maandag 23 augustus 2010

maandag 23 augustus

namiddag
In de achterste en grootste van beide stockruimtes heeft Jelle een stapelrek gebouwd. Prima.
Kapitein Coene is in gesprek met Michèle. Ik had Kapitein getelefoneerd, op de uren die een mens in horizontale houding placht door te brengen na eigenlijk zo goed als meteen nadat ik uit Frankrijk terug was, en was te weten gekomen dat ook zij in de Pyreneeën hadden rondgehangen, hij en de Steur, niet in le Vallespir maar in de belandende vallei, een vallei waarover Siel had gezegd dat het een bijzonder aangename omgeving is. Nogal wat van de boeren die met hun producten naar de markten van Collioure en Céret afzakken, wonen in die vallei.
Michèle is een van de dertien kunstenaars die deelnemen aan het RE: project.
Frips heeft het keukentje aangepakt, het barmeubel kreeg een laagje verf. Kapitein Coene nam wat tijd om een digitaal grondplan van de croxruimte te ontwerpen en Boris en Lieven, van de firma Van Den Eynde, Cremers en Van Speybrouck, alias De Onderneming, hielden zich bezig met het ontwerp van de affiche van het RE: project. Ook dat ziet er prima uit.
Maarten van RE: is in de witte zaal bezig. Hij digitaliseert affiches. Elk exemplaar is uniek. Van Boris verneem ik dat hij en Jesse een project in Voorkamer hebben. Hij heeft een fiets gekocht.
Van Ryssen springt binnen. Het gesprek komt op de Club van Rome. Wat zij toen als eersten deden, verneem ik, het op een populaire manier uitwerken van een wereldmodel, is intussen vele keren verfijnd dankzij computermodellen die een volledige out- en input geven. Eind jaren zestig begin jaren zeventig deden ze het zonder hightech computermodellen. Met zonne-energie werd toen geen rekening gehouden. Ze hadden onvoldoende computing power om dat te berekenen. En ze durven zich ook wel eens vergissen. Vorig jaar bijvoorbeeld. Het klimaatpanel van de UNO had berekend dat de gletsjers door de opwarming van de aarde binnen een periode van 35 jaar gesmolten zouden zijn. Vergissing factor 10. Er had 350 jaar moeten staan.

avond
Gwen tovert kip op tafel en een slaatje met kerstomaten uit de serre, nootjes, lamskotelet en couscous. Het gesprek komt op Siel en het fort, de markt van Céret, Collioure rond Kerstmis en de besneeuwde toppen van de Canigou. Toen ze daar midden jaren zeventig woonden, op het strand van Saint-Marie Plage, had je nog overal zandweggetjes. Die zijn er niet meer. Gwen had werk gevonden in het casino van Argelès. Een blonde griet op naaldhakken, dat zagen ze wel zitten, daar, in Argelès. Plaatjes draaien, nachtwerk. 's Ochtends vroeg ging Sjoerd haar ophalen en werd hij op whiskey getracteerd. Met Willy, de vader van Renzo, reed ze naar Larzac in een volkswagen met vloertegels. Op die boerderij in Larzac was het de hele tijd door oorlog. Finbow was de enige die daar niet in meeging. Hubert was één van de studentenleiders van mei 68 en was na de rellen naar het zuiden gevlucht. En ook Gwen had rode laarsjes.

Geen opmerkingen: