maandag 10 juni 2013

moment

Ik zal u vertellen over iets wat ik een hele tijd geleden heb meegemaakt. Ik woonde in Spanje. Eerst had ik een week op het appartement van Declan Grant geslapen, in het groezelige centrum van Màlaga stad, op het tweede. Met iemand die ik nu Guillermo noem, z'n naam ben ik vergeten, zaten we naar een match van Barcelona te kijken. Af en toe zakte Guillermo naar Algecuiras af, waar z'n ouwe moedertje woonde. Dan was hij drie vier dagen pleite, we wisten dat we z'n goddelijke lach zouden missen, waar we niet druk over deden, Guillermo had die verrukkelijke charme van iemand die zich helemaal nergens over opwond, wat hij deed wist niemand, we gingen er ook niet van uit dat hij wat deed of meer deed dan pilsjes drinken, af en toe z'n ouwe moedertje bezocht, af en toe z'n broek afstak, af en toe ondersteboven boven de toiletpot hing en uit Algecuiras zo'n hoeveelheid pek meebracht dat iedereen die het spul wilde over Guillermo geen kwaad woord had willen zeggen. Ik sliep op de sofa naast het televisietoestel. Na een week of zo vond ik een appartementje. Grant had er gewoond. Met de hospita heb je op te letten, zei hij: geld, wat anders interesseert haar niet. Ik woonde er al bijna een jaar toen ik op een ochtend, eind mei, de auto nam en naar Rincon de la Victoria reed, een negorij aan de Middellandse zee, twintig kilometer buiten Màlaga. Over de baai hing een blauwe schemering. Ik liet de auto aan het strand, klom naar het hoogste punt van de rots. Tien jaar eerder had ik exact op die plek naar de baai staan kijken. Toen was 't een brute rotsbult geweest. Dit keer kreeg ik een tegelpad dat tot het hoogste punt van de rots ging. De promenade bovenop de rots was afgeboord met muurtjes. Ik klom over een van de muurtjes, stapte naar de klif. Stemmen waaiden over de klif. Over de zee hing het blauwe licht van een late nacht. Ik begreep dat alles ophield en opnieuw zou beginnen. Ik keek naar de zee die zich diep onder me bevond. De stemmen van mensen die zich op het strand bevonden gleden over de klif. Alles is mogelijk, besefte ik opeens. Het rad was tot stilstand gekomen. Ik stond buiten het rad, keek naar de zee.





Geen opmerkingen: