maandag 13 oktober 2014

maandag 13 oktober

's Ochtends vroeg zou een enorme massa water over het stadje omlaag gekomen zijn, waar ik me niet van bewust was omdat ik sliep.
In een bakkerij koop ik vier croissants en vier krokante broodjes.
Met de auto rij ik van een gegeven punt A naar een gegeven punt B. De afstand tussen beide punten bij benadering is 8 kilometer. Hoe lang doe ik over deze afstand.
Op het woonerf aanbeland, waar ik steeds weer de auto met de voorsteven naar huisnummer 52 manoeuvreer, tussen de hagen en de takken van kortgeschoren aanplant door, het personeel van de als gebruikelijk late ochtend,
merk ik eerst Wolfje, de zwartwitgevlekte poes van mensen die achter op het woonerf wonen, om een onverklaarbare reden doet ze sinds maanden heel erg schichtig,
als kat zou ik overigens ook eerst twee keer nadenken voor ik me inlaat met iemand die in een niet te benoemen ding het areaal zo onveilig maakt dat je niet langer lui in de zon kan blijven liggen.
In de hall merk ik de fiets met het witte zadel: Jelle.
Jelle is bezig in de zaal achterin. Het duurt niet lang voor de lui van een in kunsttransport gespecialiseerde firma het meest recente werk van Carole Vanderlinden droppen. Dirk Zoete springt binnen.
Ik zet een pot koffie. Jelle installeert zich aan een tafel met een restant van brainbox twee. We bekijken het werk van Dirk Braeckman. Peter en Xia penetreren het areaal. In de fijnste allerfijnste traditie van het brainboxspectrum wil Morrens me uiteraard opnieuw met verf bekladden, waar ik niet mee instem, wat overigens niet eens betekent dat het niet kan. Schichtig als Wolfje wil ik met rust gelaten worden en alleen die dingen doen die ik om een of andere niet nader te verklaren reden verrukkelijk vind, in de genotzuchtige en blinde veronderstelling dat niemand anders er wat aan hebben kan, omdat het genot dat ik ben of had kunnen zijn geen andere reden biedt.
Later springt Guy binnen met vinyl van The 49 Americans, Irakere en Zbigniew Seifert.
Met Griet, die voor Dirk Braeckman werkt, komt het tot de conclusie dat we morgen bekijken wat het wordt.
Er is een stagiaire, misschien. 's Avonds laat, iedereen is ervandoor, stap ik door de zaal met de werken die zonder ander houvast tegen de muur leunen. Mil leunt, Bram ligt, Johan zit in een doos, in drie dozen, de eerste doos bleek veel te smal voor de romp, de tweede te smal voor het achterwerk, de derde veel te smal voor het gebit, zelfs één enkel neushaar had er niet in gekund.



Geen opmerkingen: