maandag 29 december 2014

modern

- En het is modern.
Ze zegt het zonder klemtoon, zoals ze en het is een vis gezegd zou hebben. Hij, de minnaar, zit met z'n rug naar me toe. Zij is een slanke brunette met lange armen, inktvisachtige dreadlocks en een korte froufrou, en een gezicht - nu ik besef dat ik haar wellicht niet eens zou herkennen als we elkaar morgen of overmorgen in nieuwe, andere omstandigheden tegen het lijf liepen - dat de gladde, oblonge vorm leek te hebben van de keitjes die ik op het strand van Griz Nez aangetroffen heb, volmaakt gladde keitjes die ik makkelijk minutenlang tussen m'n vingers heen en weer liet rollen zonder het minste spoor van hoek of rand.
De massieve rug van de jongen zit tussen ons in. Ik heb niet meteen de behoefte om lang naar die massieve rug te zitten kijken. Buiten, in de brijachtige duisternis boven het water, kringt af en toe een uit modder opgeborrelde luchtbel over het zwarte vlak.
'Er is geen schoonheid,' zegt de donkerblauwe sweater, één draderige dreadlock over de smalle rand van het kraagje, 'zonder spanning.' Hij heft een van de glazen die zich tussen hen in op de kleine, vierkante tafel bevinden, brengt het goudgele vocht aan de lippen. Ik heb Old Masters van Thomas Bernhard open op bladzijde 96. yesterday, nothing, lees ik, nothing at all. But because people find respect and esteem too difficult for them they admire, that comes cheaper for them, Reger said. Admiration is easier than respect, admiration is the characteristic of the dimwit, Reger said. Only a dimwit admires, the intelligent person does not admire but respects, esteems, understands, that is it. But respect and esteem and understanding require a mind, and a mind is what people do not have, without a mind and in fact totally mindlessly they travel to the
- Nu, het kan helpen.
Ze zegt het net zo emotieloos als alles wat ze tot nu toe gezegd heeft. Ik keek op van het boek, zat heel even naar de donkere sweater te kijken en beëindig nu toch eerst de zin die ik voor me heb, and in fact totally mindlessly they travel to the pyramids and to the Sicilian columns and to the Persian temples and sprinkle themselves and their dull-wittedness with admiration, he said. Ik kijk op uit het boek. In de gelagzaal zit nog een koppel. Ze zitten naast de trap, zelfs bijna onder de trap, hij exact op die stoel waar ik gisteren over een Blackwell gebogen zat. Ze praten niet. Hij is hongerig, zit met heen en weer wapperende benen voor het lege tafelblad.
'Hij zal niet slagen met die naam, dat lukt niet,' zegt de minnaar. Het in een kei veranderde meisje hangt boven het tafelblad, krabt haar voorhoofd, de dreadlocks.
'Dan kan je maar beter een naam als Roskam hebben,' zegt de minnaar. Zij zegt iets. Het lost op boven het tafelblad. 'Wel, Rocker is een naam,' zegt de minnaar, 'Opel. Opel is een naam.' Hij gaat leunen, steunt het te zware hoofd. Een kelner komt langsdoor, serveert twee borden. Haar mantel gaat uit. De kelner, die snel en zo goed als ongemerkt de trap naar het parterre nam, komt aanstappen met de ketchup. Als hij later 'en was het in orde' vraagt, zal de donkerblauwe sweater 'ja, het was lekker' zeggen. Aan de belendende tafel, onder de trap, hebben ze nu pas wat ze besteld hadden. De jongen leunt. 'Mah-hah-djeuh,' zegt hij. Een ogenblik later slieren de spaghettislierten om vork en lepel. Zelden zag ik iemand met zo'n apetijt. Hij schronkt zonder op te kijken naar de dame die met hem aan tafel zit, draait vork en lepel in de spaghettislierten, kiepert tabasco en peper over de maaltijd, smult aan zo'n tempo dat het niet bij te houden is, met elke hap hangen lange slierten uit z'n mond.
Aan de andere tafel heeft de minnaar net twee niveaus bedacht, wat hij duidelijk probeert te maken door de handpalmen horizontaal boven elkaar te plaatsen.
- Ze zijn alles aan het sparen.
Ze zegt het toonloos. Wat ze met alles bedoelt, zegt ze niet. Alles is veel. 'Dit is volgens mij niet normaal,' zegt ze. Wat een idee.
'Neem een kangoeroe,' zegt de minnaar. 'Als ge daaraan begint, zult ge het wel merken.'
- Ik heb het hen gezegd
zegt ze, toonloos. De stagiaires, de fundamentalisten die ze met zalf in te smeren hadden.
Aan de belendende tafel is alles opgesmikkeld. De jongen steunt het opeens loodzware hoofd op de linkerpols, nu hij kennelijk ook de dame, die zoëven nog met hem aan tafel zat, naar binnen werkte.

Geen opmerkingen: