(21) Loire
Memory is a kind
of accomplishment,
a sort of renewal
even
an initiation, since the spaces it opens are new places
inhabited by hordes
heretofore unrealized, (1)
Lang voor klokslag twaalf was het begonnen en wel onafgebroken, het regende en het bleef regenen. Overal in Gascogne regende het. Castelnau-Magnoac en L'Isle-en-Dodon kregen in 5 uur tijd een vloed van één meter te slikken en het er zag er niet meteen naar uit dat de Atlantische storing zou gaan liggen. Om 3 uur 's ochtends trad de Save met bruut geweld buiten z'n oevers en zette L'Isle-en-Dodon en wat campings in de buurt volledig blank. Zowat iedereen die zich op de campings aan de oever van de Save bevond had zich her en der in bomen te verschansen, waar ze de nacht doorbrachten. 's Ochtends vroeg is het debiet van de Gers anderhalve meter boven het alarmpeil. In Auch rukken de brandweerdiensten uit naar de lager gelegen zones maar de daarwonenden zijn of onverschillig (indifférents) of zich niet bewust (insouciants) van het naderende onheil. In Masseube, op 25km van Auch, loopt nog een camping onder. Mirande, aan de oevers van de Baïse, Lombez dat zich aan de Save bevindt en Saramon aan de oever van de Gimone worden bedreigd door het hoge waterpeil. L'Isle-Jourdain wordt per telegram op de hoogte gesteld van het gevaar. Na negen uur ononderbroken regenval komt de Gers te Auch 4,14m hoog te staan. Om 10u pas, twaalf uur na het begin van de storm, worden de autoriteiten van Fleurance op de hoogte gesteld van het dreigende waterpeil, 4,37m intussen, nog eens twee uur later 5,12m. Ontketend raast een kolkende watermassa door het dal. Andere rivieren, Garonne, Adour, Ariège, hebben met een minder catastrofale stijging van het waterniveau te kampen hoewel de situatie er ook hier kritiek uitziet. Rond de middag, vooral door de toevloed van tal van zijriviertjes, wordt het debiet van de Gers ronduit catastrofaal: eerst 6,35m, een uur later 6,60m, om 3 uur 's namiddags 7,60m, hoger kortom dan de eerste verdieping van alle woningen die zich in de benedenstad van Auch bevinden. De ravage is enorm. In Auch sneuvelen twee bruggen, de complete benedenstad staat onder water. Het waterpeil van de Auloue, normaal gesproken een bescheiden stroompje, stijgt in één uur tijd van 3 naar bijna 7 meter. De chroniqueur laat niet na op te merken dat helemaal nergens, ondanks de opvallend exacte gegevens over de catastrofe, voorzorgsmaatregelen genomen waren. De reddingsoperaties komen pas tegen de avond op gang en het zou bijna drie weken nemen, tot 25 juli met name, voor ze de situatie weer enigszins onder controle hebben.(2)
Na deze catastrofe, die bekend komt te staan als L'inondation de 8 juillet, is het met de onweersbuien die Frankrijk teisteren niet afgelopen, al doen zich die zomer kennelijk nergens opnieuw overstromingen van die omvang voor. Op 10 augustus sta ik in Nantes aan de rechteroever van de Loire. Het debiet van de Loire is verbazingwekkend. Van de bijna tot het hoogste punt van de oevers reikende stroom gaat een enorme dreiging uit. Boven het gebied hangt een dik, grijs wolkendek. En het blijft maar regenen. Ik probeer uit Nantes weg te komen, om een of andere reden niet meteen zuidwaarts (Niort... La Rochelle...) maar stroomopwaarts de rechteroever van de Loire volgend. Herr Kezupp, of hoe hij voortaan ook heten mag, is ervandoor richting Parijs. Aan het stuur van de eerste auto die naar de wegrand zwenkt, zit een dame. Het gesprek komt ongetwijfeld op het hondenweer. We rijden. Het uiterwaard staat blank. De populierenbosjes staan niet langer op de oever maar in de stroom. 's Avonds beland ik in Saumur.
espace mesuré: pluie
La page. Le lit. La chambre. L'appartement. Portes, escaliers, murs. L'immeuble. La rue. Le quartier. La ville. La campagne. Du mouvement. Le pays. Le monde. L'espace. Sur les lignes droites. Mesures. Jouer avec l'espace. La conquête de l'espace. L'inhabitable. L'espace (suite et fin). Dat zijn, in leesvolgorde, de hoofdstukken van Espèces d'espaces(3). Op een foto, enkele dagen voor zijn dood(4), staan Joris en ik in het vrolijke, morsige tuintje van Nieuwe Gentweg 90. Ik heb Ruimten Rondom(5) bovengehaald. In Nantes, in 1977, ergens aan een vergeten plek op enkele stappen van de Loire, is de ruimte rondom beperkt tot de Atlantische storing die over het wegdek jakkert en van geen ophouden weet. De Junon bevindt zich diep onder het wateroppervlak van de Atlantische oceaan. Enkele van de matrozen leggen een kaartje. De ruimte die ze ter beschikking hebben is strikt afgebakend. Aan de rand van het wegdek is amper meer ruimte: regen bakent het territorium af, ik tors de veel te zware rugzak, stap weggedoken onder de jekker over een voetpad vlak bij de kade, op de esplanade aan de rechteroever is helemaal niemand, af en toe glibbert een auto langszij, net zo vaak heb ik uit te kijken voor plassen die breed over het voetpad spatten.
De reikwijdte van een regenparaplu, wat ongeveer een meter is, heeft me altijd bekoord, niet alleen omdat het de magie bood van wat de Franse surrealisten en Van Ostaijen er aan toegekend hadden, wat het beeld vervolledigt, maar omdat het geluid van de regendruppels op het bolle vlak, net zo exact als het geluid van een naaimachine, een wereld van verbeelding toveren. Van het theater huiswaarts kerend stapte ik niet over het wegdek van narre straatjes, waar toen al weinig te beleven was, maar onder het dekzeil van een regenvlaag die net als de oorsprong van de Atlantische depressie een sensuele context bood. Als de Atlantische depressie lang genoeg aanhield, werd ik melancholisch. Weggedoken in het smalle onderkomen van een deurpost zat ik naar het natte en gladde asfalt te staren. Plassen toverden continenten die ik als eerste betrad.
la Loire dans les environs de Saumur (2013)
Saumur
Etenstijd. Eerst douchen. Waar ben ik? Saumur. In het departement Maine-et-Loire. Pays de la Loire, France, Europe, of, meer precies, l'Europe continental, noordelijk halfrond, wereld. Deze vermeerdering, verbreding, het steeds ruimer worden van de plaatsbepaling, wat ik ergens bij Perec aantrof en wat iedereen die vaker brieven schreef ooit wel eens op de achterzijde van een enveloppe aanbracht (er is ongetwijfeld een reden waarom ik hier de verleden tijd gebruik), heeft op 12 augustus een kortere radius: Saumur, rîve gauche, goedkoop pension, kamer op het tweede, kamer met douche, kamer met uitzicht op winkelstraat plein bakstenen muur dakpannen binnenplaats tuinareaal, naar keuze. Kamer met eenpersoonsbed, piepklein tafeltje, stoel, gammele kast met, ik open de kast, bovenin een metalen staaf waaraan een dozijn kleerhangers bungelen en onderin legplanken met, de temperatuur en de weersomstandigheden in acht genomen, twee grijze, wollen dekens. De rugzak leunt tegen het voeteind. Ik zit op het bed, stop het langstelige pijpje, ben niet echt gek op de tabak die ze hier in Frankrijk hebben. Op het bed ligt de landkaart open op de noordelijk helft van het Franse grondgebied. Mijn blik resumeert de route die ik gevolgd heb sinds ik een maand eerder in Dinant uit de trein stapte, niet één keer stap ik in Gérardmer of in Langres uit de trein, het Bretoense wirwar bevalt me en ik staar ook telkens en wel met dezelfde voldoening die ik die avond zelf gevoeld moet hebben naar het traject Langres-Alençon, een rit van bijna 400 kilometer, tot ik voorbij Lorient steeds dichter bij de onderkant van de half geopende map kom te zitten, Saumur omcirkel, het notitieboek bovenhaal, van het bed opveer, in die kamer op het eerste of tweede van een relatief goedkoop pension, het raam opengooi, het regent niet maar boven Saumur hangt een grauw wolkendek, in de diepte onder het raam stapt een oud heertje over het hellende voetpad, er passeert een auto, ik neem het notitieboek en een balpen, stap naar de badkamerdeur, steek m'n broek af en ga op de toiletpot zitten. Wat ik die en vorige dag gegeten heb, is in een consistente drol veranderd die magnifiek in één stuk en zonder verkeershinder in de toiletpot kegelt. Ik kleed me uit, inspecteer de douche, stel vast dat uit de warmwaterknop koud en uit de koudwaterknop warm water druppelt, loeiheet bovendien, ik krab aan m'n kloten, jongen dit had je geweten kunnen hebben bedenk ik, die ene ster hebben ze in elk geval niet aan de sanitaire voorzieningen te danken, en zo leg ik me opnieuw toe op wat een heel erg heikele klus dreigt te worden, beide knoppen zo op elkaar afstellen dat ik niet gaarkook onder de douche en het toch geen buffet froid wordt. Dat doet me er aan denken dat ik van plan was om in de benedenstad, aan de Loire, uit te zoeken of ze er wat te bikken hebben.
Douze assiette de viandes froides, deux assiette anglaise, (u)n buffet froid, deux couscous, trois "chinois", une "moulakhia", une pizza, un pan bagnat, un tijane, six sandwich, un sandwich au jambon, un sandwich aux rilettes, trois sandwich au cantal. Van die opsomming, de 18de van de in totaal 27 rubriekjes van Tentative d'inventaire des aliments liquides et solides que j'ai ingurgités au cours de l'année mil neuf cent soixante-quatorze(6) (uit rubriek 25 bijvoorbeeld blijkt dat Perec vooral wijn dronk, rode wijn, uit 26 dat hij zelden bier dronk - neuf bière, deux Tuborg, quatre Guinness, meer bier zou hij in 1974 niet gedronken hebben hoewel de inventaris ongetwijfeld onvolledig is - en uit 27 dat armagnac en vodka zijn voorkeur hadden), van die opsomming kortom is het meest opmerkelijke dat hij slechts één pizza gegeten zou hebben, waar van de Italiaanse keuken ook nog une fettucini à la crème, un gratin de macaronis, un maraconis, trois rigatoni, deux raviolis, quatre spaghettis, un tortellini en cinq tagliatelles vertes aan toegevoegd kunnen worden. Uit dit verpletterend omvangrijke inventaris blijkt ook nog dat hij dol op kaas is, trois boudin opvrat, geen vegetariër was en niet zo vaak vis at, hij kreeg vooral gigot op tafel, konijn en kip, rosbief, steak, steak au poivre, rôti de boeuf en entrecôte. Maar om op die pizza terug te komen.
Om niet opgehelderde reden laat Perec zich in 1974 slechts één keer tot een pizza verleiden. Hij hield bij dat hij een Saint-Emilion uit 1961 dronk, een Château-Canon uit 1929, een Lalande-de-Pomerol uit 1967, van een purée de fenouil smikkelde, negen keer een gratin dauphinois verorberde, twee foie d'oie frais aux raisins naar binnen joeg, drie coq au vin en een met olijven op smaak gebrachte eend, maar wat voor pizza, een margarita of een met zeevruchten, dat herinnert hij zich niet of vergat hij te noteren. Nu weet ik niet of 't in Saumur gebeurt. Het regent en over het gebied jakkert een gure Atlantische wind wat de jonge ontdekkingsreiziger ongetwijfeld aanspoort, vaker dan hij zich veroorloven kan, om in een bistrot of een pub te schuilen, een café au lait te bestellen of de dagsoep en één keer, op een avond, in Saumur of op een andere plek, pizza. De pizza laat lang op zich wachten. Andere klanten zijn er niet. Et à boire? Waar had hij zin in kunnen hebben. Een Tuborg. Hij neemt de routier door, vult de reisroute aan, mijmert. Na verloop van tijd, niemand betrad of verliet het restaurant, daagt de ober op, hij torst het dienblad stel ik me voor op de vingertoppen - want aan stijl ontbreekt het niet - en plaatst wat inderdaad de drie kwartier eerder bestelde pizza is op het met keurig wit tafellinnen afgewerkte platte vlak. Et voilà. De pizza biedt kurkdroge tomatenpurée, in de tomatenpurée vastgekoekte ansjovis en is tout au rond zwartgeblakerd. Nog heel wat te ontdekken hebbend ziet de jonge ontdekkingsreiziger over het hoofd om prompt van tafel op te stappen, een scène te maken en alleen het biertje te vergoeden.
Dat ik in musea de cafetaria en catering en de mensen die in de zalen rondhangen altijd meer présence heb toegedicht dan het slaapverwekkende vertoon van meesterwerken in een labyrinth waar het met elke eeuw tot de onbeduidende en belangrijke schilderijen van die zaal beperkt blijft, weerhield me er niet van om 's ochtends vroeg het château te bezoeken. Voor de geschoolde leek is er in Saumur ook alleen maar het château. Wat ooit betekenis gehad moet hebben, is in een stoffige verzameling objecten veranderd.(7) In het trappenhuis naar een van de torens hing een vod.
visite du château
le guardien: Madame, je vous en prie, il ne faut pas toucher les oeuvres.
le visiteur: Mais il y a une mouche, là.
le guardien: Ah, mais les mouches.
le visiteur: Mais c'est bien une mouche quoi. (sa main se dirige vers la peinture)
le guardien: Pas toucher. Je l' ai dit. Je vous en prie, madame. Pas toucher.
le visiteur: Mais c'est pas moi quand-même. Regardez. Mais regardez bien. Vous la voyez? Une mouche.
le guardien: Madame, je vous en prie.
le visiteur: Monsieur.
le guardien: Comment vous expliquez...
le visiteur: Don't. I'm fine. Sorry.
le guardien: C'est en effet mon grandpère, madame, Jean-Jacques le Tricheur, grand méconnu. Dans l'art, vous le savez bien, c'est pas toujours les génies qui font la guerre et malgré tout les méconnus qui guère prennent la blessure. Bien, pour tout dire, c'est mon grandpère, Jean-Jacques le Tricheur, homme agréable, charmant, doué, qui se risquait l'aventure, et cette mouche en particulier...
le visiteur: (approche la peinture) C'est incroyable. Mais, vraiment, j'avais l'impression... Alors, il connaissait les classiques, ton grand-père.
le guardien: Ah, mais oui, un guardien de phare, madame.
le visiteur: Si vous le dites. Ici à Saumur?
le guardien: A Perros-Guirec, madame.
draaibeweging
Het château steekt ter linkerzijde hoog boven de daken van Saumur uit. In de diepte is het brede, bleke lint van de Loire. In het Moleskine notitieboekje noteer ik Les récits de la Loire, 15, Saumur. Om het tweede, syllabische project niet al te ingewikkeld te maken heb ik het opgedeeld in (a) Les syllabes en (b) Les récits.
In 1977 was ik op een koude en natte avond in Saumur beland, op 31 augustus 2013 nadat ik 's ochtends vroeg voor dag en dauw, in de buurt van Nantes, uit de auto klom en daarna afwisselend de rechter- of linkeroever van de Loire stroomopwaarts volgend van syllabe naar syllabe reed, Drain, waar het dunne geluid van een klokje te horen was, Le Pas waar ik op het terrein van een boerderij belandde, La Haie wat weinig meer dan een dorre woonwijk bood, La Cour waar een bejaarde dame die heel erg argwanig naar me omkeek met het gazon bezig was, Bray, wat niet in de routier vermeld stond, Le Vau waar onder een notelaar het geluid van een machine te horen was, Murs waar een renner over het wegdek stoof, Brain, vlak bij Saumur, waar ik zonder aan te bellen voor een grijze woning stond, Gée waar ik aan de rand van een traagstromend riviertje met waterlelies en libellen terechtkwam en zag hoe een boomtak zich vastreed in de zich wijd over de totale breedte van het stroompje vertakkende lelies, Blou waar het naambord naast het kerkhof staat, en na Blou Saumur en het château waar helemaal niets samenvalt met wat ik me van het stadje had kunnen herinneren. Het château is gerenoveerd. Op de helling naast het château is een wijngaard. Vlinders dartelen over het gazon. Op de andere oever, achter de grijze huizen onder het château, liggen woonboten. Het debiet van de Loire is zo laag dat je op enkele plekken stroomopwaarts makkelijk van oever naar oever zou kunnen stappen. Een koolwitje korrelt dansend over de helling.
(1) William Carlos Williams, Even dit; op. cit. p. 78: The Descent.
(2) Persee, Revue scientifiques. Les inondations catastrophiques de juillet 1977 en Gascogne. Etude géographique d'une situation. Problèmes de prévision et de prévention. Annales de Géographe, Année 1981, Volume 90, N°497, pp. 1-54.
(3) Georges Perec, Espèces d'espaces; Galilée 1974.
(4) Ik herinner me niet of hij op 11 september 1998 stierf, in de woonkamer van Nieuwe Gentweg 90, of op 12 september. Wel herinner ik me het moment in de tuin. Joris staat rechts van me. Net voor iemand de eerste en tegelijk ook laatste foto neemt waarop alleen hij en ik te zien zijn, heb ik het boek van Perec opengeslagen op bladzijde 110: De ruimte (vervolg en einde) Ik zou willen dat er plekken bestonden die blijvend waren, onbeweeglijk, onaantastbaar, onaangeraakt en haast niet aan te raken, onveranderlijk en geworteld; plekken die konden dienen als referentie, als vertrekpunt, als bron: / Het is eind augustus. Joris weet dat hij hoogstens nog een halve maand te leven heeft. De titel van het boek is een cruciaal element, niet van de bizarre executie wat het nemen van die foto werd, maar van het moment dat aan de foto voorafgaat. Het raadsel van de verdwenen reisnotities hadden we een hele tijd eerder afgerond. We deden beiden alsof we de foto volstrekt onbelangrijk vonden. Wie de foto nam, herinner ik me niet.
(5) Georges Perec, Ruimten rondom; De Arbeiderspers 1998. Vertaling: Rokus Hofstede. Bladzijde 111: Schrijven: pijnlijk nauwgezet iets proberen vast te houden, iets te laten voortbestaan: een paar scherpomlijnde brokstukken aan de groeiende leegte ontrukken, ergens een vore, een spoor, een afdruk of een paar tekens achterlaten.
(6) Georges Perec, L'infra-ordinaire, p.97-106; Seuil 1989.
(7) Wikipedia, version français: Le château a été immortalisé dans la manuscrit des Très Riches Heures du duc de Berry dans le folio du mois de septembre qui représente les vendages au pied du château. Le château devint prison sous Louis XIV et Napoléon, puis un dépôt de munitions.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten