vrijdag 27 augustus 2010

vrijdag 27 augustus

1. 'Longtemps, je me suis couché de bonne heure. Parfois, à peine ma bougie éteinte, mes yeux se fermaient si vite que je n'avais pas le temps de me dire: "Je m'endors." Et, une demi-heure après, la pensée qu'il était temps de chercher le sommeil m'éveillait: je voulais poser le volume que je croyais avoir encore dans les mains et souffler ma lumière; je n'avais pas cessé en dormant de faire des réflexions sur ce que je venais de lire, mais ces réflexions avaient pris un tour un peu particulier; il me semblait que j'étais moi-même ce dont parlait l'ouvrage: une église, un quatuor, la rivalité de François I et de Charles Quint.' Zo begint A la recherche du temps perdu.
Over de tijd die we suffend en slapend doorbrengen, waar makkelijk een dagtaak van gemaakt kan worden, het is een industrie als een ander, 2.400 bladzijden of een eeuw, het lijkt op hetzelfde neer te komen, er is alleen gezegd wat we al wisten en van dat raadsel is alleen één stukje zoek geraakt. Maar dat vinden we wel. Er is geen reden tot paniek.
Zo begint het. Vierhonderd bladzijden of een eeuw, het maakt weinig uit.

2. 'Van deze historische datum in de geschiedenis (van croxhapox) wou ik jullie toch even op de hoogte brengen.' Zo begint het mailtje van Kapitein Coene. Het crox-beeldarchief op flickR overschreed de kaap van 10.000 afbeeldingen. De tienduizendste afbeelding is een foto van crox 328, het tweede instalraam van Ann Vandersleyen. Wie zelf een flickR-account aanmaakt, wat gratis is, lees ik, kan toetreden tot de familie of orde of groep van het flickR-croxarchief en op die manier nog meer beeldmateriaal doornemen. 'Ik denk niet,' liet Van Ryssen zich ontvallen, die zelf intussen 150 encyclopedie-items naar het Engels vertaalde en voor die encyclopedie een neologisme bedacht, de croxcyclopedie, 'dat er een soortgelijk archief bestaat in B.'

donderdag 26 augustus 2010

donderdag 26 augustus

Yannick me téléphone. We spreken af op het terras van De Drei Zinne. We wonen in dezelfde buurt, hij boven een lingeriewinkel, ik naast een architect die in de deuropening van z'n gerenoveerde woning naar een van de huizen aan de overzijde van de straat staat te kijken, met de ongemakkelijke houding van iemand die dat slechts heel af en toe doet een sigaret opsteekt en voorts weinig om handen lijkt te hebben.
Yannick vertelt me dat hij voor FLUX news werkt, een Waalse versie van De Witte Raaf. We zitten op het terras, waar nog wat mensen zitten. Het regent. In crox zijn Egon en Joachim met een verbouwing bezig. Rik was pas terug uit Perugia.

Blier Yannick dit: C'est un de mes cinéastes préférés. Buffet Froid, Les Valseuses.
dégoulasse Yannick dit: C'est au début du Patershol, au coin. Là le waterzooi est vraiment dégoulasse. Double zéro. A black list restaurant.
fesses Yannick dit: Les belles fesses, c'est tellement merveilleux, tellement important, c'est capitale.
inundation --> pluie
Léaud --> pluie. Comme dans un film de Truffaut.
Maris Yannick dit: J'ai vu Bart Maris avec un batteur blonde, jazz, jeune, joli garçon et talent liberté.
moment Au moment suprême. Elles aiment ça, dit Yannick, qu'on lui raconte des histoires au moment suprême.
Niblock --> Palestine
nounouches Yannick dit: Mais non. Des Nounours. Et moi, je disais: Avec des nounourses. Mais non, Yannick dit, pas de nounourses. C'est sans es. Merde. Et j'ai pas dit merde. Ah, mais vraiment, ça, c'est romantisé.
organique L'organique: het organische gesprek. /hoe zou je dat kunnen vertalen zonder dat het aan betekenis inboet/
Palestine Voor FLUX news heeft hij Niblock geïnterviewd, die het over Duke Ellington had, en Charlemagne Palestine, die in Brussel woont, musicien, artiste, il joue le piano mais à deux doigts, c'est formidable, à deux doigts, vraiment. Et il fait des installations avec des nounouches.
pluie La pluie. Une pluie d'été. Pluie érotique, merveille. Yannick dit: On m'a traité un parapluie, un parapluie noir, et il est très sexy. Het handvat, bedoelt hij. Et moi, je disais: (comme dans un film de Truffaut) Ah, non, pas pour moi. C'est tropical, dit Yannick. Ca. La pluie comme ça, j'adore ça. C'est tropical. Une chute d'eau. Mais vraiment une chute d'eau. Spectacle magnifique, génial.
vache Yannick ajoute: Il pleut comme des vaches qui pissent.
waterzooi --> dégoulasse

Een hevige regenbui dondert loodrecht over het terras. Het ratelt over het wegdek, striemt het bladerdak van de bomen op het plein, giert tussen de stoelpoten. Het terras loopt onder.

woensdag 25 augustus 2010

woensdag 25 augustus





Ann op fiets en Saskia Noor op eieren. Ze draagt het blauwe pak, strooit wit poeder over de werkvloer. Het blauwe werkpak introduceert Linus die het aan had toen hij in 2005 of 2006 de muren, toen nog baksteenrood, van een zorgvuldig aangebrachte laag witte verf voorzag, later het al of niet fictieve alter ego van de firma De Wilde, Morrens & Denys tijdens de derde fase van de eerste brainboxeditie, oktober 2006. Nicolas Durand zou het aangehad kunnen hebben. Het witte poeder is brandbluspoeder. Het voelt bijzonder zacht aan alsof het zonder gewicht is bijna en wordt door Saskia Noor over het horizontale rechterbovenstuk van een in een T-constructie uitgestalde plat op de vloer aangebrachte verzameling elementen gegoten, een elementaire handeling die ze vaker uitvoerde. Het ankerpunt van de presentatie is een rechthoekig putje.

Maarten maakt foto's.

een in de grote zaal op de vloer aangebrachte verzameling elementen (a)
de diaprojector
een zwarte eivorm /ovaloïde/ het eerste breekpunt van de lichtbundel
twee rechtopstaande stukken metaal met een hoogte van plusminus 2 decimeter, tweede breekpunt van de lichtbundel
twee balkjes met inkepingen en het stoeltje van Grégory, derde breekpunt van de lichtbundel

Saskia Noor stapt met grote voorzichtigheid over (b), een aantal tot a4-formaat gereduceerde elementen die samen de horizontale streep van de T vormen.

de tot a4 gereduceerde lichtbundel van een diaprojector
een stapel a4tjes
een glasplaat
een witte eivorm en twee horizontale steuntjes
een deken
glasplaten ter grootte van een a4 en a4tjes
kleine, vierkante stukjes hout
een stuk mdf ter grootte van een a4
het deksel van een afvoerputje
(b) Een tweede reeks elementen, diametraal op de eerste. Ook hier
een diaprojector
papier, balkjes
vilt
een stuk mdf ter grootte van een a4
de projectie van wat een bergmassief lijkt scherp
op de zijkant van een stapel a4tjes
de stapel is een decimeter hoog ongeveer
minder scherp op het eerstvolgende obstakel

'Het lijkt wel of ik een performance aan het doen ben,' merkt Saskia Noor op.

Het gesprek komt op Georges Perec en The Poetic of Spaces van Gaston Bachelard. In de kubusruimte is nog een presentatie.
Op de laptop van Maarten kijken we naar een fragment van Gerry, een film van Gus Van Sant met Mat Damon.

drie uur later
Boris heeft een nieuw boek, De Grote Invasie van Rokford, wat hij aan Ginger en Spencer laat zien.
De andere gasten zijn Thomas, Annemie, Laura en 8 kilo mosselen. Het recept wordt aangebracht door Annemie en Thomas:

stoven van venkel, verse laurier en veel curry
aandikken met meel en mosselvocht
geen ui
de mosselen gaan in een aparte pot en worden op smaak gebracht met zwarte peper
later, net voor ze opgediend worden, komen ze in de pot met venkel en curry

Een heerlijk recept. We drinken Banyuls en een witte Corbières. Het gesprek komt op Le Mépris van Godard en Samsara van Guerlain, het parfum van Brigitte Bardot. Medveded had het over Deep Purple, vernemen we. Tijdens een publieke bijeenkomst zou hij opgemerkt hebben dat Deep Purple beter is dan The Beatles waarop Bono, die ook van de partij was, zei dat zelfs Deep Purple The Beatles beter vindt dan Deep Purple.

Er is ooit een vrouwelijke paus geweest, pausin Johanna, 9de of 11de eeuw, legendarisch, in sommige geschriften wordt ze ook wel Agnes genoemd. Toen ze tijdens een processie beviel, niemand leek af te weten van haar biologische identiteit, werden boreling en pausin gewurgd en ter plekke begraven. Zo ontstond het kerkelijk gebruik van het wegen van de teelballen: Ova Habet Noster Papa. Onze paus heeft ballen.

dinsdag 24 augustus 2010

recent keyword

reeks
Albanië snelwegen, boterbonen (vertaling Engels), bouwval Vielsalm, bureaublad achtergronden Indonesië, Claessens schilderdoek, croxbox, Daniël Dewaele, Franco Belge vrijdagmarkt, Gombrowicz Ferdydurke, huisnummers volksstraat, Ian Nagoski, importeur Sevilen wijn, Indische sex, Jan Florizoone + Joëlle Tuerlinckx, lam met muntsaus, letters cijfers mecanorma, Martens pils, Mia Claerbout, naakthotels, neukende honden, plexiglas sokkels, Pussemange, roterende dweilen, tafelen in de kroeg (zegswijze), villa blanche de wissant future, vinaigrette maken, Vrouwenpolder bouwtekening strandhuisje, warmoessoep, Wiener Circus Hansbeke.

dinsdag 24 augustus

foto: Saskia Noor van Imhoff /werkfase/

Dan nog een. Een kop koffie, een stukje Snijders. Eerst drie uur, dan kwart over vier, later zeven en tenslotte de afspraak dat het acht uur wordt. Factor nul: nu. Glas- en houtafval in de laadruimte dumpen. Jelle zei dat ze de muur dichtgemaakt hadden en dat ze daar een reden voor hadden gehad. Kapitein Coene brengt de Thomsenruimte op orde. Later zou Antoine met een beitel vruchteloos naar sporen van de naad gezocht hebben. Maarten is in de grote zaal bezig. Rik zou in Italië rondhangen. Saskia Noor en Egon springen binnen. Saskia Noor had uitgelegd wat ze met het afvoerputje van plan is. Stofpluimen, zagemeel. (bijeenvegen van) The Eminent Jay Jay Johnson, blue note 5057, met Mingus on bass. Van Adam Geczy de zwarte sokkel op wielen, van Nel een grote hoeveelheid planken, van Sjoerd drie kaartjes. Van der Aa, dat is er een die hij niet gauw vergeten zal. Veel alternatieven had ze niet. Vier centimeter, vijf centimeter, acht centimeter. Vijzen sorteren. Waar je De Morgen al niet voor gebruiken kan. Zeshonderd meter diep vallen en als page three girl eindigen.

maandag 23 augustus 2010

RE:













maandag 23 augustus

namiddag
In de achterste en grootste van beide stockruimtes heeft Jelle een stapelrek gebouwd. Prima.
Kapitein Coene is in gesprek met Michèle. Ik had Kapitein getelefoneerd, op de uren die een mens in horizontale houding placht door te brengen na eigenlijk zo goed als meteen nadat ik uit Frankrijk terug was, en was te weten gekomen dat ook zij in de Pyreneeën hadden rondgehangen, hij en de Steur, niet in le Vallespir maar in de belandende vallei, een vallei waarover Siel had gezegd dat het een bijzonder aangename omgeving is. Nogal wat van de boeren die met hun producten naar de markten van Collioure en Céret afzakken, wonen in die vallei.
Michèle is een van de dertien kunstenaars die deelnemen aan het RE: project.
Frips heeft het keukentje aangepakt, het barmeubel kreeg een laagje verf. Kapitein Coene nam wat tijd om een digitaal grondplan van de croxruimte te ontwerpen en Boris en Lieven, van de firma Van Den Eynde, Cremers en Van Speybrouck, alias De Onderneming, hielden zich bezig met het ontwerp van de affiche van het RE: project. Ook dat ziet er prima uit.
Maarten van RE: is in de witte zaal bezig. Hij digitaliseert affiches. Elk exemplaar is uniek. Van Boris verneem ik dat hij en Jesse een project in Voorkamer hebben. Hij heeft een fiets gekocht.
Van Ryssen springt binnen. Het gesprek komt op de Club van Rome. Wat zij toen als eersten deden, verneem ik, het op een populaire manier uitwerken van een wereldmodel, is intussen vele keren verfijnd dankzij computermodellen die een volledige out- en input geven. Eind jaren zestig begin jaren zeventig deden ze het zonder hightech computermodellen. Met zonne-energie werd toen geen rekening gehouden. Ze hadden onvoldoende computing power om dat te berekenen. En ze durven zich ook wel eens vergissen. Vorig jaar bijvoorbeeld. Het klimaatpanel van de UNO had berekend dat de gletsjers door de opwarming van de aarde binnen een periode van 35 jaar gesmolten zouden zijn. Vergissing factor 10. Er had 350 jaar moeten staan.

avond
Gwen tovert kip op tafel en een slaatje met kerstomaten uit de serre, nootjes, lamskotelet en couscous. Het gesprek komt op Siel en het fort, de markt van Céret, Collioure rond Kerstmis en de besneeuwde toppen van de Canigou. Toen ze daar midden jaren zeventig woonden, op het strand van Saint-Marie Plage, had je nog overal zandweggetjes. Die zijn er niet meer. Gwen had werk gevonden in het casino van Argelès. Een blonde griet op naaldhakken, dat zagen ze wel zitten, daar, in Argelès. Plaatjes draaien, nachtwerk. 's Ochtends vroeg ging Sjoerd haar ophalen en werd hij op whiskey getracteerd. Met Willy, de vader van Renzo, reed ze naar Larzac in een volkswagen met vloertegels. Op die boerderij in Larzac was het de hele tijd door oorlog. Finbow was de enige die daar niet in meeging. Hubert was één van de studentenleiders van mei 68 en was na de rellen naar het zuiden gevlucht. En ook Gwen had rode laarsjes.

gratis

CULT! gratis bij De Morgen.
Gratis.
'De Morgen gidst u door het nieuwe cultuurseizoen met Cult! 164 pagina's agenda en alle highlights van het nieuwe cultuurseizoen gebundeld in een handige bewaargids. De cultuuurgids 2010-2011, nu woensdag GRATIS bij De Morgen.'
Vier maanden geleden was het. Een berichtje, via de UITdatabank, dat De Morgen met een cultuutkatern zou uitpakken. Wie er bij wilde zijn had voor één bladzijde 1.500 euro te betalen, voor twee bladzijden het dubbele.
Gratis.
Dat is het alleen voor wie er nog altijd van uitgaat dat de meisjes en jongens van De Morgen in cultuur geïnteresseerd zouden zijn. In de bewaargids staan alleen die cultuurhuizen die het er voor over hadden om 1.500 à 3.000 euro neer te tellen om er in te mogen staan. Alle andere cultuurhuizen staan er niet in.
Ook bewaargids kunnen ze maar beter schrappen. Een gratuite bijkomstigheid. Volgende week maandag al gaat CULT! mee met het papierafval en belandt het ding waar het thuishoort, in het containerpark.

zondag 22 augustus 2010

weekendalfabet (22)

middag Drie files. De eerste ter hoogte van Montpellier Sud, meteen daarna eentje ter hoogte van Nîmes en wat later een derde vlak voor Orange. Brandendhete zon. Kookpunt.

nacht
Aire de Beaune. Vollemaan en sterrenhemel. Een bakstenen gebouwtje. Wat verder op het terrein drie, vier auto's. Stemmen. Een dame in witte shorts laat een knoert van een hond uit.
De verkeersstroom is uitgedund. De ramen voorin open. Geen wolkje. Douglas loeit door de speakers.

ochtend
1. Wassen, scheren, een kannetje met water voor het witte koffiezetapparaat, dagcrême aanbrengen, inpakken.
Vijf Bijlen van A. L. Snijders op de keukentafel onder The God Delusion van Dawkins en God Is Not Great van Hitchens. Dennenaalden, een roeste vlinder, pimpernel, tripmadam en muurpeper. Een wolkenloze hemel. Mediterraan blauw. Niet 1 wolkje boven de Canigou.
2. Overvolle vuilnisbakken. Bekertje koffie. Gele nummerplaten. Man laat hond uit. Slapende auto's.


over Henri Fantin-Latour


redactie
De grijze blue des Landes heeft kuikens.
Als je Club van Rome intikt, kom je op een lijst met duizend namen. Dennis Meadows is er een van.
De Balaton groep heet zo omdat hun allereerste samenkomst aan het Balaton meer plaatsvond.
Tik je Balaton group in, dan kom je weer op een lijst met duizend namen. Bert de Vries is er een van.
Een Banyuls met jaartal 2003. Tomaten, paprika's. We drinken muntthee, nemen de pdf van het boeboek door.
Op één van de foto's een Renault Dauphiné. Met Boris komt het gesprek op Disney.
Weisse Tasse und Undertasse (1864) hangt in het Fitzwilliam Museum te Cambridge.

donderdag 19 augustus 2010

donderdag 19 augustus

Lieke zegt
1. Visjes. Op visjes gejaagd. In de Mondony. In dat kleine riviertje. Geen visjes gevangen. Tim wel.
2. Tim en Sofie hebben ZO'N grote vis gezien. Ik niet. Was bezig met visjes vangen. Half uur over gedaan.
3. Een dam gebouwd in de Mondony. Met mama.
4. Daarna kwam Paul ons ophalen.

De mama zegt: Paul had last van hoogtevrees.

5. Naar Saint-Jean geweest.

Tim zegt
1. Ik heb een vis gevangen. En die heet Bubbels.

En mama zegt: We hebben hem mee genomen naar het meer. Van een riviervis is 't een meervis geworden.

2. Dat ik de hele tijd over de dam aan het lopen was.
3. En toen heb ik een waterrat gezien. En ik heb heel veel foto's van de waterrat gemaakt.

Sofie zegt
1. Ik heb met mama een dam gebouwd.

'Wat heb jij gedaan?' vraagt Bapke.

Naar een mier gekeken. Een tor ging aan het riempje van het fototoestel hangen en kwam na wat acrobatisch gemier toch weer op het tafelblad terecht. Een roeste vlinder borrelde over het struikgewas. Corot doorgenomen en later in GOD IS NOT GREAT the case against religion van Christopher Hitchens gelezen. Dan wat rondrijden in de omgeving van Céret à la recherche d'un paquet de tabac, zoeken, kijken, de toerist uithangen, boire du café crême, un grand café crême, absorber le blues, écouter les chants.

Op het eerste van huisnummer 7 staat een venster open.


's Avonds zitten we op het terras. Aan de Canigou kleven wolken. De vallei is wijder, dieper. Het fort is er op een nieuwe manier aan toegevoegd.
Als je van Arles/s/Tech komt, zie je het fort hoog boven de vallei uitsteken, een rechthoekig ding, je kan ook de redoute zien en de laan met pijnbomen.

Regen roffelt over het tentzeil.

woensdag 18 augustus 2010

woensdag 18 augustus

foto: Banyuls/s/Mer, la falaise

Banyuls/s/Mer. Een baai aan de noordzijde van les Albères, het meest oostelijke deel van de Pyreneeën. Noordwaarts is er Port-Vendres, er is een zeilhaven, er liggen ook wat grotere schepen die op Afrika varen, en zuidelijk is er wat Frankrijk betreft alleen nog Cerbère en de grensovergang.
De wijngaarden, het terroire van Banyuls en Collioure, staan in smalle met laagje muurtjes afgeboorde terrassen tegen steile, rotsachtige bulten. De baai is een schatje. Het smalle strand heeft de vorm van een stuk watermeloen en ligt helemaal om de baai heen, aan de noordelijke rand alleen onderbroken door een rotspartij waar wat pijnbomen en zitbanken staan.
Op het strand staan gele parasollen in een kluitje bijeen. Overal zijn half ontklede mensen. Het merendeel ligt of zit op het strand. Iemand snorkelt. Er zijn zeilboten, windsurfers en motorsloepen. In een van de buitenwijken hebben ze een museum, een echt museum, Musée Maillol.
Ook in het zuiden zijn rotsen, een deel daarvan volgebouwd met snelbouwbehuizing en woonblokken. En daarachter ligt Spanje.

Strandvertier: FOOT LOISIR LES NULLES
SUR LA PLAGE
Blauwe hemel. Onder die blauwe hemel begint het.

Zodra ik de dingen wat meer in detail begin te bekijken, begint het. Gaten dichten, een beetje stuccowerk, een lek verf, als het daar bij bleef.
Met je ogen dicht naar de wereld kijken. Dat zou niet eens kunnen. Dan zou ik pas echt alles in detail gaan bekijken.


foto's: la côte Vermeille, Port-Vendres

's Avonds is er bezoek. Paul, Bapke en de kinderen komen van Collioure waar ze zo'n beetje bij toeval beland zijn toen ze de richtingwijzer Argelès port & plages voorbijreden.
De laatavondgasten zijn Bert en Marieke, z'n dochter, en Tristan, haar zoon. Ze komen van La Tallede, een mas boven Corsavy, en hebben een fles Côtes du Rhône bij.
We belanden aan de terrastafel. Laura, Lieke en Sofie toppen boontjes. Er zijn zwarte olijven uit Banyuls en nog wat hapjes. Chino, de hond, is een Toscaans ras. De top van de Canigou zit onder een dekbed van wolkenschillen.

Tien jaar geleden streek een groep wetenschappers neer in Corsavy. Ze hadden plannen met de mas, een Middeleeuwse boerderij twee kilometer voorbij het dorp op een van de hoger gelegen hellingen van de Canigou. Van de mas wilden ze een onderzoekscentrum voor duurzame ontwikkeling maken. Zij dat is Bert de Vries en nog wat leden van de zogeheten Balaton groep, waar onder andere ook Dennis Meadows van het MIT en de Club van Rome deel van uitmaakt.
Begin jaren zeventig hadden ze Limits To Growth gepubliceerd. Drie keer het volume van de aarde, dat is wat ze berekenden. Als er niet gauw een limiet gesteld zou worden aan wildgroei en roofbouw hadden ze een planeet nodig die drie keer het volume van de aardbol moest hebben. Twintig jaar later publiceerden ze het tweede deel, Beyond The Limits.
Nog eens twintig jaar later is de vlakte van Perpignan in één grote kiwiplantage veranderd. Door het aanplanten van al die kiwi's is het grondwaterpeil zo gezakt dat de steeneiken afsterven en met de kiwi's werd het ook niet helemaal zoals ze verwacht hadden.

Iemand plaatst een petroleumlamp op tafel. Tristan en de meisjes hebben dolle pret. Het gesprek komt op Richard Dawkins en Mahabharata, een film van Peter Brooks.
Later doen we ons te goed aan een mozarella ovenschotel en Griekse salade met rijst. In de bergen is onweer.

Voor een intellectueel als ik, merkt Bert op, is het een genot om Le Monde te lezen.

dinsdag 17 augustus 2010

dinsdag 17 augustus

Twee stoelen kopen, een met een groene, een met een rode zitting en als toetje een volume met Les Elégies de Duino et Les Sonnets à Orphée van Rainer Maria Rilke, een édition bilingue.
Ik heb het niet zo voor dat ge-O en ge-A van Rilke. Uitroeptekens, aanbidding, klatergoud, klaroengeschal.
Tussen bladzijden 114 en 115 steekt een ansichtkaart: 'Tingsatra, 28.9.86 Ma chère Maman, (wat volgt is in het Zweeds)' en aan het eind: 'Merci de tes lettres et à bientôt. Je suis en train d'écrire une lettre. /Bise Claire'

De Canigou is wild bewolkt, ondulerende wolkenmassa's krullen over de bergtop heen. Ze hebben een grijsblauwe en lichte kleur.

's Avonds is er Jaco, un ami catalan de Siel qui travaille dans la musique. Hij heeft 5 kilo tomaten meegebracht. Bapke en Sofie spelen rummykub, Lieke houdt zich bezig met het houtsnijwerk. Rakker, de rosse kater, heeft de hele dag geen poot uitgestoken. Hij heeft z'n plekje in het gras naast een deur die op de werkplaats uitgeeft. We luisteren naar Shine van Daniël Lanois en Gotan Project. 's Avonds leggen we ons toe op eenentwintigen.


Krekels en vliegjes. Heen en weer fladderende motten die Tim aan het schrikken brengen. Lieke experimenteert met een mier. Wespen, een libel, muggen op rooftocht en honderdeneen torren.

maandag 16 augustus 2010

maandag 16 augustus

Wolk smeert Canigou schaduw aan. Wolk botst tegen berg.
Op die ene wolk na is het uitspansel net zo strak als vers tafellinnen.

De Tech, stroomopwaarts. Namiddag.
Paul aan het stuur van een Audi. Landschapje ter rechterzijde, landschapje ter linkerzijde.
Een wegje.
Regen heeft het wegje weggespoeld. Wat rest is een gebied met putten en bulten. De wegrand is ingevuld met lijsterbes, kastanje, braambes. De auto klimt, de auto daalt.
Helemaal aan het eind van het wegje is weiland. Er grazen witte koeien.

Op een keistrand zitten, zwemmen, plonsen. Er is een kleine dam. Arles/s/Tech. B vertelt dat zij en Siel hier ooit met die dam bezig waren, stenen in het water gooiden en de dam of wat een dam had kunnen zijn, ophoogden.
Twee mannen houden zich met de dam bezig. Ze werpen dikke keien in het water.

Sofie jongleert met één bal. Tim zit voor zich uit te staren. Lieke is met houtsnijwerk bezig. Siel brengt de ijskast op orde. Iemand plaatst een voorraadje olijven en radijzen op tafel. Een van de meisjes werpt een olijfpit over het bosje met steeneik. 'De bergen,' zegt iemand, 'zitten vol beestjes. Gekko's, fretten, wilde honden, zwijnen, sprinkhanen, eenden, vossen.'

'Een sprinkhaan die als een koffiepot klinkt,' zegt iemand, 'is geen sprinkhaan.'

Tijdens het tafelen komt het gesprek op het fort en het leven op dit ongewone oord. Een mot fladdert om de petroleumlamp.

zondag 15 augustus

'Nog iets spannends gebeurd?' vraagt Lieke. Nee hoor, zeg ik. Lieke zucht. Diepe zucht. Ze hebben gelopen, gerend, tegen de berg, ze hebben water geraapt en cantarellen geplukt. Water rapen deden ze met tante Siel. Paul ging mee. Ze reden helemaal tot Mas Felix. 'En dat kan Lieke goed,' zei de mama van Lieke.
Ze waren er rond een uur of twee. Halverwege hadden ze met een hevig onweer te maken gehad.

Over het jaagpad struikelt een buitje. We schillen aardappelen. Bapke snijdt de aardappelen in piepkleine stukjes.
Dat wordt in boter gebakken, zegt ze.
In Haïti, zegt Siel, maken ze pannekoeken van aarde en meel. Slijkpannekoeken.

zondag 15 augustus 2010

rode laarsjes

Ze sluiten boven de enkel. Het zijn rode laarsjes.
De taxi is een zwarte Peugeot.
In Ganges is er een taxi. Ze staat aan de rand van een weg, in het niemandsland. Larzac is een hoogvlakte.
Het is een man van 40 ongeveer. Hij is goed gekleed, komt van z'n werk. Misschien is hij een van die mannen die in Lodève op een kantoor werkt.
Het is een avond begin juni, klaarlichte dag. Ze praten, er wordt gepraat.
Wat gaat ze doen, straks, als hij wegrijdt van het plein en zonder omkijken rechtsomkeert maakt.
Ze was opgepakt door een paysant, iemand met een Citroën busje, ook op weg naar huis. Zij komt uit Amsterdam. Het is ongewoon, daar, ze past niet in het landschap.
Anders dan de man die haar straks tot Ganges zal brengen, gaat de paysant van de weg af. Ze rijden naar een schuurtje. Hij stopt de bus achter het schuurtje en zegt duidelijk, zegt het met zoveel woorden, dat hij het met haar wil doen.
Zij zegt nee. Nee zegt ze, breng mij terug naar de weg. Bij de dame hoort een gebruiksaanwijzing. Wie in zijn biotoop had daar van af kunnen weten. Hij met z'n ronde gezicht, vijfendertig is hij, een vrijgezel met een stevige snor en een alpinopet, un paysant du Larzac. Hij windt zich op, s'enrage, het zint hem niet, wat denkt ze wel. Of ze nu rode laarsjes draagt of niet.
Maar uiteindelijk brengt hij haar toch terug naar de weg, foetert, zegt dat ze wel zal zien wie hier nog langs komt zo laat op de avond.
Ze beseft dat hij wel eens gelijk zou kunnen hebben. Daar staat ze, midden een kale hoogvlakte, een rotsachtig landschap. Op dat ene schuurtje na is er helemaal nergens een gebouwtje.
Ze heeft een kaart bij, weet dat Les Natges niet zo heel ver weg is. Op de kaart staat het niet aangeduid.
Gedurende half uur niet 1 auto. Het donkert al. En dan 1 auto. Dus toch een auto en die stopt. Een man van een jaar of veertig. Handelsreiziger, kantoorklerk, dat soort type. Wat moet die verbaasd zijn geweest, dat daar iemand staat met rode laarsjes en wat lichte bagage, midden de hoogvlakte. Ze zegt dat ze op weg is naar Les Natges. Van Les Natges heeft hij nog nooit gehoord.
Haar nicht woont er, zegt ze. Zij, die nicht, is pas uit België naar Les Natges verhuisd met haar man en haar kind. Meer informatie heeft ze niet. Het is het enige wat zij heeft: Les Natges. Een telefoon is er niet, ze kunnen niet bellen.
Ze rijden. Je hebt geluk gehad, zegt hij. Dat ik hier nog voorbij kom, zegt hij. Van Les Natges heeft hij wel nog nooit gehoord. Hij neemt haar mee naar Ganges, daar kan ze in elk geval slapen.
In Ganges aangekomen stopt hij bij een taxi ambulancier, de enige in Ganges, en vraagt of er iemand is die weet waar Les Natges is. Ja, zegt een van de chauffeurs, hij weet waar Les Natges is. Dat ken ik, zegt hij.
Het is 80 kilometer rijden, het hele eind terug dwars over de hoogvlakte en het is een uur of 9. Voor de taxichauffeur is het een ongewone expeditie.
Een uur later komen ze in Les Natges aan, in het donker. Het eerste wat ze ziet is een boerderij waar de onverharde weg doorheen loopt. Lage gebouwtjes.
Hij, de taxichauffeur, stopt vlak voor de deur van de boerderij. Straatverlichting is er niet maar binnen is licht, in de woonkeuken. Er staat een grote tafel, gedekt voor 15 personen, allemaal borden, bestek, glazen en een vijfliter tonnetje rode wijn. Ze hebben boodschappen gedaan die dag, er is veel te eten. Salade die niemand heeft aangeraakt.
Er zit een Engelsman.

zaterdag 14 augustus 2010

zaterdag 14 augustus

Banyuls rijpt in de zon in glazen vaten van een liter of veertig. In Catalonië hebben ze het over vin cuit. Gekookt in de zon.

foto: Céret, place Pablo Picasso

le marché de Céret

Une dame qui fabrique tout ell-même. Elle dit les tissues viennent de Thailande. Ils font les marchés de Prades, de Collioure, de Port-Vendres, de Céret.
Il y a des palourdes et des huitres, des outils, des broches et des colliers. Il y a du fromage de chêvres et le fromage de chien, une trompette, l'accordeoniste. Il y a des pâtes, les légumes, des peches, des tomates, le coeur de boeuf, la betterave, les poivrons.
Un africain qui vend des broches et des colliers aux couleurs foncées. Il me regarde et dit that's very nice.
Au coin de rue Pierre Rameil il y a Les Feuillantes, une brasserie, et les terrasses de la place Pablo Picasso qui s'appelle Era d'en Rodor en Catalane.
Er is een dame die tatoeages aanbrengt, iemand die chintz spullen slijt, een ander Afrikaans houtwerk.
Uit een van de platanen daalt een hagelwit donsveertje. Niet groter dan een vingernagel is het.
Il y a un brébis fermier, des boules de lavande, une brocante à côté et des trucs des années soixantes. Hier domineert oranje, felle kleuren, geel en rood. Afgeleefde valiesjes met oud servies, ronde klokken en helemaal vooraan, op een tafeltje en in een doosje waarvan het deksel wijdopen staat een grijs boekje, jaartal 1961: L'ARBITRE, Interprétation des Lois du Jeu.
Linnen met gebrodeerde boordsels, klassieke onderjurken, witte kapjes, beddenlakens, 'ze brengen geluk' zegt iemand met een Maleisisch accent, ze wilden de tafel eigenlijk maar die was niet te koop. Tapijten, 5 chaises à 220 euro en met grote precisie uitgestalde boeken uit lang vervlogen tijd: La petite Demoiselle van een zekere Henry Bordeaux, Petites filles du Temps passé, Les grands jours de Révolution, Marjoleine, Ivanhoë en een livret Canigou: Excursions dans les Pyrénées Orientales, guide pratique du touriste. Dezelfde marchand heeft ook vinyl in aanbod, een single bvb van Johnny Hodges en Wild Bill Davis en Soirée de Toujours, een vinyl met twee keurig uitgedoste dames op de cover.
Broden, meloenen, sandalen, blouses en blue de chine original, miel, leuke hoedjes, bustenhouders in alle kleuren van de regenboog, trossen rode ajuinen en boissons de Guadeloupe.
'Allez madames, vous avez des bonnes pêches...!' roept er een, een ander 'Qui veut goûter les melons? Mjam Mjam.'
Il y a des framboises, des prunes, een kraampje met charcuterie artisanale du Haute Savoie, cd's, kazen, eieren, potterie, hoeden, brillen, sjaals en broekjes, des peches blanches et vollaile roties de la ferme avicole La Fagede à Saint Laurens de Cerdans. Handdoeken, kruiden, nog meer saucisson, dit keer du saucisson du Père Jack, zeep, casse-croute à la ferme, polshorloges met felgekleurde bandjes, des peintures, shorts, jurkjes, blouses. Iemand slijt gekleurde vloeistof in halfronde bokalen, geurstokjes, kaneel, een ander braadpannen en kookpotten, pantoffels, manden, sandalen, gestreepte espadrilles met een lichte hak, houten kinderspeelgoed, foie de lotte en soupe de poisson, des pareos à 6 euro, sjaaltjes, handtassen, sierdoeken, zonnebrillen, olijfolie en allerlei afgeleide producten.
Il y a le coq erotic, des épices, acharde de citron, acharde de piments, citron gingembre en een oliebollenkraam waar ze chichis serveren, wat op churros lijkt maar het niet is. Des beignets à la crême, des beignets à la pomme ou nature et des bougnettes chichi die met zonnebloemolie gebakken worden, niet met olijfolie. De oliebollenbakker heeft bovendien geen al te hoge pet op van de Madrileense churros waar ze, meent hij, chemisch spul aan toevoegen. Zijn gerief is tout au naturel. Wat verderop hebben ze fougasses citron en croustades. Er is een kraampjes met Plat des Antilles, "Le Colombo", waar je voor 12 euro 1 barquette de colombo + 1 barquette de riz bestellen kan.
In een bocht halverwege de helling, waar de doorgang wat breder is, is het kraam van een antiquariaat. Een volume van Roger de la Fresnaye, van Stéphane Mallarmé le poème 'Un coup de dés jamais d'abolira le hasard', een nrf editie van Gallimard, en Fautrier l'enragé van Jean Paulhan. Olbiques Sade, een turf, genummerde edities met werk van Maurice Savin en Robert Lotiron.
'Schilderijen, reproducties...' vult een voorbijganger aan. Het gaat om bijzondere boeken, de selectie is met grote zorg samengesteld en uitgestald.
Observations sur notre instinct pour la musique et sur son principe,
Thèmes sérigraphiques, een werk van Charles Boggs, Chicks on Speed met IT'S A PROJECT als subtitel,
van Henryk Sienkiewicz Une Aventure à Sidon (Ed. du Trianon, 1931) en tenslotte ook een in leer gebonden editie uit 1542: Plutarchi cheronei graecorum romanorumque illustrum vitae.
In hetzelfde hoekje hangen posters aan een gevel: Exposition peintures de RASPAUT au Grand Café à Céret du 5 au 20 juillet 1958, ernaast, in fluoroze, Quand les parents votent les enfants trinquent.
Een mini-grammofoon, fauteuils in rood simileer, des peintures du port de Collioure en een hengel. De hengel zit in een houten kist, oblong, aan de binnenzijde afgewerkt met blauw fluweel, je had er een strijkstok in kunnen bewaren, zo keurig ziet het ding er uit. Nog een poster: Moulin de la Galette, Fevrier 1955, Bal des Cols Bleues. Wat verderop is nog een boekenstalletje. Links voorin ligt een werk van Gérard de Wallens, sur COROT. Ah oui, Corot lui-même.
Une chanteuse à voix haute et douce. Des milliers de gens. Des coquillages, des drapeaux, alle terrassen zitten vol.
Chez Jordi bestel ik un petit Banyuls. Jongleurs en jongeren die blootsvoets lopen veroveren het straatbeeld.

vrijdag 13 augustus 2010

vrijdag 13 augustus

1. Ze ligt met haar knieën omhoog in het dal, een zwaargewicht, haar bekken in ruige plooien over een honderdtal valleien en dalen gekanteld, de brede flanken in een zoom van melkgrijze vodden, niet in staat tot andere beweging, boers als het kleurloze kleed van een paysanne.

2. Een vlieg, besluiteloos op de gladde bovenzijde van een tuinstoel, tot het diertje fel als de pin van een kompas opeens een andere kant opdraait en als een schicht boven het tafelblad wegschiet.


3. In het parkbos is een overvloed aan vruchten van de pijnboom, Pinus sylvestris, ook wel grove den genoemd. Siel oogst de pitten.
Hoog in een van de dennen vlakbij het gastenverblijf zit een vogel. Twiet twiet, zegt de vogel zonder al te veel animo. Twiet twiet.

4. Het zuigende geluid van de Tech. Een bromfiets neemt het gierend en brullend tegen de berg op.

Ik lees in The God Delusion van Richard Dawkins, dezelfde Dawkins waaruit A. L. Snijders met enige regelmaat citeert. "'The Penguin English Dictionary,' lees ik in de oorspronkelijke editie uitgegeven door Bantam Press in 2006 (wat Siel heeft is de Black Swan editie uit 2007), 'defines a delusion as 'a false belief or impression'. Surprisingly, the illustrative quotation the dictionary gives is from Phillip E. Johnson: 'Darwinism is the story of humanity's liberation from the delusion that its destiny is controlled by a power higher than itself.' Can that be the same Phillip E. Johnson who leads the creationist charge against Darwinism in America today? Indeed it is, and the quotation is, as we might guess, taken out of context. I hope the fact that I have stated as much will be noted,'" Rakker is tot een vergelijkbare conclusie gekomen. Hij rekt zich uit, strekt z'n rechterpoot tot achter het linkeroor en krabt. 'atheists and agnostics are not organized,' lees ik (PREFACE, p.27), 'and therefore exert almost zero influence. Indeed, organizing atheists has been compared to herding cats, because they tend to think independently and will not conform to authority.'

media povere

Toch even aandacht voor het volgende. Kwam via Sjoerd in m'n inbox getuimeld:

'Is er nog plaats voor kunstenaars en auteurs in de actuele massamedia? Hoe groot is de kans dat je tentoonstelling, je boek besproken wordt op de cultuurpagina's van diverse kranten? Niet zo groot: Gynaika ging op onderzoek uit en ontdekte dat slechts 4% van de totale cultuurberichtgeving in de kranten over kunstenaars handelt en een povere 14% over schrijvers. Voor vrouwelijke kunstenaars en auteurs ligt de drempel nog hoger: zij hebben vier tot vijf keer minder kans om opgemerkt te worden.
Het debat Media Povere: kunstenaars (m/v) in de media brengt kunstenaars, auteurs en journalisten samen om de pijnpunten in de cultuurberichtgeving vanuit diverse invalshoeken te belichten. Deelnemers aan Media Povere zijn Els Fiers (journaliste), Brigitte Raskin (auteur/journaliste), Katie Lagast (beeldend kunstenaar) en Roel Vande Winkel (onderzoeker, docent). Het debat wordt gemodereerd door Tom Van Imschoot.' Debat op donderdag 19 augustus eerstkomend om 20u. Locatie: Kasteel Rivierenhof, Turnhoutsebaan 244, 2100 Deurne. info: gynaika, info@gynaika.be

donderdag 12 augustus 2010

donderdag 12 augustus


Wolken tuimelen over de Canigou. De berg speelt verstoppertje. Zo'n wolkenmassa is tot op zekere hoogte natuurlijk meteen heel erg groot voor een bergtop.
Ze gaan op hun buik in het zonnetje liggen.
De vallei stroomt ondersteboven. Eerst loopt ze aan de toppen onder.
's Ochtends vroeg was van de Canigou al geen spoor meer. Dik, hongerig zakken ze in de vallei, met volle magen zeilen ze traag vlak over de boomtoppen heen.
Bolle zeilen hoog boven de bergtop. Zo schuiven ze de haven van le Vallespir binnen met een volle vracht buit gemaakt op de zee.

Jean-Yves, vertelt Siel, we zitten aan de terrastafel een ogenblik voor het onweer begint, had aan l'Ecole des Bergers in Rambouillet gestudeerd, vlakbij Parijs. Hij is het die Finbow het vak had geleerd. Finbow kreeg Perlette van een Spaanse herder, Perlette die later Onyx kreeg, van een berger de beauce, en Boris, het alter ego van Siel, van een berger de brie. Les bergers de beauce, dat zijn er die achter koeien aanzitten. Tweehonderd geiten hadden ze, Corsicaans ras. De Merode, die een buitenverblijf in Corsica had en grond hier in de vallei van de Mondony, liet de geiten uit Corsica overkomen, ongedisciplineerde geiten. Zeer ongedisciplineerde geiten. Het idee was dat ze het in de vallei van de Mondony, waar de vegetatie overeenkwam met het Corsicaanse biotoop, best wel naar hun zin konden hebben. Zeventien herders, waaronder een zekere Michel Cabrol, gemazzeld in het vak, hadden de kudde geprobeerd en het tenslotte opgegeven. Tien maanden deden Finbow en Siel erover, tot ze op een dag op een van de hellingen van de Mondony vlakbij le Roc de France, met Perlette en Onyx en Boris die er ook bij waren, door de kudde toegelaten werden. Onyx kon het werk helemaal in haar eentje aan. Als een groepje op een wat hoger gelegen rots terecht kwam en kennelijk van plan was om daar de nacht door te brengen, dan ging zij achter hen aan. Blaffen had ze niet te doen. Daar was ze op getraind. De geiten wisten bovendien wat ze aan Onyx hadden. Ze dreef ze samen zonder dat er eentje geschrokken van de rots aftuimelde en cirkelde net zo lang om hen heen tot ze zich op de lager gelegen hellingen bevonden.
Finbow, Perlette en Onyx, de herder en zijn honden, dat was één identiteit. Finbow had ze getraind op een plek waar geen woud was, au Larzac, un plateau dans l'Hérault, boven Lodève. Grazige hellingen, heideachtige begroeiing, kleine boompjes en plukjes struikgewas. Zo kon hij de hele tijd door zien wat ze deden en het jachtinstinct van de honden bijwerken en slijpen tot ze honderd procent op het werk met de kudde afgesteld waren, niets deden waarvan ze wisten dat ze het niet hadden te doen en wat ze deden helemaal in hun eentje aan konden.

Regen gaat loodrecht over de beboste hellingen. Wolken die zwaar en dik in de vallei wegzakken, ze halen het onderste uit de kan, gulzig, tot ze het wateroppervlak van de Tech net onder zich hebben.
Regenwater tuimelt uit de dakgoot en de stammen van de witte eikjes hebben een donkere kleur.

boodschappenlijstje
koriander
brood
kaas
oorstokjes
Thierry ==> wijn
basilicum
pijnboompitten
pecorino
parmezan

De wijn vandaag is een Domaine Gauby 2008. Gauby is een familie uit Calces. Antoine, de zoon, nam over. Gepassioneerde wijnbouwer. Reserveert percelen wijngrond voor experiment met nieuwe wijnen. Gauby, zegt Siel, die de familie kent, c'est à suivre. De mensen willen geen massawijn meer. In Bordeaux zaten de caves vol ordinaire massawijn, du plouk. Boire du plouk, dat is voorbij. De consument wil goeie wijn. Kwaliteit komt voor hoeveelheid. Mensen als Gauby hebben die boodschap begrepen en zijn zich gaan scholen om goeie wijn te maken. Er zijn dus, besluit Siel, echt veel goeie wijnbouwers in le Roussillon omdat de boeren hier begrepen dat ze goeie wijn moesten gaan verbouwen.

Artisjokken, het voorgerecht, en pesto, een specialiteit van Laura. Siel verzorgt de vinaigrette. De pesto is helemaal zoals het hoort, ze heeft een puntige smaak, is vochtig groen, kleverig, en tegelijk net zacht genoeg om op de tong te smelten. De jus van het recept zit in de bereiding zelf: de pijnboompitten, de basilicumblaadjes en de knoflook, vijf dikke tenen, horen in een stenen kom met een vijzel geplet en dooreengehaald te worden, dat neemt gauw een minuut of veertig, tot de olie van de pijnboompitten vrijkomt en zich met de tot moes geprakte knoflook en basilicum mengt. Dan gaat de parmezan en de pecorino er bij, flink wat olijfolie, een snuifje zout en versgemalen peper.

woensdag 11 augustus 2010

woensdag 11 augustus

Boven de berg is een strook, een lap, een vod van grijzig blauw. Niets gebroken. Een nacht viel. We zitten aan tafel op het tuinterras met een petroleumlamp, wat alles vlakbij uitvergroot, met het restje Banyuls van gisteravond, wind zoekt plekjes. In het gebergte is af en toe wat gerommel. Soms een bliksemflits. Een sprinkhaan, grijs, groen, plots zit het beest pal voor me, op tafel, onder de petroleumlamp, naast het schriftje, grijs of groen maar in elk geval een sprinkhaan, geen olifant. Wind ruist in het struikgewas. Dat kan je omkeren, ook, ondersteboven houden bovendien. De Banyuls is op. Siel leest in Vijf Bijlen van Snijders en over de weg naar Amélie gaat een auto. Dat hoor je. Een steile bergwand, dat is bekend, zuigt elk geluid de hoogte in en van die geluiden is de Tech altijd en overal. Het fort heeft zo'n steile wand helemaal bovenaan afgewerkt met steeneik en nog wat boompjes. Corsavy is herleid tot een curve die op feestverlichting lijkt. Diep in het dal, verweg, joelt een hond, luchtig, onbedoeld bijna.


het uitspansel boven de Canigou, le Boulou, avond

's Namiddags kwamen vier mensen en twee honden de berg opgewandeld. Een van de honden was een grijze poedel. Later stond een van de mannen, ze waren met z'n tweeën, aan de voet van de berg een plant uit de grond te spitten. In augustus heb je dat soort mensen, had Siel gezegd. Het hele jaar door hangen ze voor televisie. Begin augustus gaan ze op vakantie. Ze komen naar Amélie-les-Bains, naar de termen, met geld van de mutualiteit want zelf hebben ze daar geen geld voor. Ze horen van het fort. Vanaf de grote baan net voorbij Céret kan je het fort zien liggen, hoog tegen de berg aan. Ze hebben weinig om handen, gaan er een kijkje nemen, negeren het bord waarop rood op wit Propriété Privé staat aangegeven, je mag er ook geen brandende lucifers weggooien staat er, anders gaat alles in de fik. Of ze kunnen lezen is niet bekend. Ze laten de hond uit. Ze komen een kijkje nemen. Ze stappen om het huis heen. Aan een waslijn hangt een kledingstuk te drogen. Ze halen het van de wasdraad, net zo genadeloos als een muggenbeet. Er is geen verweer tegen dit soort mensen. Ze betreden het huis en als het even kon vielen ze ook nog in het salon voor het televisietoestel in slaap nadat ze het bodempje Banyuls soldaat hebben gemaakt. In Amélie, vertelt Siel, gaan ze van winkel naar winkel, degusteren de hapjes kaas, eten hun buikje vol. Het kwijtraken van dingen, een body die aan de wasdraad te drogen hing, een vulpen, een vaasje, een of ander elektrisch toestel, dat gebeurt ook alleen maar in augustus, zegt ze.

Ik rij naar een bio in Céret en vandaar over le Boulou naar Collioure, waar ik geen parkeerplaats vind. Er is een massa mensen op de been. Ongehoord.

dinsdag 10 augustus 2010

un soir d'été

Inkopen in Amélie-les-Bains. Amélie komt van een Romeinse keizerin. In Leader Price vinden we niet alles wat we nodig hebben.
Vanavond heeft Siel de jongeren over de vloer, les jeunes. Jordi qui travaille dans le bois en Tania, z'n vriendin, en Romain en Viviane uit Parijs, Romain werkt in de vliegtuigindustrie.
Ze gaat gehaktbrood maken, zegt ze, waar Jordi nog het liefst van al een eenvoudige aardappel bij wou.
In Leader Price hebben ze geen rode ajuin uit Toulouges en aardappelen die aan de gewenste kwaliteit voldoen evenmin. We gaan langs bij Le Vin du Bourgemestre waar ik twee flessen Domaine du Mas Blanc koop, een Collioure, Clos du Moulin 2002, uren op voorhand gedecanteerd zorgt het voor een zacht en rijk smaakpalet, en een Banyuls Grand Cru 2003, Vin Doux Naturel, van een wijngaard vlak bij de Mediterrane kust, de wijn heeft een lichte toets van zoutkristallen en een diepe, zoete en donkere smaak.

les conserves aux bijoux patois
1. Un bourre pif ou un coup de coing of ook wel un beau pif, als je alleen op de klank zou afgaan.
2. Le pistogorne (met of zonder e), patois du Savoie pour vin rouge. Romain meent, hoewel dat door anderen betwijfeld wordt, dat het om argot gaat. Son grandpère le disait: donne moi le pistogorne.
3. Quelqu'un dit: j'etais un peu mouillé...
4. Une becane, argot pour moto, of liever, Tania nuanceert, argot pour tout ce qui est électrique. Il faut que se soit motorisé. Dus ook een pc dus.
5. Quelqu'un rigolle: Marie-U-Anne.

We zitten onder het abrikozenboompje. Het gesprek kwam op het deponeren van brevetten. De persoon die de ruitenwisser uitvond, had het ding niet gebreveteerd, om wat voor reden ook, de uitvinder van de cocktailparasol, dat kleine, papieren parasolletje waar je een cocktail mee afwerkt, deed het wel en zou intussen steenrijk zijn. Er zijn lui, verneem ik, die hun fortuin aan twee, drie brevetten te danken hebben.

We verhuizen naar het andere terras, vanwaar je de zuidelijke flanken van de Canigou kan zien. De salade komt op tafel en twee flessen met uren op voorhand gedecanteerde Collioure.
Tomaat, coeur de boeuf, stukjes fruit, zwarte olijfjes, pijpajuin, paprika's en feta en een pittige vinaigrette.
De hoofdschotel is gehaktbrood en aardappel.

6. Begin jaren tachtig hokte Radio Vallespir op het fort. Het was het moment waarop Mittérand besloot om vrije radio te legaliseren. Ze deden er live uitzendingen met blues muzikanten et les musiciens des mas, les paysans. In het fort zelf woonde toen een zekere Monsieur Martin. Toen ze er Monsieur Martin op een dag dood aantroffen, hebben ze het hele fort leeggeroofd. De mensen uit de buurt, lui uit Céret en Amélie-les-Bains. Dans les années 30, voor de oorlog dus, heeft Fanny Marc er gewoond, Ecossaise et sculptrice. Er is het verhaal dat ze haar huisgenoten vergiftigd zou hebben maar dat is een ander verhaal waar Fanny Marc in het geheel niets mee te maken had.
Jordi, Romain en Forest hadden le S.P.R.F., dat was begin jaren negentig, la Société Protectrice et Reparatrice du Fort d'Amélie-les-Bains. Un petit douzaine de jeunes. In het bijgebouw was ooit de officierenmess. Een van de deuren heeft nog altijd een doorgeefluik en in de keuken staat een koelkast, merk S.A.T.A.M., een meubel van eind 19de eeuw.

7. En Angleterre on dit French Cream, içi en France on dit crême anglaise.
8. 'On n'est pas fait pour manger des Poussins...'

Aan een van de bergtoppen zit nog een laatste vlek zonsondergang. Boven het terras is een diepe en donkere sterrenhemel.

dinsdag 10 augustus

Iets voorbij Perpignan heb je rechts van de weg een bord met een grote pijl en op het bord in grote letters het woord Canigou. De Canigou is een berg. De top ervan steekt boven de wolken uit. De zuidelijke flanken, kaal en bruinig grijs als de rug van een koe, lijken een verlengstuk van de omringende met loof- en dennenwoud begroeide heuvelruggen. Tussen de omringende heuvelruggen en de kale bergtop liggen nog meer valleien en nog meer met woud begroeide flanken en een heleboel halve bergtoppen.
Hogerop is een dorpje dat van hieruit gezien niet veel meer is dan een zorgvuldig bijeengeveegde hoeveelheid suikerklontjes.
Van hieruit gezien is altijd anders. Dit keer is het een terrastuin met laurierbomen, tomatenplanten, een zomereik en kapotte dakpannen vlakbij de hoek van een laag, grijs muurtje waarop een rosse kater ligt. Liggen is zonder werkwoordsvorm.
De tuin van het fort kijkt uit op het westen. Er drijven wolken die goed in hun vacht zitten. Boven die wolken torent de Canigou uit. Dichterbij is een richel van boomtoppen, een witte eik, flink opgeschoten steeneiken, sauslaurier, uitgebloeide irissen, een judasboom en een groot aantal anonimae rechtsop vervolledigd met dennen, loofboomachtigen en in de vallei overal oleander met weelderige bloementrossen.

Foto's inbrengen gaat niet lukken. Het kabeltje om ze naar de lap over te brengen, liet ik thuis liggen. Ik zie het zo liggen, ik zie het zo voor me, het kabeltje, waar het ligt, buiten handbereik. Toen ik de auto de straat opreed, dacht ik nog: ik ben toch niets vergeten - maar er is altijd iets dat je over het hoofd hoort te zien, zonder is het gevoel dat je op reis gaat om een of andere manier onvolledig - en of ik iets vergeten ben, dat zien we dan later wel, dacht ik nog. Was ik dus maar de tandenborstel vergeten. In elk dorpje in Auvergne of waar ook in Frankrijk kan je een nieuwe kopen.

Le Pic du Canigou is met z'n 2785 meter niet de hoogste van de Pyrénées Roussillon. De Pic Peric is 25 meter hoger en de Pic Carlit doet daar nog een schep van 111m bovenop.

maandag 9 augustus 2010

maandag 9 augustus

foto: Amélie-les-Bains, het fort, la porte

1. Ontbijt op het terrein van Aire Béziers-Montblanc. Vierkante mensen, mensen waar ik me na 5 minuten geen halve centimeter van herinner. Eenzelfde shock had een neef van me toen hij op een dag met z'n mobilette midden de Braziliaanse jungle belandde en daar iemand zag die een pyjama, pantoffels en witte kousen aan had. Dat soort mensen. Aire Béziers-Montblanc biedt ze in een niet bij benadering te vatten overvloed. Les Marcels, zoals ze hier in het zuiden zeggen, les boudins, les beaufs, de ongeletterde en ongemanierde. Toch even opletten met het substantief. Heb ik het over ongemanierde zwijnen, dan gaat Snijders op z'n kop staan en is er meteen ook de vraag of hij dat nog kan. Ongeletterdheid is bovendien evenmin amper een kwaal te noemen. Ze zijn stom, brutaal, ongemanierd, onbegrensd vulgair en hoewel je als buitenstaander onvermijdelijk naar zoölogische begrippen zoekt zodra je hen zou willen beschrijven is er geen diersoort die je het had kunnen aandoen. Alleen de homo sapiens heeft dit soort uitschot voortgebracht. Ze hebben niet meer bestaansnood dan een stuk beenhesp. Gillende kinderen, luidruchtige radio's, kniebroeken waar als van een holenbeer behaarde kuiten onderuit steken van teen tot enkel afgewerkt met witte sokken, viervoeters die door een bizarre, tegennatuurlijke reflex boerend, kwijlend en slurpend overeind zijn gaan lopen, sinds hoe lang ze dat kunnen is onbekend. Aire Béziers-Montblanc heeft ze en vrac. Elk onderdeel ervan laat zich alleen in kilo uitdrukken. Er is niets, wat grappig is, grappig en weerzinwekkend is het, het is op een weerzinwekkende manier grappig, niets is er, in het geheel niets waarover je met deze soort had kunnen hebben en nog minder waar ze het zelf over gehad hadden kunnen hebben.

2. Béziers, centre ville. De hele stad staat in het teken van de corrida. Tikje bourgeois, Béziers, verneem ik later. Huizen die er altijd al stonden. Op het marktplein een grootscheepse herrie met witte tenten, standjes waar later op de dag allerlei soorten koopwaar terecht gaat komen, dranghekkens, lui die een onduidelijke activiteit voorbereiden, dames als sierstruiken met luidruchtige décolletés en een huid als koffiedik, gouden kettinkjes, broches, een roeste vlinder warrelt over een perk met oleander en iemand staart naar de voorpagina van Midi Libre, wat hem om een of andere reden niet voldoet, hij grijpt een van de andere magazines, slaat het open, leest, tast blind naar het kopje koffie.

Place des trois six, vrij vertaald het pleintje van de drie zessen. In Rue Viennet op huisnummer 6 is een Fabrique d'edredons, of was, de gevel spreekt van en in verleden tijd, un certain Monsieur PUY heeft er een zaak gehad. Au coin Le Pultan, een Tabac Press Cadeaux. Rue de Cirque in een ovalen straatnaambord, witte letters op grijze fond. Ochtendschaduwen, gebouwen met roeste ramen, afgebladderde gevels. Vlakbij Hotel Cecil is een roestbruine deur, huisnummer 22 is het, het huisnummer is met zwarte viltstift op een van de deurpanelen aangebracht.


3. Narbonne plage. De ontsierde mens of homo vulgaris, een van de vele varianten. Een terras aan de promenade, koffie.

4. Amélie-les-Bains, een wegje dat steil tegen een bergflank zuidwaarts helemaal tot het Point de France gaat. Het fort is op 300m hoogte. Op het terras vooraan ligt een rosse kater op het stoeltje onder een abrikozenstruik. Binnenshuis zijn stemmen. De stemmen zijn die van een radioprogramma.

5. Céret. Bewolkte hemel. Op Blvd Maréchal Joffre platanen met een brede kruin die hoog boven de daken uitsteken. Hier en daar, niet overal, hangt feestverlichting. Cicades vijf hoog. De boomkruinen zitten er vol mee. In het museum hebben ze een expo met een retrospective van het werk van een zekere Pincemin en in de vaste collectie deux peintures de Soutine. Heeft hier begin jaren twintig van vorige eeuw een tijdje gewoond, dat is bekend. In het stadje heb je overal stromend water, het stroomt in brede, verzorgde goten, snel en kwistig als bergbeekjes. Dans les rues de Céret l'eau coule. C'est beau l'eau qui coule dans les rues de Céret. Het oude Céret, het dorpje uit de tijd van Soutine, is een schaduwrijk labyrint van smalle straten, alles stijgend of dalend, en pleinen met reusachtige platanen, la place de l'Eglise, wat verderop la place des neuf jets, het plein van de nieuwigheden met een fontein en op een sokkel in die fontein, hoog boven de fontein, een hond-leeuw, leeuw of hond of beide. Op het gelijkvloers staat hier en daar een venster open. 'Soutine,' staat er op een bord met toeristische en culturele info, 'a habité au numéro neuf de la rue de la République,' een smalle van het plein af in het landschap dalende straat. Huisnummer 9 is gerenoveerd en een van de smalste huisjes van rue de la République. Vanuit z'n kamer op het tweede zou hij een prachtig uitzicht op de vallei gehad hebben.

foto: le vieux Céret

foto: Rue de la République n° 9

6. Een zomers buitje.

7. De koeien van Auvergne hebben een rosse vacht. Ze zijn sierlijker dan andere koeien en ruimschoots, maar zonder voorsprong want in een andere rechte lijn, intelligenter en gecultiveerder dan de homo vulgaris. Van een meisje met mooie ogen wordt dan ook gezegd dat ze koeienogen heeft.
Voor Catalanen is bocquerones ansjovis op azijn.
Iemand zegt: La perception is de totaliteit van de manier hoe je de dingen ziet.
Continuïteit.
Ze worden Salers genoemd, de koeien van Auvergne, en leveren cantal. Die kaas is specifiek van dat ras.
99% van de mannetjes is slacht, dat is het lot van l'élévage. Alleen van een bijzonder productieve koe houden ze van het mannelijke nageslacht af en toe een telg.
Hier op het fort is een puzzel van zomers, elk jaar opnieuw zijn er wat je vaste bezoekers zou kunnen noemen en van dat continuüm is Siel de spil.
Een lekker zomeronweer jaagt over de vallei.
Die suikerklontjes hoog tegen de flank van de Canigou, dat is Corsary, ooit een klein conglomeraat van mas, of fermes, maar hier hebben ze het over mas, nu een plek met gerenoveerde huizen en villa's.
De kromme van Gauss.

zondag 8 augustus 2010

zondag 8 augustus

foto: Issoire le matin, centre ville

1. Consommation choisies, Prix service compris:
Café noire la tasse 1,20
Bière pression le demi 2,20
Bière bouteille 2,5
Jus de fruit 2,5
Soda 2,5
Eau minérale 2,0
Apéritif anisé 1,8
Plat de jour x
Sandwich x
In Bar de la place, een kroeg aan het marktplein van Issoire, ten zuiden van Clermont-Ferrand, is wat op de kaart naast de tapkast prijkt meteen ook het enige wat ze hebben. Geen café au lait. Melk hebben ze niet.


2. Over Brioude naar Mende. Les colinnes d'Auvergne. In Serverette, aan de oever van le ruisseau de Mezère, is een straatbrocante. In het trage water hangen meterslange plantenslierten. Mende, place Rene Estoup, de regio is Languedoc. Hier begint het slenteren van plein naar plein, van terras naar terras terwijl ik me alleen nog herinner dat ik me niets te herinneren had. Of toch. De koeien van Cantal met een bruingele, rosse vacht. De vlaggen in Mende hadden telkens de foto van een Franse wielergod. Dit jaar was er een ritaankomst van de Tour de France. Roger Pingeon gele trui in 1967, Roger Lapebie in 1938, Octave Lapize in 1910 toen renners er nog uitzagen alsof ze rechtstreeks uit een kolenmijn op de fiets klommen, Thévenet in 1977, Roger Walkowiak in 1956. Er is een fontein, het opspuitende water heeft de vorm van een bloemkelk en overal zijn terrasjes. 's Winters is het een van de koudste plekken van Frankrijk. Florac, Les Cevennes, La Grand-Combe aan de oever van le Gardon, Alés. Net ten noorden van La Grand-Combe is er Café Nogaret, Chez Titoune, een ommuurd, ouderwets en breed terras onder kastanjebomen. Ouderwets is, er is niet geknoeid met de stijl die het jaren geleden al had. Alles bleef wat het was. De kastanjebomen werden dikker, hoger, breder en zelfs dat is niet helemaal duidelijk, meer is er niet gebeurd. Oudjes stierven, een motorrijder kwam onderin het ravijn terecht en in de vele stroompjes vissen ze op forel.

foto: Alés, vroege namiddag

Alés, een wat grotere negorij aan de oever van le Gardon, is een desolate plek. Ik rij door en neem de weg naar Quissac en Sauve. In Sauve is de brocante net afgelopen. Landschappen met kleine variaties op hetzelfde boompje, de zondagseik.
Aan de rand van het landschap hangen touwtjes, horizontaal, twee of drie touwtjes soms een beetje goed komt het uit. Het landschap betreden is niet toegestaan. Wat later Montpellier.

3. Montpellier, le centre historique, Place Castellana, late avond. Graffiti op het gelijkvloers van een pand waar ooit Drogerie J. Estoul was, produits d'entretien "LION NOIR".

De verkeerscirculatie in Montpellier is volstrekt krankzinnig. Beland je met de auto in le centre historique, het historische stadscentrum, ze doen er overigens alles aan om dat te verhinderen en als het je toch lukt laten ze je niet meer los. Voorwaarden zijn daar strikt genomen niet aan verbonden. Om een reden die ze zelf niet meer zouden weten te achterhalen hebben ze er voor gezorgd dat de automobilist in labyrinthische rondjes in het stadscentrum blijft rondhangen, straten die na verloop van wat opeens een uur is een vertrouwd karakter kregen als je er voor de vijfde keer op rij in een wanhoopspoging linksop probeert in plaats van rechtsop, dat laatste overigens helpt geen moer, waarna je op een plek belandt waar je alleen rechtdoor mag exact naar de plek waar je opnieuw geen andere keuze hebt dan links- of rechtsop. Na een uurtje van hot naar her rijden, af en toe negeer ik un feu rouge, is er opeens een auto van een of andere stadsdienst. Ik open het raampje en roep COMMENT SORTIR DE MONTPELLIER, Messieurs, roep ik. Ze hebben weet van de ernst van de situatie, denken hier heel even over na en antwoorden met een vrolijk à droite. MAIS QUOI, A DROITE, corrigeer ik, LA PREMIERE A DROITE OU LA SECONDE A DROITE. Ah mais oui, nog altijd even goedgemutst, un kilomètre. Na een kilometer of drie is er eindelijk toch een straathoek waar geen verbodsteken staat. Ik draai rechtsop en kom tot stand voor een feu rouge. Het amuseert me en ik heb alle tijd. Komt daar een autootje van krek dezelfde stadsdienst in een vlugge maar correct ingeschatte brede bocht dwars over het kruispunt rijden, wel allemachtig, met exact dezelfde snuiter aan het stuur. Goedgemutst opent hij het raampje en roept TRES BIEN MONSIEUR.

zaterdag 7 augustus 2010

zaterdag 7 augustus

1. De eerste koffie op Franse bodem, in een bekertje, is een lauwe en amper naar koffie smakende samenstelling waarover een machine op eigen houtje heeft beslist. Ik had niet eens het bekertje te plaatsen, dat kon de machine zelf.
Ik passeer Aire de Maurepas waaraan ik geen herinneringen bewaard lijk te hebben hoewel ik er ooit, dat moet in 1999 geweest zijn, een kleine rustpauze heb ingelast.
De tweede koffie op Franse bodem, in de kantine van Asserville-Est, is niet veel beter dan de eerste. Tikje meer het gevoel dat het toch al om koffie gaat.

2. Stoppelvelden. La route vers Paris. Dan Melun, Fontainebleu. Aan de rand van het woud staan vrouwen. Ze zitten op barelen, soms op boomstronken, soms in of aan de wegberm, soms midden een wegel, soms hurken ze onder een boompje, een andere keer stappen ze ongedurig heen en weer op een plek aan de rand van de weg. In Fontainebleu een wolkenhemel als een uiteengerokken deken van pluizige watten.
Op een terras des gens, les locaux, qui parlent du château comme des légumes. Il y en a des gros, il y en a des petits. Le château de Fontainebleu, c'est un gros.

3. Bestaan ze eigenlijk nog, dorpen die niet aangetast zijn door snelbouw.

4. Nemours, Montargis, Bourges. Gien op de rechteroever van de Loire. Musée du Cheval Vivant; Musée de la Sorcellerie; Musée du vitre. Als er helemaal niets te beleven valt, hebben ze nog altijd bloembakken of lantaarnpalen met bloementrossen. Ville enfleurie heet dat dan.

5. 18u15. Een tijdstip. Ik ben in Bourges, in een buitenwijk van Bourges waar iemand een paaltje aan de oprit tot een kleine, onopvallende woning met mortelspecie afwerkt. Hij gaat helemaal in die bezigheid op zonder aandacht voor wat anders dan het paaltje. Overal in de wijk heb je volstrekt identieke paaltjes, soms wat hoger, het een wat breder dan een ander maar voor de rest volstrekt identiek. De hele wijk staat er vol van.
Ten zuiden van Bourges beginnen de velden met zonnenbloemen.

foto: voorbijrijden, stoppen, in achteruit tot vlak voor het huis, foto nemen, doorrijden

6. St. Amand-Montrol. Caravans op beide oevers van een smal stroompje. In het restaurant hebben ze, zodra het jachtseizoen begint, ongetwijfeld allerlei soorten wild op de kaart, nu moules marinière, saumon, foie gras, vis naargelang het aanbod van de dag, vandaag lotte of gigot d'agneau, dat laatste is dan wel geen vis, en als voorgerecht bvb croustillon de poulet, wat deel uitmaakt van het menu à 20,00 euro:
Carpaccio de Saumon
ou
Croustillant de poulet ou de chêvre
Grenadin de lotte
ou
Tranche de gigot poële
Fromages
Dessert
Ik ga voor de moules marinière. Moules frites in het Centraal Massief, als dat al niet zou kunnen. Ze komen niet uit Normandië of Bretagne maar uit de Vendée, verneem ik, la côte de Larochelle. Kleine en van nature heel erg zoute mosselen.

De wolken, die er nog altijd als mousse uitzien, dat witte spul waar ze matrassen mee opvullen, vertonen een fraai craquelé, grijze, gevlokte en dunne slierten die tussen de dikkere en veel compactere witte massa's inhangen.

7. Urcay, waar ze alles min of meer lieten zoals het voor het begin der tijden al was. Prachtig kerkje. In de buurt hebben ze ook een museum: Musée du Canal de Berry.
'Excusez moi,' zegt een jongmens, hij stapt om de auto heen, 'je peux vous aider?'
'Mais non, non, je suis en train d'écrire.'
'Ah, excusez moi.' Hij staart heel even naar het schriftje en stapt voorzichtig om de auto heen.



dinsdag 3 augustus 2010

donderdag 5 augustus

Crox-encyclopedie. Vertalingen SVR. Van Ryssen vertaalt de encyclopedie naar het Engels. Is het omgekeerde gewoon. Specialist. Onlangs nog een turf van 700 blzzz. Had het hele ding binnenstebuiten te keren. Een wasmand vol bruine strepen. Voer voor nerds en lui die brommen voor het beeldscherm. Met de encyclopedie andersom, letterlijk, de tekst moet in een idoom met een grammaticale context die niet z'n moedertaal is. Z'n vader's evenmin. Zolang hij maar geen poëzie voorgeschoteld krijgt. Daar worden de grijze celletjes nog grijzer van. van begon tijdens de zomer van het jaar 2004 aan de encyclopedie te schrijven. CarianaCarianne zei dat ze het een sterk idee vond, Kapitein Coene leverde de structuur. De Urtext geeft ook wat fragmenten in het Engelse idioom en lappen waar van beide talen combineert. Een tweede taak dus, naast het vertalen van de in het Nederlands geschreven hoofdbrok, de Engelse stukken in proper Nederlands omzetten. Voorbeeldjes hiervan: green, crox-poem, train, America, Verwée. Ook van zit niet stil. Updates van de Urtext. Het overhevelen van de encyclopedie van oude naar nieuwe structuur, wat in z'n geheel gebeurde, een kunstige ingreep van Luc Pieters, had voor nogal wat gaten gezorgd. Stucwerk. Zo'n encyclopedie is ook nooit helemaal volledig. In de Brittanica, om maar een voorbeeld te geven, ontbreekt Capello, een Venetiaans admiraal, vijftiende of zestiende eeuw, door Titiaan vereeuwigd, bloedmooi, een verrukkelijk portret. In de Brittanica ontbreekt hij. Wel hebben ze er weet van een dame, zelfde époque, verwante naam, die haar minnaar vergiftigde. Zo zie je maar. Toen Capello aan het hoofd stond, verloor de Venetiaanse vloot alle partijen. Heen en terug, toen ging het ook al op die manier. Capello wist niet van de Brittanica af, die bestond nog niet, dat scheelt een slok op de borrel. Stel je voor dat je als admiraal beseft, op je oude dag: ik kom niet in de Brittanica. Maak je geen zorgen, Capello, wij staan er evenmin. En van veldslag gesproken. Gifmengers daarentegen. Het stamlokaal van insecten, larven, wormachtigen, lijken, uitwerpselen. Wat had je daar te zoeken, Capello. Kijk, luister, luister Capello, Capello, luister, ik heb een idee.