De overheersende, de dominante, de dominante kleur, een econoom tikt op het ruitje van de kleinste kamer, bezet roep ik, met een politicologe had ik het over Pasolini,
de dominante kleur is Pruisisch blauw, het is niet zo'n stabiele kleur, er zijn varianten bekend, tot laat in de negentiende eeuw hadden ze het er knap lastig mee,
het pigment had de neiging om eenmaal aangebracht een meer donkere toon aan te nemen,
ultramarijn werd grijzig,
de schilders van de achttiende eeuw krabden zich in het haar, maar 's avonds toen ze met de econoom aan tafel zaten werd alles toch weer duidelijk. De dominante kleur.
Er wordt luidkeels gepraat. Aan de tafel waar ik plaats nemen moest, legt een Bulgaar aan zijn echtgenote uit hoe hij het ziet, die dominante kleur, voor zover hij het bevatten kan. De dame zwijgt.
Er wordt luidkeels geboerd, ze praten. De dominante kleur is die van een andere eeuw.
Aan nog een van tafels hebben ze het over zwemmen. Het is een luidruchtige avond. Schreeuwerig.
Cindy speelt met de glazen, weet hoe het moet.
In de buitenlucht breekt de betovering. Ik stap naar de auto. Kalkrotsen rijzen boven het tafereel.
zaterdag 9 november 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten