Ik at een paëlla.
Ik keek door een raam.
Ik ging op een toiletpot zitten.
Ik opende een deur.
Ik luisterde naar een song van Ween.
Ik krabde aan m'n kloten.
Ik zag het blauwe uitspansel waarin wolken dreven.
Ik las in Microscripts van Robert Walser.
Ik ging op een plek langs en verkeerde in de veronderstelling dat er dingen getoond werden.
Ik zat voor het beeldscherm van de laptop.
Ik snoot m'n neus.
Ik stommelde naar de badkamer.
Van de mailarts die ik van iemand ontving, beantwoordde ik er twee.
Gedurende enige tijd was ik met een strijkkwartet bezig.
Ik begon een studie voor clavecimbel, melodeon en orgel.
Ik tilde houtvoorraad uit een auto, wreef over m'n kale kruin. Een vlieg hield zich bezig met wat van de paëlla gebleven was.
Jongens scheerden over het wegdek. Ze gierden van het lachen.
Ik ging naar achter.
woensdag 26 juni 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten