maandag 5 mei 2008

maandag 5 mei

13u20. De bezigheden die ze onderbrak. Over het voetpad glijden grijze, door zonlicht aangetaste schaduwen en uit het hoekpand, waar Afrikanen wonen, klinkt vrolijke muziek.
Maaike van het derde bachelor Tekenkunst is de enige die op afspraak is. Er is ook een dame van Kind en Kanker Animatie met steunkaarten. Johan Gelper en Steven Baelen hebben gisteren al afgebroken, Eva telefoneerde en zei dat ze rond een of vijf in crox kon zijn. Ze zou de trein nemen, zei ze.
Gisteren en eergisteren en ook op vrijdag verbaasden we ons over het lege wit van de witte ruimte achterin. Noe en Brian waren er in zeven haasten vandoor, hadden alles opgeruimd op wat bric à brac in de stockruimte na, een karton met koekjes, een broodzak en een voorraad amaretti in verlokkelijke verpakking. Van het vele materiaal waren alleen de dataprojectoren in de bijhorende koffer opgeborgen. Met de DVD's het probleem dat de kartonnen dozen zoek zouden zijn. De bekabeling werd opgerold en hangt aan het stapelrek, reeds bij de eerste oogopslag merk je dat de precisie waarmee dit gebeurde op iets te letterlijke manier de spreekwoordelijk dikke druppel op een hete plaat is. Het is zelden anders. De stockruimte moet de hele tijd door uitgemest worden, er is geen eind aan en geen begin. De marionetten van karton bevinden zich achterin, ze leunen tegen een muurtje en hebben een exemplaar van crox-boek NR. 9 als papieren hoedje. Aan de binnenzijde van de schuifdeur hangt een handgeschreven notitie: PLEASE, KEEP THIS WORK ROOM AS CLEAN AS POSSIBLE. THANKS
In de grote zaal veeg ik de zwarte klemmetjes bijeen. Er zijn twee enveloppen met het logo van Ethias.

15u. Tilde is eerstejaars. Ze is er pas en gaat er alweer vandoor, vraagt de weg naar het nabijgelegen Dampoortstation.
De grote houtskooltekeningen van Maaike kwamen niet in de witte maar in de grote zaal terecht. Carlo coördineert de bezigheden.
Liesje is tweedejaars. Hoe heet je, vraag ik. Liesje, zegt ze. Tere, geraffineerde tekeningen heeft ze, ze liggen uitgestald op de betonnen vloer, tekeningen gemaakt met potlood, houtskool, inkt. Ze stellen schermmaskers voor. Op enkele tekeningen is er ook een cocon van ragfijn en heel erg precies getekend kippengaas.
Nils is eerstejaars en levert onder andere potloodtekeningen van opeengestapelde dozen. Een andere tekening, landscape format, toont de eindeloze weerspiegeling - in twee pal tegenover elkaar opgestelde spiegels - van een stilleven. Een bord en een kopje van hotelporselein.
Aäron is in de kubusruimte bezig. Aäron ken ik van die zomercursus aan de Rodelijvekens, in 1999 was dat. Dries is tweedejaars en tekent machines.
'De dozen hangen te hoog,' merkt Carlo op. Die opmerking is voor Nils bedoeld, z'n dozen hangen te hoog. In de kubus heeft Aäron al een deel van het behangpapier verwijderd. Later komt hij tot de vaststelling dat het stuk dat de doorgang bedekt een stuk moeilijker te verwijderen is.
Ik haal het schijfje met de foto's van Evelien uit de dvd-speler en berg de spullen in de stockruimte op. De tubes ecola (groen, rood, zwart) kwamen naast een maquette van Paul Gees terecht. Van een andere maquette is de houten standaard verdwenen. Er is de houtboor zonder koffer, onderin het stapelrek, en een koffer zonder de handboor die er thuishoort. Het is een rommeltje.
Lotte brengt haar tekeningen naar de witte zaal achterin. Het zijn portretten, grote en kleine portretten. Voor de portretten heeft ze zich gebaseerd op wat ze in het familie-album aantrof. De grote portretten zijn uitvergrote replicas van de foto van een oma, het kapsel toont jaren zestig, en de overgrootmoeder van moederskant. De kleinere tekeningen, a2-formaat, leveren het minder recente en betere werk. 'Een nicht van mijn grootvader van moederskant,' zegt ze. En de broer van een grootmoeder, Henri, hij is overleden, de foto toont hem als gladgeschoren plattelandscasanova met een met gel platgestreken haardos. Het zijn interessante portretten.
De naam van de grootmoeder is Alice en haar moeder heette Zoë. Er is een overgrootvader met een interessante kop en iemand die de nicht van een van beide grootvaders was. (denk ik, zegt ze) En wat je met dat materiaal zou kunnen doen. En wat je deed, wat er niet toe deed, en wat je niet deed, wat er evenmin toe deed. En wat je wist, wat je vergeten was. En wat je je nog net herinneren kon omdat je het niet vergeten was tot je besefte, opeens, dat je het toch vergeten was. Dat er in de opeenstapeling alleen herinnering zou zijn en dingen die je je niet herinneren kon. Dat je om die reden zou proberen om zonder herinnering te leven.

De stockruimte is een storend element.

'Het is niet simpel,' geeft Liesje toe.
Op het woonerf zwerven insekten. Ze lichten op in het zonlicht. Kinderstemmen overrompelen het woonerf. Aan een van de regenpijpen bleef een reep blauwe tape hangen.

Geen opmerkingen: