Transcriptie van Sunday 17 November, The Virginia Woolf Diary volume 5; Penguin Books, 1982; p. 339, NOVEMBER 1940.
Ik stel vast, je zou het een net zo elementair als overbodig maar los daarvan toch nieuwsgierig makend oppervlakkigheidje kunnen noemen, dat ik tijdens de lezing, die zoals altijd en ondanks de vooraf aangekaarte goede bedoelingen hieromtrent toch weer net een tik te lang duurt, met een balpen zit te spelen, waarvan ik na verloop van tijd - zonder notities te nemen of dat zelfs maar te overwegen - steeds vaker het knopje indruk, terwijl die handeling, waar ik me de hele tijd door bewust van ben, niet eens door de persoon die naast me zit opgemerkt wordt, of misschien net wel opgemerkt wordt, door een van de aanwezigen, door de persoon die naast me zit, door iemand van de aanwezigen die in lange rijen naast elkaar zitten en net als ik op een net zo overbodige als elementaire manier op het laatste woord van de spreker wachten. Ik had, als ik dan toch zin gehad zou hebben om beschrijvende notities te maken, het profiel van Jess De Gruyter beschreven kunnen hebben, of ik had een notitie over Stijn Van Dorpe gemaakt kunnen maken, die gedurende lange tijd voorovergebogen naar de sprekers zat te luisteren, ergens halverwege de zaal - of misschien had ik een naturalistische studie kunnen maken van de manier waarop Els Moors aan de kleine, ronde tafel op het podium zat - het ritme van de indrukken terwijl iemand voorlas uit een van de boeken, daarvoor ten slotte had ik alleen dat ritme zelf op gang te trekken en schrijvend de lijnen en bochten te volgen die de hersenactiviteit maken zou, tot de woorden als een gummibal heen en weer over het papier zouden rollen en de schriftuur zelf in een bal veranderde; en dan alles wat ik alleen hierdoor opgemerkt had kunnen hebben. Het ritme van een moment. De hoofdstukken van het moment. En dat het dan natuurlijk weer net zo obsessief geworden zou zijn als alles wat ik zag en hoorde, dat ik het later ongetwijfeld gebruiken zou, dat het een stukje worden kon, dat het ook deel uitgemaakt had kunnen hebben van de dingen die ik dan gezegd zou hebben, terwijl de notities eigenlijk al niet meer dan een herinnering zouden zijn. En dat ik wellicht vooral om die reden naar de kale kop van Frank, die voorin zat, en naar het spitse silhouet van Jess zat te kijken, en pas aan het eind van de voorstelling merkte dat de hoofdredactie van onze reeks zich achterin de zaal bevond, vlak bij het barmeubel. Ik drukte op het knopje van de balpen en herhaalde het indrukken van het knopje, een ritme dat ik steeds belangrijker begon te vinden, het werd ook vrijer en losser en nog losser naarmate ik mij er niets meer bij voorstellen kon en evenmin overwoog om het manco op een andere manier op te lossen of in te brengen. Dit is zo een beetje de kern van de zaak, meen ik.
woensdag 18 november 2015
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
nergens geef je het "schofterig mooie" aan, Laura
geef Vincent ook een kans
het bic en tik geluid heeft me niet van de zaak afgehouden
toch bedankt
Een reactie posten