dinsdag 3 november 2015

soms een knoop, soms een vis #7

woensdag

's Ochtends vroeg is er in de straten van Pedregalejo een geur van gebakken vis en kamperfoelie. Op de soms smalle, soms brede voetpaden zijn sporen van slemppartijen en overal een enorme hoeveelheid papierafval.

La Ribera, halftien

Aan het uiteinde van de lange zijde van het buffet, evenwijdig aan calle Cister, vlak bij een van beide deuropeningen, vanwaar je de krantenwinkel had kunnen zien die zich aan de overzijde van het smalle wegdek bevindt, staat een drankautomaat waar om halftien 's ochtends niemand gebruik van maakt.
Het is een krantenwinkel die - anders dan de vele kleine negorijen in deuropeningen, waar sigaren, kranten, tijdschriften, snoep en blikvoedsel gesleten worden - het volledige parterre van een smal rijhuis beslaat. De hoofdzetel van de guardia civil is vlakbij.
Op Plaza Merced 15, het geboortehuis van Picasso, hadden ze eind jaren tachtig een deurwinkel, een keet die door Mahrebijnen gerund werd en, voor zover ik me herinner, alleen blikvoedsel en aanverwante fastfoodspullen bood.
De krantenwinkel in calle Cister heeft, naast de gebruikelijke periodieken en kranten, een ruim aanbod oogverblindende ansichtkaarten en verwante prullaria die zich niet tot Màlaga beperken.

In La Ribera geen toeristen. Het koffiehuis, dat geen terras biedt, wat met het smalle voetpad toch al niet zou kunnen, wordt hoogstens gefrequenteerd door vaste klanten.
De zaakvoerder, voor wie ik een van die klanten ben, van januari tot juli 1988 kwam ik er zo goed als elke dag en het is intussen toch ook al weer dag twee van het nieuwe seizoen, nuanceert bovenvermelde bevinding: de toeristen hebben ze later op de dag, net zo vaak vroeger, rond een uur of acht, en dan meestal in grote groepen.
Over zo goed als de volledige lengte van het buffet liggen in de vitrines in plastic verpakte prefab voedingswaren, koekjes, gebak, zoetigheden en vettigheid. De churros zijn het vettigste wat ze hebben. Hier, in La Ribera, hebben ze niet de Madrileense variant, die minder vettig is, maar de churros zoals je ze overal in Andalusië vinden kan, een knapperige, worstachtige versnapering die openbarst zodra je je tanden in de korst zet en een enorme voorraad bakolie bevat. Ze druipen van het vet.

In de andere hoek, vlak bij de andere deuropening, staat een speelmachine van het type SONIC, met opschrift New Orleans.

Tien uur is het tijdstip van de groendienst. Verpleegsters en dames in groen tenue betreden La Ribera en lui die klokslag tien heel even een korte pauze houden.
De ventilatoren draaien op hoog toerental. De heren wagen zich aan een biertje.

Achterin de zaak zit helemaal niemand.

Ninfa de Cántaro

Op een open plek in het Paseo del Parque staat het geöxideerde brons van een jongedame met een kruik die op de linker heupbeenkam steunt. Het circa 1m50 hoge brons heeft een groene kleur en staat op een kleine, ronde sokkel die zich hoog boven een met azujelos afgewerkt, octogonaal bassin bevindt. Mos, varens en venushaar woekeren over het kleine monument. Uit een van de steunberen klatert een waterstraaltje en aan de voorzijde druppelen sappen in het met kroos bedekte, octogonale bassin. Over het hoofd gezien en verwaarloosd, met tal van kleine planten die de sokkel van boven tot onder bedekken, florissant halverwege de sokkel waar het gesijpel een goede voedingsbodem biedt voor venushaar en mossen, is de nimf van Cántaro het park, net als het park in een woeker van groen, net zo oud als het park, net zo groen als de dadelpalmen en de octogonaal om het kleine plantsoen aangeplante ligusterhagen waar een dame van de plantsoendienst met het sproeien van de aanplant bezig is.

Een schoenpoetser probeert me zo te gek te krijgen dat ik er mee instem dat hij m'n espadrilles een poetsbeurt geven mag. Hij is niet zo imbeciel natuurlijk dat hij het volstrekt overbodige argument niet zelf als zodanig weet in te schatten. Het gaat ten slotte ook alleen maar om de cafa die hij verhandelt, het poetsen van espadrilles en lederwaren is bijzaak, cafa para comer, chocolate - of hashies, zoals we het net zo goed kennen - om van te snoepen. Na tot de conclusie gekomen te zijn dat hij zijn cafa niet aan schrijver dezes kwijtraken zal, probeert hij me een naar verluidt uit Venezuela afkomstig muntstuk te slijten voor het niet onaardige bedrag van duizend pesetas. Voor duizend pesetas mag ik het hebben, het Venezolaanse muntstuk dat bovendien van zilver zou zijn.
'Hombre, para nada,' zeg ik, waarna hij schoorvoetend afdruipt en alsnog het air aanneemt van iemand die om een verkeerde rede afgewezen wordt.

Ik berg het schriftje op en pluk een boek uit de schoudertas, Outside van Marguerite Duras. Een goed idee om net dit boek bij te hebben.

Aan Kiosco Paraguïtos word ik begroet met een vrolijk hola, amigo. De herhaling - ik kwam er gisteren ongeveer rond hetzelfde tijdstip al eens langs - maakt het begin van een nieuw ritueel.
In het parkje is iemand van de groendienst bezig met het bijeenrapen van wat uit de palmbomen omlaag kwam.

1. Met het hola amigo, waarmee de uitbater of intendant van Kiosco Paraguïtos me begroet, is niet meer aan de hand dan het groeten van een figurant die na zijn eerste, te verwaarlozen optreden toch weer de Bühne opkomt, wat mijn rol in zijn stuk kennelijk meer présence geeft dan die van de vele, andere toeristen die plots opduiken en meteen daarna finaal verdwijnen. Dat ik één dag na de feiten opnieuw aan een van de tafels onder de jacaranda plaatsneem, geeft aan dat mogelijkerwijs een ritueel begon dat meer tijd nemen zal dan het meest gebruikelijke.
2. Hoewel ik meer dan tien jaar afwezig bleef, begroet de uitbater van La Ribera me alsof ik een van de vaste klanten ben. Tien jaar geleden schoof ik elke ochtend mee in en dat herinnert hij zich alsof het gisteren gebeurd is. De herhaling, dat iets opnieuw gebeurt, staat in dit geval los van het tijdsverloop.
3. Als ik in een Parijs restaurant naast de uitbater van La Ribera gezeten had, had hij me ongetwijfeld niet herkend en ik hem evenmin.
De uitbater van Kiosco Paraguïtos had me gisteravond in Pedregalejos gezien kunnen hebben, en had in dat geval geen woord met me gewisseld.
Het ritueel heeft alleen betekenis als handeling, plaats en tijdstip samenvallen.

San Agustin

In de schaduwen van calle San Agustin
In de schaduwen van calle San Agustin

Wie zal me groeten en een buiging maken

In de schaduwen van calle San Agustin
In de schaduwen van calle San Agustin

Wie betreedt er het kapsalon waar de dichter kwam
In de schaduwen van calle San Agustin
Wie geeft zijn pet en niet alleen zijn pet aan de bedelaar
In de schaduwen van calle San Agustin

Wie zal me groeten en een buiging maken
In de schaduwen van calle San Agustin

Waar ze op elf niet alleen een kapper hebben
In de schaduwen van calle San Agustin

Waar ze op elf niet alleen iemand hebben die weet
Hoe hij van een kin de struiken scheren moet scheren moet
In de schaduwen van calle San Agustin

Wie zal me groeten en een buiging maken
In de schaduwen van calle San Agustin

Op huisnummer 11 een Asociacion Islamica
en het bordes waar ze geen kapper hebben
en het bordes waar ze geen kapper hebben

Mussen vliegen op en nestelen zich op het balkon
In de schaduwen van calle San Agustin

Op het balkon van het Islamhuis waar ze geen kapper hebben
In de schaduwen van calle San Agustin

#2

De deur van huisnummer 11 staat op een kier. 11 herbergt de Asociacion Islamica de Màlaga. Iemand met een toepetje stapt richting calle Granada. Het theehuis bevindt zich op het parterre van huisnummer 11, waar zich voorts alleen ter hoogte van de eerste en tweede verdieping graffiti bevinden. Op het terras twee meisjes die een lichte maaltijd gebruiken. Tussen huisnummer 13, bar Tomes, en 15, waar een spandoek hangt, is een smalle doorgang, calle San Jose, die trechtervormig na een tiental meter nog smaller wordt en in dikke schaduwen verdwijnt. Net tussen beide huisnummers in staat opeens een Sancho Panza-achtige meelzak, die z'n broek zonder riem ongetwijfeld tot de enkels had gehad. Hij is zo dik dat hij het moeilijk heeft met de ledematen die onder z'n barbaarse balg puilen, en hij bekijkt me alleen omdat je altijd eerst het plaatje bekijken moet, of het vreemde dingen bevat of niet, en slechts daarna stapsvoets nieuwe dingen veroveren kan. De dikzak waggelt naar de poort van het Museo, draait zich om, maakt een poging om zich naar het andere uiterste van San Agustin te begeven, wat hij meteen opgeeft. Zonder betekenis staar ik naar het vette gewaggel.

kamer 108

Het kamertje achterin Pension El Nogal is een hok van circa tweeëneenhalve meter op drie. Tussen de rand van het bed en het met witte lattestores geblindeerde raam: drie stappen. Tussen het voeteind van het smalle bed en de doorgang naar de kleine toiletruimte: anderhalve stap.
Het kamertje heeft witgrijsgespikkelde vloertegels, wit, korrelig behangpapier, een wit plafond en twee deuren. De van beide belangrijkste deur, drie stappen van de bedrand verwijderd, geeft uit op een mezzanine, de andere op een minuscule ruimte die niet alleen een wc-pot en een vlak bij de deurpost gemonteerde lavabo maar ook een smalle douchecel biedt. Kamer 108 is een eenpersoonskamer en het bed is een eenpersoonsbed, hoewel je makkelijk met z'n drieën op de rand van het bed zou kunnen zitten, in de kleine badkamer zou ook nog iemand op de toiletpot plaats kunnen nemen, ook in de douche is ruimte voor één persoon, aan het geblindeerde raam kunnen desgewenst twee of drie personen plaatsnemen, aan de rand van het bed - waar zich een met donker fineer afgewerkte nachttafel bevindt - kunnen ook nog eens drie mensen, terwijl de jongen die tegen de nachttafel leunt de kalashnikov binnen handbereik houdt om het niet moeilijker te maken dan hij wenselijk acht. Het nachttafeltje overigens heeft niet één maar drie laden. Op de stoel naast het ronde tafeltje onder het geblindeerde raam zit niemand. Het televisietoestel, dat zich tot gisteren op het ronde tafeltje bevond, kwam eerst naast, later onder het tafeltje te staan op exact 1 meter van de badkamerdeur. De jongen met de kalashnikov stapt naar de mezzanine, steekt een sigaret op en roept iets naar een van de dames die zich op het parterre bevinden.
Aan de muren, over die muren heb ik het geloof ik niet eerder gehad, hangen drie werken. Er is een foto van witte en blauwpaarse irissen, wat ter hoogte van het tafeltje aan de muur bevestigd werd. De andere werken bevinden zich aan het hoofdeind van het bed en bieden een bloemstuk en een zonsondergang.

het strand

De zee is een en al beweging en tegelijk net zo vlak als een biljartlaken. Ik heb me over het donkere strand naar de rotsblokken gewaagd, geen waaghalzerij, een kleine wandeling over het bleke zand met kakkerlakken en de voetsporen van wie zich eerder op het strand bevond, tot ik voorbij de stugge rotsen alleen nog het vlakke buitenverblijf van de Bahia de Màlaga voor me heb en de visjes die in grote scholen heen en weer gaan in de volle, vlakke deining.
Over het hobbelige zand stappend, tussen kakkerlakken en de dollartekens van andere soorten, herinner ik me dat Pablo Ruiz Picasso net van dit strand, want ook toen lagen de rotsblokken er al, een impressie schilderde, een doek dat wellicht in het Museo hangt.
Vlak bij het grote doek van de oceaan hebben de rotsen een bruine kleur, een bruin dat soms bijna roest is en op andere plekken variaties met grijs en blauw toont. Een krab klautert zij- en zeewaarts over een van de roeste stenen. Iemand heeft er verf gemorst en net op de plek waar ik plaatsnam, aan de voet van de vlakke golving, is het lek van een filtersigaret. Verderop, rechtsop, zitten twee meisjes net als ik naar de zee te kijken, terwijl op het duistere strand twee heren badminton spelen en op nog een plek de liefde bedreven wordt. Motorsloepen schuiven door de ingewanden van het papier-maché. Zelfs het lege bord is een kunstwerk.

zee

Ver aan het einder is onweer boven de oceaan. Over het strand sluipen de katten van Pedregalejo. Op de andere oever is Afrika.
De bliksem en het gerommel is zo veraf dat het net zo goed van een van de heren op het terras had kunnen zijn.
Na het visje opgepeuzeld te hebben, gaat de rosse kater net zo gek als een hond onder de belendende tafel zitten. Het gebakken visje moet wel van net die tafel komen, meent hij.
Ik werp nog een visje. De kat kijkt stomverbaasd om zich heen, weet de prooi niet eens te lokaliseren hoewel de lekkernij pal voor z'n smoel terechtkwam. Gek. Heb ik het 'm uit te leggen? Nee. Waarom. Ik werp nog een visje.
Hoewel het dit keer pal naast een van z'n poten terechtkomt, lijkt de rosse kater niet door te hebben wat er de bedoeling van had kunnen zijn. Hij zit stom voor zich uit te staren. Zou vriendschap op een misverstand berusten? Net als eerst gaat hij onder de andere tafel zitten.

Ik stap over het strand naar de zee, neem plaats op de rotsblokken, kijk naar de zee en het trage deinen. In de deining is een school. Bocquerones. Ze gaan op en neer in de dikke deining, in de zwarte inkt van de holle zee.

Iets buiten de kust drijft een blik frisdrank op het holle water.

Geen opmerkingen: