zondag 6 januari 2019

pas geverfd

                       6
Freedom to of freedom from, had ik bij Atwood gelezen. En onlangs in de auto W, die geen rijbewijs heeft maar wel al eens aan het stuur van een auto zat – waar is iets waar een cronopio zonder het tweevoud geen plaatsnaam voor gehad had kunnen hebben, bergwand, dagbladschijnsel, stigma, doorgeefluik, inkijk, -uit, aanwijzend, en na hierover nagedacht te hebben, van of naar een plek die er ook maar eentje is uit een lijst met vijfduizend plaatsnamen, het leesteken tof en het gegeven dat ik, zei ze, over net die Nederlandse versies van Dostojewski en Jerofejev gezegd zou hebben dat alleen al het gebruik van het platte uitroepsel nou – wat in het Russisch trouwens min of meer hetzelfde betekent – aangaf dat het voor Amsterdam en Leeuwarden bedoelde vertalingen betrof, wat als toolgebruuk voor iemand uit de zuidelijke Nederlanden niet gekker is dan wa voor het cliënteel uit Bovendijks. Oend je muule, oeyt nie wit. Zoiets. De vrijheid om te weten, wat je niet weet, wat je wel weet, et cetera, of de vrijheid om te weten wat je moet weten, en daarmee uit.
De vrijheid om te weten wat je moet weten, het Arbeit macht frei, is het Nazisme van de vrije markteconomie. Hitler is een voetnoot.

Geen opmerkingen: