Geen wijzigingen van betekenis. (van DE betekenis; of - na halve fles wodka op spontane wijze vlotter: bestaansrecht van het betekenisloze als nijverheid; HET bestaansrecht van een betekenisloosheid)
In de grote zaal is helder daglicht en het woonerf baadt in witheet zonlicht. (plaatsaanduiding, lid- en werkwoord: de zekerheden) (het zijn schone dagen) In de grote zaal meet ik de ruimte tussen beide steunberen op. Zeshonderdentweeënnegentig centimeter. Sarah zei Sarah zei dat ze mdf van 305 hebben. Ik bel Sarah. Zo'n lap mdf is 122cm breed, zegt ze, 122cm breed, we zullen er zes nodig hebben, zes, en ook clf-balkjes van 4 op 6 centimeter. Sarah stelt voor om morgen bij Hanssens langs te gaan, morgen dus, bij Hanssens, zij en Leen zullen dat doen, eerst gaan ze bij Luxauto langs, dat doen ze eerst, daarna kunnen ze eerst het werk van Leen ophalen of eerst bij Hanssens die mdf en die balkjes oppikken, dus inderdaad, kan net zo goed.
Berten springt binnen, hij komt een kijkje nemen, inspecteert de ruimte en maakt een vloerplan van de grote zaal. Op het dak zijn stemmen en een hond blaft. Ook Oana zou vandaag naar Gent komen. Blaadjes ritselen, vogels fluiten, het is prachtig zomerweer. Met dat prachtige weer geen wijzigingen van betekenis. Op de achtergrond zijn er de geruchten en de misère van wat om die of andere reden in het honderd liep.
Er is geen toiletpapier, ontdekken we. (een alternatieve oplossing: het papieren zakdoekje)
Twee anekdotes. Die van een Tsjechische dichter die in 1944 in de beruchte Siberische dodenmars om het leven kwam en in een massagraf gedumpt werd. Toen ze maanden later het graf weer opengooiden, ontdekten ze in de binnenzak van zijn uniformjas een notitieboekje en in dat notitieboekje een handvol gedichten die hij tijdens de maandenlange dodenmars geschreven had. De tweede anekdote levert een bizarre variant op hetzelfde thema. De jonge echtgenote van Gabrieli Rossetti sterft vroegtijdig. Rossetti is daar zo het hart van in dat hij het manuscript van zijn gedichten in de kist deponeert en zijn hele poëtische oeuvre samen met zijn echtgenote begraaft. Tien jaar later wroeging hierover. Hij laat de kist opgraven, haalt het notitieboekje vantussen de vingers van de dode (het haar van de dame zou naar verluidt tot aan haar voeten gereikt hebben) en publiceert de gedichten.
Bestonden de gedichten pas nadat zij gepubliceerd werden - zoals hier en daar iemand wel eens over niet tentoongesteld werk beweert (een werk zou pas bestaan als het getoond wordt), of bestond het oeuvre van bijvoorbeeld Rossetti al voor het gepubliceerd werd? Een werk, zoveel is duidelijk, kan niet getoond worden als het niet eerst gemaakt, een gedicht niet gepubliceerd als het niet eerst geschreven werd. Als hij ze niet geschreven had, hadden ze in de uniformjas van de dode dichter een leeg notitieboekje aangetroffen, of misschien zelfs geen notitieboekje. Ook al waren ze niet gepubliceerd, ze bestonden, die gedichten. Een kunstwerk heeft meer bestaansrecht dan het efemere en bovendien doorgaans ook nogal tijdelijke verschijnsel van de tentoonstelling ervan. (wat mij betreft is dit discussiepunt afgerond, laten we hier niet dieper op ingaan)
Oana. We nemen de tekeningen door en komen uit op een selectie van een honderdtal. Romolus en twee andere leden van De Zondagdenkers, Tiemen en Floris, komen de locatie achterin de witte ruimte opmeten. Hier komt een filmzaal. Het voorstel, waar ze zelf mee afkwamen, is dat zij de filmzaal ontwerpen en ook uitvoeren. Ze hebben juli en augustus om het ontwerp te realiseren. Net zo belangrijk is het feit dat we in die filmzaal als eerste event een kortfilmfestival zullen hebben, dat zou reeds in 2009 kunnen of vroeger want oktober 2008 is een interssante optie.
maandag 12 mei 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten