'Goh, zo'n weer jong,' sakkert Michaël. In de Dendermondse steenweg is een braderie, we hadden om te rijden.
Merlyn en ik zitten achterin met een van de stukken van het drumstel tussen ons in, het ding kon niet in de kofferbak. Kutweer. Toen we de autosnelweg opreden begon het te gieten. Een duizelingwekkend panorama van regenwolken.
'Hebben we drie uur te rijden,' verzucht de chauffeur, 'om een slecht concert te geven. Wat voor kunstwerk gaat hier aan verloren.'
Aan een standje met Turkse specialiteiten had Joke spinaziepannekoeken gekocht. Bud Powell in de cd-sleuf.
'Is wel schoon, al die regen in de lucht.' Als een grijs en doorzichtig net hangt de regen boven de weilanden. De bomen helemaal achterin het landschap zijn niet meer dan een wazige contour. Ergens ter hoogte van Lokeren is er een file. Wij moeten naar Hasselt. Concertje in het kader van POPEYE, een project in de Hasseltse gevangenis.
Merlyn heeft nog wat cd's bij, onder andere Science Fiction uit 1971 van Ornette Coleman. Met Ed Blackwell en Don Cherry. Ook toen al met twee drums. En Michaël dat hij terug van Stockholm met de dochter van Cherry in de vlieger zat, Neneh Cherry. 'Een dikkerdje,' grapt hij. 'He, mag het wat meer zijn,' neuzelt Merlyn. Enfin, steengoede muziek. De file wordt geleidelijk aan dunner, we stevenen op Antwerpen af, passeren de tourbus van een heavy metal groep. De nattigheid hangt in een opeenstapeling van grijswitte tot zwartgrijze wolken boven het landschap.
Dan de autosnelweg richting Luik. We lijken ons in de kern van de Atlantische depressie te bevinden. Een tijd eerder kon je in het Westen een eerste opklaring zien, zelfs hier en daar een strook blauwe hemel, maar eenmaal richting Herentals en Luik is daar niets meer van te merken. Michaël schuift Robert Johnson in de muzieksleuf. Joke dommelt, Merlyn roffelt op de trommel. Dat je in die gitaar van Johnson dus net zo goed een baslijn, een piano, het drumstel hebt. 'Zo kunnen ze tegenwoordig niet meer spelen,' meent Merlyn. In Lessafre, vertelt hij, liep hij Johan De Wilde tegen het lijf. Johan De Wilde had er voor drieduizend euro potloden gekocht.
-Drieduizend euro potloden?
Borremans klinkt verbaasd. In de berm torent bereklauw boven de grassen uit. 'Gerard Reve had eens tienduizend kroontjespennen gekocht.'
Hiermee komt het gesprek op Reve en Boon. Borremans wijdt uit over enige aspecten van het oeuvre van Reve. Dat de man wel voor een grapje te vinden was. Calvinistische pen. Op latere leeftijd ook tikje racistisch. Er volgen wat anekdotes. Merlyn stelt dat hij 'De voorstad groeit' van Boon een meesterlijk epos vindt. En hoe oud was Boon toen hij dat boek schreef? Hij vraagt het zich luidop af.
Na Robert Johnson komt een compilatie van Ottis Redding in de cd-speler terecht. We passeren Zolder. Kelder is het andere eind.
De Hasseltse gevangenis is een deprimerende locatie. Er hangt regen in de lucht. De Atlantische depressie is nog niet in z'n totale omvang boven de agglomeratie aanbeland maar hier weten ze intussen al dat de storing er aankomt. Het concertje verhuist van de binnenplaats naar een ruimte bovenin het gebouw. Het soundchecken neemt een uur of zo. Anne-Mie Van Kerckhoven is van de partij.
De set kan er mee door. Merlyn en Michaël zijn op dreef. We hebben geen setlist opgesteld - wat ons halverwege de performance in de problemen brengt. Hadden Sad Song kunnen doen maar dat ziet Merlyn niet zitten en Michaël herinnert zich geen zak van The cornfield in the back of the garden. We brengen een stevige versie van Each Day Pasolini died en Bad drivin', twee songs uit de beginperiode. Van de meer recente songs Texas Shopping, Theoretical Suicide, Ocean, Pearl, Bryn Jones. Een korte en stevige set. En we hadden afgesproken om het layback te doen. Ja, waarom niet eigenlijk, beginnen met een nummer als Five More Minutes en opbouwen naar een hondsbrutale versie van Texas Shopping. Maar we begonnen met Texas Shopping. En het hek was van de dam natuurlijk.
Na The Singing Painters nog twee concertjes, Vermin Twins met Tim Van Hamel en 4 Tits. We geven er de voorkeur aan om niet te blijven rondhangen en dineren in De Groene Hendricx. Michaël gaat voor een klassiek biefstuk met friet, Joke heeft geen idee, Merlyn is aan het twijfelen. Ik wil een béarnaise, zegt hij, in feite. En room ziet hij niet zitten. Joke gaat voor het Koniginnehapje en na tal van overwegingen kiest Merlyn voor een Stroganoff (paprikas, wodka). Ik ben tevreden met het lamsgebraad.
Op de ring van Hasselt bevindt zich niet één richtingswijzer. Raar stadje.
zondag 15 juni 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten