Het binnenplein van wat ooit een niet zo grote zon was. Schuiflades met in haringzuur gebleekte parkieten.
Het hoofd van de technische dienst heeft donzig behaarde wangen die op de testikels van een hondachtige lijken.
Met Grepet en Jacquelot hadden we een ritueel bedacht.
In het groezelige schemerduister van het kerkje in Kapellekeskak
hurkten we voor een Madonna, de bilkaken devoot ontbloot, en kakten. O Grote Stront van onvolprezen makelij,
glip er uit en maak de darmen blij.
Kwijl is wat het moederbeeld ontbreekt, geknecht in de coïtus, puntgaaf, van een holle sacraliteit.
zondag 1 mei 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten