Transcriptie van Monday 18 November, The Virginia Woolf Diary volume 5; Penguin Books, 1982; p. 340, NOVEMBER 1940.
Als hij een zandkasteel bouwt, bedacht ik, zal het zich altijd net voorbij de grillige rand van het natte strand bevinden,
voorbij de vroegste, grootste en natste golf,
niet aan de vloedlijn waar een hond gretig over het natte zand rent
en graatmagere katten tussen half boven de oceaan uitstekende rotsen copuleren,
op een plek waar het mulle zand als een schort tussen de zee en het duin wisselend hoogstens de sporen toont van de anonieme zelfportretten,
het spoor van iemand die tijdens het trage ontbijt in Miller gelezen had,
van kinderen die luid over het strand rennen, van Read en Eliot,
van een snuiter met gladde kin die bij voorkeur niet herkend wil worden,
en naast die plek, bedacht ik, waar iemand in yoga-houding in het eerste licht naar de ontbinding van het imperium had zitten kijken,
als zij het zandkasteel bouwt (wat hij niet doet), zal het zich toch altijd in de vloedlijn bevinden,
in die vroegste, in die grootste en natste golf.
Net om die reden schuilen ze bovenin het kasteel, waar alleen de eerste zin betekenis heeft.
donderdag 19 november 2015
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten