Het Beverhoutplein, waar croxhapox begon, in 1990, op 16 maart 1990 begon het, stond midden negentiende eeuw bekend als Botermarkt, of Kleine Botermarkt, een toen rechthoekig plein aan een gracht die in 1873 gedempt werd en nu een drukke verkeersader is tussen het rondpunt aan Sint-Jacobs en Sluizeken. In de zeventiende eeuw was het een begraafplaats. Er zou al een kerkje of een kapel geweest zijn in de zevende eeuw. Aan de constructie van het huidige bouwsel begonnen ze eind elfde eeuw wat al meteen in 1120 in de fik ging, waarna ze aan een in steen opgetrokken variant begonnen. De plek lag kennelijk op een van de routes naar Compostela. Het is niet onmogelijk om zich voor te stellen hoe het er toen aan toeging op het pleintje vlak bij Sint-Jacobs. Toen ik eind maart 1985 m'n intrek nam op het tweede van huisnummer 7, waar een jongedame die aan de universiteit studeerde me de sleutel van het appartement overhandigde, keek ik aan de voorzijde uit op het plein, de rommelmarkt op vrijdag en zaterdag, de platanen op het plein waarvan ik vanop het tweede de kruinen voor me had en de bultige takken, in de diepte, rechtsop, de kruidenwinkel van Vits-Staelens, linksop de Ottogracht waar op een ochtend voor dag en dauw twee ellendelingen een marktkramer belaagden, er was een reguliere lijn van bussen die naar Eeklo en Zelzate reden en aan de gevel van het imposante gebouw waar Johan Daisne hoofdbibliothecaris geweest was, van 1945 tot 1977, niet alleen hij, ook Richard Minne en Karel Van De Woestijne hadden er gestudeerd toen het gebouw, nadat het eerst een abdij en later een Lyceum was geweest, een door de burgerij gegeerd Atheneum werd, kwam begin 21ste eeuw een werk van Joseph Kosuth, net onder de dakgoot, maar ook dat is er intussen verdwenen. In 1985 huisvestte het gebouw, vanop het tweede van Beverhoutplein 7 ter linkerzijde, de stadsbibliotheek. Ik overwoog om vanop het dak van de stadsbibliotheek een schilderij van het plein te maken.
In het Baudelopark hadden ze tot midden negentiende eeuw een botanische tuin gehad, naar verluidt een van de meest indrukwekkende die er in Europa te vinden was, met exotische serres, een vijver en promenades. Er was een morsig grachtje tussen wat nu als Ottogracht en Bibliotheekstraat bekend staat. Op het plein, in 1985, vlak bij de kerk, was een frietkot. Mariette en Jean runden de keet. Betere friet vond je nergens. Het was in 1958 begonnen met een frietkraam op het plein, waar ook toen al de bomen stonden die ik in 1985 vanop het tweede van huisnummer 7 voor me had. In het frietkot, waar in de zeventiende eeuw op die plek een begraafplaats was, hebben ze een foto uit 1978.
Vanop het tweede van huisnummer 7 had ik ook uitzicht op een steeg tussen Ottogracht en Penitentenstraat. Op de hoek van die steeg was een bordeel. Dames van lichte zeden kakten op het wegdek.
vrijdag 14 februari 2014
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten