donderdag 27 juni 2013

een gebeurtenis

Kwak, Ronny, Ronny Kwak, zei het individu. Hij had me, merkte ik, een stevige handdruk willen geven, maar hield zich tijdelijk in. Ik kende hem niet. We waren aan de praat geraakt toen hij in het park naast me was komen zitten. Zeg ik dat goed? Ik had een vrije namiddag. Alsof ik de hond van Bol opgepeuzeld had, zo voelde het. Over die hond zal ik u een andere keer vertellen. Kwak. Laten we ons aan de huidige feitelijkheden houden. Kwak dus, zo heet ie, had ie gezegd. Kwak was naast me komen zitten, had niet naar me omgekeken. Ronny Kwak. Echt een naam die je eerst in arduin gebeiteld wil zien voor je gelooft dat iemand ook werkelijk zo heet. Kwak, geboren: ooit, in de Heer ontslapen: doet ie zo meteen. Eerst had hij een hele tijd naar de vijver staan kijken. Ik merkte dat hij af en toe naar me omkeek. Asfonteinen spoten hoog boven het park. Het woord asfontein was een ogenblik eerder in een schuifla van m'n hersenpan beland. Ik opende de schuifla, snuffelde aan het zopas bedachte woord, opende het notitieboekje, schreef het op. Asfontein. Ik had in Thirty Poems van Robert Walser zitten lezen, het gedicht op bladzijde 25 - en wat ik nu pas merk, dat het op bladzijde 25 staat:

Prettily painted boats came and went
to and fro, and the mountain
swam in the mirror
just as aptly as a person of spirit

In het voorwoord had de vertaler het over de rijmdwang van Walser gehad. Onderaan de bladzijde stond volgende mededeling: G 403. 1930. Unrhymed loosely alternating pentameters and hexameters. Die zin had ik net gelezen toen ik het individu opmerkte. Ik kom er niet toe om aan zijn plotse verschijningsvorm een minder afstandelijk aponiem te geven. Neem me niet kwalijk dat ik als glijmiddel gebruik maak van een onbestaand woord. Ik heb het opgezocht en met uw goedvinden, ook in het Lexicon van literaire termen komt het niet voor. Dus bedacht ik wat niet bestond, nu het toch bestond, omdat ik het niet over genoemd individu wilde hebben. Ik wou ten slotte alleen maar heel even in het park zitten, een half uur of vijf minuten, hierover zouden omstandigheden of gebeurtenissen beslissen waar ik geen weet van had, en in het boek van Walser lezen kon een andere keer.
Een ondraaglijke walm deed zich voor. De persoon die aan het andere eind van de bank plaats genomen had, bleek geen hinder te ondervinden. Ik tastte in m'n aktentas, vond geen spoor van uitwerpselen.

Geen opmerkingen: