm ter rechterzijde, Griet doorgaans vlakbij de muur (waar een smal houten podium is), Tom vooraan in beeld. Ze stappen op de muur ter rechterzijde toe, draaien zich om met de blik naar het midden van het lokaal, pauseren heel even, een pauze die amper enkele seconden duurt, en stappen vervolgens weer in de richting van het vensterraam, betreden de monitor ter linkerzijde en vullen de houtskooltekening aan met nog een segment van 50cm, simultaan, zonder dat er in de gezamenlijke handeling een hapering te bespeuren valt. Voor Stijn verbeeldt deze trage en repetitieve heen en weer beweging de zee: een golf komt aanrollen over het strand en trekt zich nauwelijks een ogenblik later terug naar zee waarop meteen een nieuwe golf komt aanrollen.

Ik neem een kijkje in crox4. Geen spoor van 'l'homme de dix heures pile'.
Een stilleven met houtskool - Willow Charcoal 4 van het merk Coates, extra thick sticks - in een compositie met potloodpunter, hamer, twee witte haakjes, een gom, een potlood, een doosje met houtskool van variabele dikte en lengte en een groenwit koordje dat zich in een sliertig kluwen tussen en over bovenvermelde objecten bevindt.
Hilde bracht te berde dat ze het voor Zone 09 wat simpel houden moet, de tekst is bedoeld voor een publiek met weinig voorkennis. Stijn legt uit dat voor hem de poëzie centraal staat.
De poëzie. Zodra hij het woord uitspreekt, voel ik wat een onwezenlijk vreemd woord het is, een woord waaraan zoveel virtuele betekenis klit dat het als begrip geen transparante context biedt. Voor Stijn is het de lijnen in relatie tot de ruimte en de net zo fragiele als elegante spanning tussen dingen die vooraf bepaald werden (de locatie, het rasterpatroon, de plek waar het rasterparoon aangebracht hoort te worden, de materialen die hij gebruikt) en andere elementen die aan controle ontsnappen.
Hilde veert overeind, draait de stoel waarop ze plaatsgenomen had de andere kant op, merkt dat schrijver dezes haar in het vizier heeft, beseft dat ze in de notitie een hoofdrol heeft, logisch. Ze reageert, maakt een grapje, lacht en maakt hierdoor een nieuw tafereel dat op een volstrekt volmaakte en geöliede manier deel uitmaakt van het werk van Stijn, de drijfveer en de bedoeling van het werk, een vooraf bepaalde handeling die ondanks het geregisseerde totaalbeeld aan de controle ontsnapt: gedurende een fractie van een moment verplaatst de eigenlijke handeling (het interview) zich naar een efemere gebeurtenis (de notitie van schrijver dezes), voorplan wordt achterplan en achterplan wordt voorplan, in een fractie van enkele seconden is er een onbedoelde en net zo toevallige als noodlottige verwisseling van betekenis.
'De ruimte heeft mij doen beslissen,' legt Stijn uit, 'om deze tekening te maken.' Hij bedoelt de houtskooltekening. 'Een andere ruimte of een ander moment had wellicht een andere tekening opgeleverd. Er zijn bepaalde dingen die ik vrij laat, andere niet. De performers zijn het materiaal. Ik bepaal wat er gebeurt, zij voeren uit. Het zijn hun handen maar ik gebruik ze.'

De tweede video. We schuiven op naar een hoek achterin de zaal. De video toont drie kinderen die naast elkaar staan en een tekening op de muur aanbrengen.
'De kleren die ze aanhebben,' vraagt Hilde, 'rood, wit, blauw... Is dat toeval?'
Het is toeval.
De kinderen voeren een vooraf bepaalde handeling uit, brengen een tekening op de muur aan.
De kleur van de krijtjes die ze gebruiken, bleef vrij. Het meisje koos voor een donker en voor een geel krijtje. Ze tekenen een boom. Het zijn drie verschillende bomen.
De boom van de zwarte jongen is een ronde boom. De cirkelomtrek van de boomkruin wordt bepaald door de reikwijdte van de armen.

'Landschap-fles', video 3. Het wandelen: een streep in het landschap.

Geen opmerkingen: