vrijdag 14 december 2018

les opgelopen tijdens middagdutje

                       2
Ze hadden nog een exemplaar. Het eerste was ik kwijtgeraakt. Van de paar duizend boeken die ik had toen Dovlatov op een avond; nu ja, net geen tweeduizend – Dovlatov die er na het tweede of derde hoofdstuk de brui aan gegeven had; er zonder instemming met een ander vandoor was; seismografische activiteit gereduceerd tot niet met het blote oog; zei ik tweeduizend? een niet langer met het blote hart waar te nemen natrillen.
In de eerste cirkel was gestofzuigd, zo grondig dat met de neten en de fobieën ook het schorre gelach verwijderd was. Net als alle andere cirkels, die zich onder de eerste bevonden, een betonnen constructie, negen verdiepingen diep, een netwerk van smalle gangen in een zuurgroene coating en smalle, rechthoekige ruimtes met één zijde die op een geasfalteerd plein met schriele boompjes uitzag. Zei ik tweeduizend? Maak er vijftienhonderd van.
Van die bedenkelijke hoeveelheid had ik er al bij al misschien vier- of vijfhonderd gelezen, meer niet, misschien niet eens driehonderd. Statistisch bekeken had ik meer van Paustovskij gelezen dan van alle andere Russen samen. In tegenstelling tot gladdere soortgenoten was ik aangewezen op het plaatselijke marktaanbod; de online superette bevond zich op een andere verdieping, waar het beton dwars door de aardbol heenstak, en Dovlatov, Bakin en Pelevin zouden zich pas voordoen als het uitgeverijtje van een of andere misantropofiele gek zich over het nog gladde uitwerpsel boog.

To do everything: man in a filty appartment surrounded by unpaid bills, unanswered letters, jumps up and starts washing dishes and writing letters. To do nothing: he slumps in a chair, jumps up, slumps in chair, jumps up. Finally slumps in the chair, drooling in idiot helpnesless, while he looks at the disorder piled around him.⁵

Het marktaanbod: boeken-van-de-week, hardware, kook- en reisboeken, software.

In m'n stamkroeg, die avond, aan de biljarttafel, waar meestal wel een of twee mukkers rondhingen die voor een partijtje te vinden waren, had ik altijd een boek bij; als er geen tegenpartij was, nam ik aan een tafeltje in een van de hoeken plaats en zat ik een uurtje in Pelevin of Dovlatov te lezen. Die avond gaf Dovlatov. Ik had net het tweede of derde compromis voor me, Mijn vaste metgezellen zijn mijn fototoestel, stond er, bijvoorbeeld, bladzijde 12, en een poëziebundel van Alexander Blok,⁶ toen toch iemand binnensloeg die aan de keu wilde en na dat partijtje, waarop bijna altijd nog een partijtje volgde en dan nog eentje, toen ik om een of andere reden het hoekje opzocht waar ik Dovlatov had laten liggen, was hij ervandoor.
In de Fnac in de Veldstraat had je midden jaren negentig tot halverwege jaren nul 21ste eeuw een Ruslandkenner; het was alleen dankzij zijn erudiete gesnuffel dat ze in de brainware superette naast Dostojewski wel Dovlatov hadden gehad, twee exemplaren van dezelfde editie; toen ik na de diefstal als eerste ding die dag op zijn verdieping langsging, was het er nog, dat tweede exemplaar. Gisteren pas ontdekte ik dat het, anderhalf decennium na aankoop, nog zo goed als nieuw was. Niet aangeraakt, hoogstens om het op het derde tussen Dostojewski en Duras te plaatsen. [ ]

William S. Burroughs, "The Revised Boy Scout Manual", An electronic Revolution"; The Ohio State University Press, 2018; p. 61.
⁶ Op. cit. blz. 12: 'Hoe ben je hier beland?' – 'Reis je alleen?' – 'Waar ben je zoal geweest?' – 'Wat zijn je verdere plannen?' – Fluidity, mobility, illusoriness – these are precisely the qualities that make us civilized. Barbarians don't travel. They simply go to destinations or conduct raids. [Olga Tokarczuk, Flights; Fitzcarraldo Editions, 2018; p. 58

Geen opmerkingen: