Even langs bij Ruth. Het is vroege namiddag. Er is soep. In het salon hangen werkjes van Michel Mentens. Ze heeft iets gemaakt voor het graf van Dirk. Op het dressoir is een foto van Dirk. Hoe oud hij toen was, vraag ik. Er zijn bloemen, ik raak een boek aan. Ze heeft geen televisie meer. He, waar is de tafel, vraag ik. Hier, zegt ze. Het is dezelfde tafel, vroeger was het een ovalen tafel, nu rond. Van de Gentse Feesten heeft ze niet zo veel last. Je hoort de concerten tot aan het kasteeltje, zegt ze terwijl ze de soep serveert, maar hier valt het mee. Wat voor soep het is, had ik gevraagd. Van courgetten, zei ze. Maar 't is toch op een scheet van Sint-Jacobs, zei ik. De bovenburen hebben er meer last van, zij niet, zei ze. Vanavond ontvangt ze bezoek. Als het raam dicht blijft, dan hoort ze niets. De soep is gepeperd. Er is brood en boter. Over het fauteuil, onder het panopticum van intieme en duistere taferelen, hangt een rood deken. Het gesprek komt op Raymond. Dat haar zussen gebeld werden, van een of ander weekblad, om het over Raymond te hebben en dat ze beiden weigerden om het over Raymond te hebben. Een huiskamer vol van dingen die aan de grote gebeurtenis herinneren. We nemen het werk van Dirk door.
Op het woonerf is niemand. Er hangt regen in de lucht. Kinderen spelen op een naburig pleintje. Over het hekken krullen reukerwten.
Ik open de poort en raap de postbestellingen op, het zijn er twee, een folder van EPO (de kunstfolder) en iets van een of ander interimkantoor.
Vadim Vosters springt binnen. We hadden een afspraak. Ook Marc is op afspraak. Hij fotografeert het werk van Dirk Peers.
zaterdag 19 juli 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten