zondag 14 oktober 2007

zondag 14 oktober

nacht

De stroom is geluwd. Hoeveel bezoekers we hadden is moeilijk in te schatten, paar honderd wellicht. De drankvoorraad gedecimeerd. Pieter en Carole sprongen bij. Bart Maris had voor opnamemateriaal gezorgd. Tijdens het tweede deel van de set hide & seek met de reverb. Bakken volk, een vrolijke drukte. Het prentenkabinet van Julian Moran een van de vele highlights. Tatjana van OneTwenty enthusiast. Een werveling van stemmen en geroezemoes. Jan had het over Richard Prince. Zou wereldberoemd zijn. Niet beroemd genoeg, zei iemand, ik ken hem niet. Dirk is op Malta geweest en in Tunesië. Nancy Delille op krukken. 'k Weet het, 't is geen zicht, lacht ze. Ze introduceert een nieuw en uitsluitend op fotografie gefocust initiatief: Punctum. Na middernacht een nieuwe lading bezoekers. Caroline over PJ en een concert in Lyon, PJ op onwaarschijnlijk hoge naaldhakken, zo hoog dat ze wankelend de scene opkwam, een fles champagne in de hand, geschminkt als een babydoll en dan die gitaar, een jazzmaster, indrukwekkend. Een half dozijn nachtraven blijft tot halfvier aan de bar hangen. Tot de laatste fles rode wijn geledigd is. Geen slok te vroeg.

late ochtend

Een kop als een houten ballon, zo zwaar dat ik zonder de minste inspanning rollend door de kamer stap - hoewel je het impact daarvan op voorhand zelden juist zou weten in te schatten, integendeel, spitsvondige en bijwijlen op de komma na geniale gedachten razen als een tgv door de hersenpan. Totaal versuft staar ik naar de schittering aan het intellectuele uitspansel. Ah, hah-hah-hah, jongen, jongen. De tekst die ik voor me heb leest als spijkerschrift, braille. Verdoofd door vuistdikke bladzijden cerebraal geweld staar ik in een lege trommel. Kijk eens aan, kijk, hohoh, kijk, kijk, een lege trommel, een lege bladzijde en de getallen tikken. Een ballon tikt tegen het plafond, het plafond van, van een mijmering wellicht, ik zak in de drek van, van een mijmering wellicht, en aanschouw fenomenale gedachten, fenomenale gedachten, Barthes, Nietzsche, Houellebecq, gedachten die als een schicht voorlangs tuimelen en wegschieten in een duistere diepte van onbereikbare en triomfantelijke verten. Verduiveld nog aan toe. Ik open het oog ter linkerzijde en staar naar het beduimelde retourtje.

middag

Rommel opruimen. De bierflesjes, het gezeik, een blikje cola, de peuken. Een doordringende stank van rook en verschaald bier hangt in de mediaruimte. Buiten is het een aangename herfstdag. De schaduw van de platanen in de Machariusstraat vertoont al wat gaten, groot en rond als struisvogeleieren. Donkergele bladeren dansen over het asfalt. Smithson heeft op de rommelmarkt aan Sint-Jacobs twee stukken meubilair op de kop getikt, een kinderbedje en een kinderstoel. Heeft er 30 euro voor betaald, zegt hij. De kinderstoel is een curiosum. Het ding is een meter hoog en bestaat uit een bovenste en een onderste helft, de bovenste is bedoeld voor de op tafelhoogte paradijselijke zithouding van het kind, de onderste helft transformeert het meubel in een zitplaats op wieltjes met een vlak voor speel- en kleurboeken. David situeert het ding begin jaren vijftig. Het gesprek komt op Zagreb en Dubrovnik. Over Dubrovnik dat het stadje sinds een jaar of vier in een toeristisch resort veranderd is. Een kaalslag. Het Dubrovnik van voor de Balkanoorlog is opgelost in een zure vlek van winstbejag.
Anoniem begin 21ste eeuw, de teller van het bezoekersaantal tikt vlotjes tientallen. David Smithson stapt op en neemt het kinderstoeltje toch maar mee. Badebukse treedt aan, Berten hapt toe, Nancy springt heel even binnen. Gisteravond is David met hen uit eten geweest in de Sleepstraat. De beschrijving van wat hij op tafel kreeg gaf aan dat hij voor het stoofpotje ging. Frans Gentils heeft een nieuwe bril en een oogje op de Zinnia, een afgedankt oorlogsschip. Manon en haar springtouw en Astrid die heel erg enthusiast is over het werk van Paul McCarthy. Het zelfportret in een kamertje met veldbed, de poppen, het priapische bosje, decadent, decadent, en al die muren die uitgesmeten zijn en het schip is geflipt, zegt ze. Dan Christophe en een stel Franse vrienden.
Gaspard loopt een werk van Pieter omver. Stipt tegen sluitingstijd aan komen nog meer bezoekers binnenvallen.

Geen opmerkingen: