Tel Berten op bij Preben, verveelvoudig met Catherine tot de zoveelste macht (Catherine daar, Catherine hier, Catherine overal) en deel door Björn.
Björn is aan de beterhand. Hij en Carole zijn in de witte ruimte bezig. Het loopt tegen een uur of drie en buiten op straat is 't een dag als een ander. Je ziet geen mensen die je niet had willen zien, je betreedt geen ruimtes die je niet betreden wil, van de gesprekken weet je alleen dat ze plaatsvonden, van het effect van de dingen die zich binnen je panoramische blik voordoen dat het efemere verschijnselen bleven, hoezeer een haarlok of een brilmontuur je ook opvielen - een haarlok waarvan de precieze kleur na enige ogenblikken tot algemeenheden vervaagt, kingewas dat te beknopt is en te vulgair om er meer dan een halve oogopslag voor over te hebben. De herhaling ontkennen door vandaag geen aandacht te hebben voor het vlietende water, door die ene dame in het straatbeeld, kortgerokt en dik als een os, niet op haar vleeswaren te taxeren - het dikke achterste, de als monoliet uit arduin gehouwen dijen, het domme voorhoofd en de onbehouwen blik, wat vaak een en hetzelfde is, en de geopende mond die met klinknagels in het vlees vastgespijkerd is. De dictatuur van dat enorme lijf, een vadsigheid die ondanks zichzelf over het voetpad struikelt en waar niemand maar dan ook werkelijk niemand een greintje sympathie voor had kunnen hebben - trouwens, sympathie, sympathie is onbetrouwbaar.
Aan de overzijde van het water zijn de werkzaamheden zo goed als afgerond.
Björn is aan de beterhand. Een wondermiddeltje, zegt hij, dat citroensap. (verkoelende werking, etcetera)
In de witte ruimte hebben ze de opstelling herleid tot drie projecties. Gaaf. Uit een en ander valt af te leiden dat Carole weet waar ze mee bezig is.
Verwissel begin en eind. Het eindproduct en de kiem zijn een en hetzelfde. Je kunt niet aan iets beginnen zonder te weten wat het is.
donderdag 19 juni 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten