maandag 21 april 2014
Diego Garcia
Diego Garcia is geen plek waar iemand als David Quammen, een wetenschapper die het uitsterven van soorten in kaart bracht, rondhangt. Tijdens z'n onderzoek naar island species had Quammen er weinig te zoeken gehad. Met wat geluk kan je er in het wild grazende ezels aantreffen.
Eind jaren zestig van vorige eeuw werden de oorspronkelijke bewoners, of Chagossianen zoals Judith Schalansky hen noemt, van het atol geplukt en op Mauritius gedropt. De deportatie begon in 1967. Op het atol met een oppervlakte van 27 vierkante kilometer is nu een legerbasis. Van Base Area, het meest noordelijke punt van de westelijke krul, tot Marianne point, waar het atol net 1 kilometer breed is, kwam het eilandje op wat resterende plukken exotische vegetatie na onder een dikke laag beton te zitten. Britse belangen in de Indische Oceaan. Zo noemen ze dat. De ansichtkaartachtige zandstranden met puberale kokospalmen bleven intact. Op Diego Garcia kan je net als op de Kaaimaneilanden magnifieke strandkiekjes maken. Voor in het album. Van Marianne Point, ongeveer halverwege de westelijke krul, gaat het nog eens 15 kilometer over asfalt voorbij militaire en andere aanplant tot het meest zuidelijke punt, wat ze min of meer intact lieten, en daarna in noordoostelijke richting over de oostelijke krul die tot East Point een bredere, met inhammen bezaaide sectie biedt. Nabij East Point liggen gekke, metalen constructies op het strand. Boven East Point gaat de oostelijke krul van het atol in een dubbele slagbeweging naar Observatory Point, 18 kilometer waarvan ik me voorstel, op basis van wat ik op Google Earth te zien krijg, dat het atol er min of meer intact bleef. Kokospalmen. Kokospalmen. Kokospalmen.
Het atol, merkt Schalansky op, heeft de vorm van twee gespreide vingers, een kromme V, een overwinningsteken in de Indische Oceaan.
Op een atol waar ooit wat hutjes stonden, alles bij elkaar goed voor 500 families, een constructie als hieronder aantreffen, zie foto, een legerbasis met rudimentair alle faciliteiten die je ook downtown London hebt, is, ook al is het dan hoogstens voor de fun van surfen op Google Earth, hallucinant. Het wordt nog hallucinanter als je naar het meest zuidelijke punt van het atol surft.
Van de Chagoseilanden, zo heet het archipel, is dit atol het enige dat bewoond is. Het was bewoond voor de Britten en Amerikanen er neerstreken. Veel van de andere eilandjes beperken zich tot koraalrif dat amper boven de oceaanspiegel uitsteekt. Portugezen zouden het ontdekt hebben, in de gouden eeuw van het spelevaren toen zowat elk eilandje waar ook ter wereld op de tocht kwam te zitten.
Je kan je trouwens net zo goed afvragen waarom de Chagossianen ooit opnieuw op dit vernietigde atol zouden willen wonen. Alsof je in een hut midden het Gentse havengebied zou gaan wonen en het daar midden de groteske bouwsels best wel aardig vindt.
Diego Garcia, de huidige naam van het atol, is grondig verwoest, waarvoor ze logischerwijs niet meer nodig hadden dan het pro forma van een pennenstreek. Het nam geen decennium om van het atol een afvalpark van het Westerse imperialisme te maken.
Officieel behoort het Chagos archipel tot de Britse kroon. Door Mauritius in 1968 onafhankelijkheid te gunnen, een eiland dat ze begin negentiende eeuw van de Fransen afgesnoept hadden,(1) ook Mauritius bleef overigens van het Gemenebest deel uitmaken, kregen ze het archipel als speeltje toegestopt. Van dat archipel is voorlopig alleen Diego Garcia bewoond. De Amerikanen hebben er een legerbasis.
(1) Mauritius werd door Portugezen ontdekt. Hollanders roeiden de dodo uit, hoewel de dodopopulatie vooral uitgedund werd door de varkens en de apen die de zeelieden aan land brachten. Midden achttiende eeuw werd het veroverd door Fransen die er Port Louis stichtten.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten