woensdag 9 december 2015

woensdag 9 december

Transcriptie van Saturday 9 December, The Virginia Woolf Diary volume 5; Penguin Books, 1982; p. 250, DECEMBER 1939.

Vandaag.
Gisteren.
Overmorgen.
Zo'n dag is het. Een donderdag, een vrijdag, een dinsdag. Een ochtend met storingen die vlak boven het wegdek hangen.
Zo'n dag is het, vermoed ik.
Een woensdag? Ja, misschien. In de slaapkamer is zonlicht. Het is een fijne ochtend, ik woel in het donsdeken, krab aan m'n rug, kruip onder het donsdeken vandaan. Uit het zonlicht op de witte muren valt niet op te maken of het een zaterdag of een dinsdag is.
Eergisteren.
Morgen.
Vandaag. Zo is het, veronderstel ik. De ochtenden prikken altijd dezelfde dag. Nooit is het vorige week dinsdag of overmorgen.
Napoleon bestaat. Ook vandaag spreekt hij de kanselarij toe, wat hij gisteren deed en ook morgen zal doen.
Ik snipper look over het geitenkaasje, klim naar de zolderverdieping, herinner me met elke stap niet eens de vorige stap. Alleen met het schrijven is een herinnering aan wat gebeurd is. In het zolderatelier is gretig zonlicht vandaag. Heel even is de drekpoel van de dertiende eeuw verleden tijd en met de baby-keizer is het eerste probleem dat van een rotte kies.
Ook morgen had gekund.
Ook Kerstmis had gekund.
Dan gaat het in een limousine naar Audreselles.
Voor het eerst aan het stuur van een limousine. Dichte mist. In die dikke vlokken geen centimeter waarop je vertrouwen kan.
Aan de wegrand oudjes die jammerend op een smartphone kauwen. Voorbij het bushokje de dikke mist van nog een eeuw.
Ook nog een eeuw had gekund.
Een dozijn dingen die je dan voor mekaar had willen krijgen, in nog zo'n eeuw.
Met Napoleon in de dikke sneeuw.
Redeneren hoe en waar het fout liep. Een van de leden van het forum stak een mes in z'n vette balg.
Daar is weinig van terecht gekomen. Gisteren,
vandaag.
Overmorgen. Ooit. De wiskunde van een moment. Tot het moment explodeert en met die explosie ook Freud uiteenspat in het gewarrel van nog een machine.

Geen opmerkingen: