zondag 29 mei 2011

zaterdag 28 mei


In de Lucas Munichstraat is een buurtfeest. Het regent. De poort staat open. In de mediaruimte is niemand. Helemaal achterin zijn stemmen te horen. Ik stap op Jozef Van Wissem toe. We begroeten elkaar. Levi zegt: 'Dag Laura.' Ann zeult met een videoprojector. Jozef heeft haar dat tot de schouders hangt. Hoe dat komt, kan ik niet uitleggen. We stappen om de zwarte kubus. Dat is nog eens een kubus he, zegt Levi. Bij hem thuis zou hij ook wel zo'n kubus willen. We bekijken de kubus. Levi gaat in de kubus staan. Ik geef uitleg bij het werk van Mehdi. We kijken naar de foto. Ik stap door de corridor. Op Ann, Levi en Jozef na is er voorlopig helemaal niemand. Ook Ann, Levi en Jozef stappen naar de hall. Naast de vitrinekast staan wat dingen. Het zou om materiaal van Levi gaan. Ik activeer de laptop en bestel een snelle hap bij Pizza Roma. Jozef besloot dat het de zaalhelft met de plannen van Leka wordt. Alleen in die zaal staat één muur blank en dat is wat ze nodig hebben. Ook Ann heeft honger. We hebben geen van allen gegeten, Levi evenmin. Jozef begint aan de soundcheck. De luit, a 13 course swan neck baroque lute, is van recente datum. In het boekje bij de cd staat dat ze door Michael Schreiner gebouwd werd. Schreiner is een Canadees. Hij heeft de luit voor Van Wissem gebouwd naar het barokmodel van Edlinger.


foto: ann vandersleyen

Na Limits of Control gaat Jarmush voor de soundtrack van z'n nieuwe film met Van Wissem samenwerken. Dat project heeft hij in Cannes aangekaart, het wordt een vampierfilm. Politiek. Vampirisme en politiek zijn verwant. De muizen fladderen, beyond control. Voor die film van Jarmush gaat Van Wissem de soundtrack doen.

Dries Douibi springt binnen. Hij komt voor het werk van Daniël en Mehdi en zegt dat hij het Kunstkrematorium een geniaal concept vindt. Aan de bar kwam het gesprek op hoe ze het in De Morgen over het vrouwelijke geslacht hebben: een liefdesgrot. Levi heeft dat in De Morgen gelezen. Het tegenargument, een metafrase van het kleine naar het grote of van het grote naar het kleine woord: 'Mijn Italiaanse discotheek'. Later hebben we het over het vogeltje van de Vlaamse zaak. Een microniem: politiek fatsoen. Levi legt uit dat het Engelse ontbijt zijn favoriete ontbijt is. Of: legt uit dat het Engels z'n favoriete ontbijt is. Egg's over easy, hashbrowns, bubble, mushy peas, black pudding, bacon and eggs. Om met black pudding te beginnen. Dat is zwarte bloedworst. Egg's over easy gaat omgekeerd net voor het spiegelei uit de pan op je bord belandt. Bubble is aardappelpuree en erwten. Ook hashbrowns is aardappel. Geraspte aardappel, plat gedrukt tot het formaat van een burger en gebakken. Mushy peas is een portie geplette erwten.
Wat hij vergat te vermelden: bonen in tomatensaus en versgeperst sinaasappelsap. Weet u, zeg ik, waar de uitdrukking 'in de pan hakken' vandaan komt.

Jozef vroeg of we een paraplu hebben. Het regent. Jeanne Madic, die uit Parijs komt, staat op het punt om in Gent Dampoort aan te komen. We hebben een paraplu, het cadeautje van iemand die het ding in croxhapox vergeten is. En zo zijn er nog wat dingen. Jozef gaat Jeanne oppikken. Met paraplu, het regent. Een Atlantisch meltdown. De symptomen zijn vertrouwd, haaruitval, klompen en hakenkruisen.
Jeanne Damic, ze is zo goed als doof, heeft in Tennessee gewoond en in Glasgow. Ze heeft een eumig MARK 610 D bij, wat de beamer overbodig maakt. Het eerste deel van het concert is zonder. De beelden zijn in Versailles genomen.


'In Oostende,' zegt het bloedmooie meisje, 'heb ik mijn eerste frikandel special gegeten.' Sarah heet ze. Ze komt wel vaker naar de concertavonden. Haar vriend preciseert wat ze van Oostende denken: Kadhafi naar Oostende halen en een bom op het stadje droppen.

In het Albanees zou er Zroxhapox staan, zegt Peter Van Lancker, en in het Bulgaars ontbreekt een C in experimenteel.

Middernacht. Bij het verlaten van Melanie's World bots ik op twee maffe types. Ze hebben een huidskleur als paardendrek en grove gelaatstrekken. De dikste van beiden heeft een breekijzer bij. Met dat wapen open en bloot in z'n rechterhand baggert hij dravend over het wegdek. Albanese boefjes. Gek dat ze niet eens de moeite nemen om het wapen te verbergen.

Tijdens de zomer van 1979 was ik in Salzburg. Ik had er Marion leren kennen, ze studeerde aan de Oskar Kokoschka Schule, in het lithografisch atelier dat in het geboortehuis van Georg Trakl gehuisvest was, vlakbij de Salz die toen door overdadige regenval zo hoog stond dat het water bijna tot het wegdek reikte. Ik volgde ook zelf les in het lithografisch atelier, zonder me in die studie te verdiepen, ik ging liever lange wandelingen maken in het Salzer woud en maakte pentekeningen in en van de regen die over het stadje joeg. Op een avond ging Marion mee naar een orgelconcert in een Protestants kerkje, waar ze een uitvoering van Die Kunst der Füge hadden. Het kerkje was vlakbij de Salz. We keken naar het wassende water. Ik had Marion gezegd dat Die Kunst der Füge een meesterwerk is, dat ik niet bekend was met de Zwitserse organist die het werk zou uitvoeren en dat dat er niet toe deed omdat Die Kunst der Füge Die Kunst der Füge is. Marion was het met me eens. Ze was benieuwd. Boven het stadje hingen grauwe wolken. We wandelden naar het kerkje, zaten op de eerste rij. De organist, een Zwitser, kwam tevoorschijn uit een nis ter rechterzijde. Hij nam plaats aan het orgel. Hoog boven de plek waar we zaten, was het dak van de middenbeuk. De organist begon. De eerste noot van het thema viel samen met een enorm gekletter. Een Atlantische bui joeg over het stadje. Het gekletter en de eerste noot waren op hetzelfde moment begonnen, regen joeg over Die Kunst der Füge. Na het concert wandelden we naar de brug. Onder de brug joeg het water.

Geen opmerkingen: