16u
'We zijn naar Claerbout geweest,' zegt Nel, Nel met de witte wollen muts. Dagje Parijs, klassicaal en met de Thalys. Anouk ging mee, verduidelijkt Giro, Anouk en Hendrik, dus Hendrik ook en Simon ook.
We zitten in het Gouden Hoofd aan twee tafels waar we één tafel van gemaakt hebben. Eerst Frank, rond een uur of drie, die er van uit leek te gaan dat iemand de dataprojector in de Smithsonruimte vergat uit te zetten terwijl het Sjoerd was die het ding een ogenblik eerder geactiveerd had. Zelfde scenario in crox3. Tegen tweeën was ik in de Kasteellaan bij Frederik Heyman langsgeweest. Heyman woont in Ronsele aan het Schipdonkkanaal. Het gesprek kwam op de sluis. Waar die sluis is. Dat dat in Zomergem is, zei Heyman. Van Heyman interessant werk en de bedenking dat het toch al een tijd geleden gemaakt werd en dat fragmenten ervan in Pontormo getoond werden, dus niet echt evident om dat nog eens in crox over te doen. Die laat Negentiendeeuwse huizenrij in de Kasteellaan (de oneven huisnummers van circa huisnummer 81 tot huisnummer 99) zou door een bouwpromotor opgekocht zijn. Oei oei oei, fluiten we. Bouwpromotoren behoren tot de meest meedogenloze lui op aard: geld, geld, geld. Het concept architecturale of stedebouwkundige meerwaarde kennen ze niet. Of hun bouwwoede een ravage aanricht of niet, maakt ze geen zak uit. In Oostende, die historie is bekend, hebben ze op een krankzinnige manier (en zonder dat de overheid ook maar voor een centimeter tussenbeide kwam) honderden Art Nouveau gevels tegen de grond gekeild. Een van die Schoffemansen heb ik ooit eens aan het werk gezien, sans gêne in een donkerblauwe BMW het eenrichtingsverkeer negerend en met een air alsof hij het in Oostende voor het zeggen had. Je proberen voor te stellen, in een donkere kamer, snikkend want jong en onervaren, dat ze in 1997 het Art Nouveau pand waar Ensor de intrede van Christus in Brussel schilderde tegen de vlakte jagen. Dat niemand ingreep. Dat de overheid liet begaan. Dat het in Oostende in Keulen donderde. Dat stoeten Oostendenaars het huis een laatste groet kwamen brengen. Dat niemand ingreep.
Sarah verrast dat we haar naam juist hadden. De citroengele trui van Nel. Dat het niet Clarysse maar Clarisse is. Anna en Jesper, verneem ik, volgen Grafiek. Anna toegespitst op ets, Jesper meer een duizendpoot, waagt zich aan wassen beelden bijvoorbeeld. 'Mag ik een capuccino?' vraagt Sjoerd.
Als plat du jour vandaag Coq au Vin (Haantje in de wijn) en Herfstsalade. Kelly en Stefaan zijn van Multimediale Vormgeving, Nel en Giro van Nieuwe Media. Nel met de witte wollen muts. Sjoerd preciseert: 'Komt ook uit de combi.' De combi's waren een problematische soort, herinner ik me. 3D werd opgedoekt, de blijde intrede van Ensor in Brussel nog eens overgedaan en het scenario stonk naar rotte vis.
'We werken in onderaanneming voor het containerpark van Oostakker,' zei ik. Grapje. Interessante locatie trouwens.
Jesper en Anna volgen Grafiek, Saitha Beeldhouwkunst, de afdeling van Pieter, zij zit in het derde. Clara is van Textiel.
'Bij Els,' verduidelijkt Sjoerd. 'Els van Dirk. We lezen nu Bruno Schulz. Schulz misschien met twee z'tten, dat weet ik niet zeker.' Het is een roman, De Kaneelwinkel, mooie titel.
Nel, Sarah, Giro en Stefaan roken een zelfgedraaide. Het is het mooie met de zelfgedraaide, niet één sigaret ziet er hetzelfde uit. Met Sjoerd komt het gesprek op The Singing Painters.
'Weet je wat ik zag vandaag,' zegt Nel, Nel met de citroengele wollen trui en de witte wollen muts, 'ik zag vandaag stond die deur open megagroot. En daar staat die rommel van film.' Nel Aerts heet ze, witte wollen muts.
In Mixed hebben we meer leraars dan leerlingen, grapt ze. 'Joëlle Tuerlinckx interesseert me,' zeg ik. Zou bij Stella Lohaus zitten.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten