zondag 28 augustus 2016

à l'italienne

Met hoeveel ze daar zo aan tafel zaten, waar het dikke, onhebbelijke musje van tijd tot eeuwige tot geeuwige tijd in d'r flidderfladdertjes zit te mokken, tot de barman er een punt, er een puthoofd van krijgt, een vriendelijke jongen die barman, stoer, niet al te spraakzaam, degelijk, serveert de rosé, een goeie rosé, met drie blokjes ijs en een parmezaans ik zou je best wel over je bol willen aaien maar ik doe het niet, en met hoeveel ze daar zo aan tafel zaten, Mauro wenkte me, kom er bij kom er bij zitten, zei hij, come over here, sit down, down down down, nu ik dit schrijf hoor ik Waits door de speakers loeien, DOWN DOWN DOWN, met verbazingwekkend diepe uitroeptekens, zich dwars door m'n blote bol tot m'n kale kloten uitstrekkende uitroeptekens, down,,, down,,, down,,, en ik ging dus zitten, want er was toevallig nog één stoel waar niemand zat, en wie zat er zo allemaal, waar het bultige, onhebbelijke musje van tijd tot eeuwige tot van geeuwige tot geeuwige tijd amen in d'r flodderfliddertjes zit te mokken, nu, zoals ik al zei, Mauro natuurlijk, come over here, sit down sit down, hattie gezegd, en ik ging, ik ging zitten, ik nam om het zo te zeggen, ik nam plaats, hoewel ik eerlijk gezegd niet op m'n plaats zat in dat deftige gezelschap, om te beginnen Mauro die met een vingerknip drie gebraden hoentjes uit het niets tevoorschijn tovert, hopla, flipperdeflap, drie hoentjes, en hoentjes zoals alleen Mauro ze braden kan, maar het hachelijkst, zo kwam me voor, het hachelijkst, om het niet over de hoentjes te hebben, was dat die ene stoel waarop niemand zat zich naast de stoel bevond waarop een van de nakomelingen van Mauro zat, ik wist niet hoe ze heette, ik had haar vaker met in spekvocht gebraden eendenborst over het voetpad zien stappen tussen niet te benoemen punten A en B en C en D, de algebra van haar plotse, meetkunde, de meetkunde, de, de wis, de wis, het gesinus en het gecosinus, het genie van haar altijd plotse aanwezigheid, maar hoe ze heette wist ik dus niet en omdat ik net in deze materie heel erg onzeker ben, zoals je wel vaker hebt met een radicaal sujet die opeens geen vlieg, of wat anders, monsterlijke dingetjes, u weet net zo goed geeneens waaruit ze tevoorschijn zouden kunnen kruipen, zo is het, amen, ik stap maar eens op, alles is wat het is en is is tegenwoordig inderdaad zowat het enige waar het gesproken en geschreven woord het over hebben wil, is is is is, van neerbuigendheid gesproken en van iets te nonchalante goden, en dus zat ik er aanvankelijk maar wat voor spek en bonen bij, ahum, tja, voor spek en bonen inderdaad, in een gezelschap waar zich gauw een zekere Gianni opmerkzaam maakte, een ruige vent met een smoel tot het eind van nadenken over wat voor smoel precies, die ik om een of andere reden zo goed als meteen sympathiek vond, maar alles heb een achterdeurtje, ook de reden waarom ik Gianni, die er kutclitoraal van uitging dat hij met een mietje te maken had, sympathiek vond, wil u weten waarom, wil u weten waarom, als u wil weten waarom zal ik u zeggen waarom, omdat Gianni er geen korst aan bakte dat net hij me onzettend sympathiek vond zodat ik 'm van de weeromstuit zonder dat ik daar over na te denken had opeens heel erg aardig vond, van de pet geplukt maar zo is het wel, en om dus terug te komen op wat ik zoëven had willen zeggen, er was Mauro, dat is één, hij was zo een beetje het begin van alles, er was Cosima, want zo heet ze denk ik, er was Gianni en Jotie, nog een half dozijn geluksvogels en ook een meisje die zei dat ze Edith heette. Italianen moet je geen geweten schoppen, daar hebben ze geen zak aan. Fair is fair. Ik wist niet wie ze was. Ik had Pasolini bij. Pasolini en Giotto, eeuwig een en hetzelfde. zou ik daaraan moeten meewerken, en tegelijk afscheid nemen/ van een heroïsch en gepriviligeerd weten/ las ik, dat met de werkelijkheid tracht te sporen en er de harde eisen van verdedigt./ Iets wat ik elders, in een andere context, zou kunnen doen./ Tja, natuurlijk zou ik me dan/ Ze vroeg of ze Pasolini aanraken kon. Aanraken, inkijken, doornemen, actieve werkwoorden. Have you heard the latest news on China, zei Mauro. China? zei iemand. Een ossenspan schoof radicaal hedendaags over het wegdek. No, what... zei iemand. Cosima nam de flaptekst door. Well, the bad news, zei Mauro, they landed on the moon. Oh jee, zeiden we. And the good news, zei hij alsof het voorts eigenlijk geen zak uitmaakte: All of them. Onder de beugel kwam een fles natuurwijn op tafel. Daar dronken we van. Met Pasolini was het gesprek op film gekomen. Mauro zei dat Amarcord je me souviens betekende en dat hij in een film van Pasolini gespeeld had, in Decamerone, in een scene met maanlicht. Pasolini en Rosselini hadden vaak in Rubio gefilmd, vernamen we, waar hij vandaan kwam. Zijn favoriete pizza is de ciclista, een pizza met roosmarijn, olie en look en verder helemaal niets. Wow. Fuck. In Rubio, zei hij, heb je een bier en een pizza voor 7 euro en drinkt het jonge volk champagne. Het biertje gaat aan 5 euro, de pizza wordt er bij wijze van spreken gratis bijgeleverd.
Een bedelaar strompelde over het voetpad, hield halt bij het luidruchtige gezelschap. Een sigaretje... probeerde het scharminkel. Mauro en Gianni keken op uit het gesprek. Ze hadden Marlboro. Als het maar rookt, gromde de bedelaar.
Weet u waarop ik zat te denken, alsof m'n kop in een kauwgombal veranderd was. Maar dat wil u toch helemaal niet weten. Hoepel op. Godverdomme. Klootzak.
Zelfs de jongedame, waarover ik het los hiervan niet hebben wil, bleek er van uit te gaan dat de moord op Pasolini een omega weet ik veel wat is, iets waar niemand ooit een duidelijk antwoord op zou kunnen hebben.
De fascisten hebben Pasolini vermoord, zei ik. Ze keek op uit het boek. Uit welke bladzijde? hart, met je gevoelige woede! Bladzijde 61. 'Alle politiek is realpolitiek', strijdlustig/ hart, met je gevoelige woede!/ Of neem bladzijde 95. Wie gelooft in mooie gevoelens/ en in onschuld/ moet streng/ worden veroordeeld./ Of neem bladzijde 113. De misselijkmakende maskers die de jongeren over hun gezicht trekken en die hen al even lelijk maken als oude hoeren ( Een politieke moord, zei ik, het Vaticaan, fascisten, de maatpakpinguïns. Uiteindelijk komt het hier op neer dat niet alleen jij of zij of ik maar iedereen Pasolini neerstak.
Over het wegdek glijdt een Maserati sebring. Het gesprek komt op La piscine. Mauro duikt weg over het voetpad en komt wat later met une bouteille blanc Anjou, Les Guinechiens. Nacht daalt over het areaal, een nacht met het gebaar van tijdloosheid, het geroezemoes, Duras, het aangename geluid van een motor, van de stemmen op het terras, een moment met het niet te benoemen totaal van andere dingen, Borges, alles is alleen nog die ene syllabe en een opeenstapeling van woordenboeken die niemand las. De geuren, het geroezemoes.

zaterdag 27 augustus 2016

pluimvee

De plek op het terras is nooit dezelfde. Soms
een hond, soms een dief.
De partijen zijn nooit dezelfde partij. Europa gevleid
met iemand die het met de kippen doet,

met iemand die een voorkeur voor het pluimvee heeft.
Pier Paolo Pasolini had het voor de jongens.

Onder de platanen zit ook een meisje dat in Utah bomen bestudeerde,
zit een jongen met blote benen,
zit een vrouw met wie ik de liefde bedrijven zal. Ach, Amerikanen.
Voor het kind zal ik de totem zijn, een op schaduw knabbelende hond.

Vrouwen marcheren naar het kantoor, bellen aan. Achterin een taxi
zit ik verveeld naar het plein te kijken. Commisaris.

En dan zit ik toch weer over een andere eeuw gebogen
en het verveelt me. Veertig minuten zonder wat anders dan een eiland
en de laatste stappen van een dode keizer.
Niemand wil weten wat ik weet, niemand wie jij bent. Waar je vandaan kwam?

De hond leek te weten hoe het zat.
Met pluimvee moet je niet denken hoe het zit.

vrijdag 26 augustus 2016

nacht

Aan de hoek met het Indische restaurant is een groepje luidruchtige Afrikanen met drie meisjes bezig. Op het plein onder de bomen zijn alle terrassen dicht, het is flink na middernacht, op één enkel terras na waar zes tafels zitten. De waard, een grote en brede jongen met bruine huidskleur, kuiert tussen de groepjes. Dorre bladeren hebben het op een akkoordje gegooid. Ze willen niet moeilijk doen. In het harde zonlicht was het ze opeens teveel geworden, vermoed ik. In de Sierra de Màlaga herinner ik me dagen met zo'n loodzware hitte, eind juli, begin augustus, dat ik niet langer tot denken in staat bleek, geen notities bijhield, het autootje over een bochtige weg door het hoogland stuurde tot we bij de tent van een boer uit Cordoba belandden die in die tent watermeloenen sleet - midden de Sierra, op een onvergetelijk hete dag, met alleen het wegje, een tweesprong, schrale glooiingen en rotsbulten hoog boven het areaal, en zoals later bleek ook nog een garage en een door het woeste zonlicht aangevreten behuizing aan de korrelige rand van een schaalvormige kom in het landschap - watermeloenen die in een brede, stilgevallen stroom met het hoogste punt bijna tot het dekzeil reikten. De aanblik van die enorme hoeveelheid watermeloenen, in een hitte die vermorzelend boven de Sierra hing, overrompelde ons, alsof we opeens, onvoorbereid, voor een replica van het Isenheimer altaar stonden, zonder de brochure die ons uitgelegd had kunnen hebben wat ons net in die tent te wachten stond. Grünewald of Sebald, tot wie of wat verhoudt zich zo'n moment, een moment dat lui boven zichzelf uitsteekt; met één houw klieft de tuinder een van de enorme meloenen, een meloen die hierdoor opeens nog groter is dan de eerste aanblik bood.
Geroezemoes vloeit heen en weer over het terras. Een volstrekt overbodig verkeersbord licht op in het oranje knipperlicht van twee verkeerslichten, vlak bij een van de hoeken van het plein, die net zo goed volstrekt overbodig zijn. Aan twee keer per seconde licht het verbodsteken op, zonder meer betekenis dan het overbodige failliet.

Van alle boetes is de parkeerboete de smerigste. De parkeerambtenaren die aangesteld werden om de overtreding vast te stellen en uit te voeren, vaak jongens en meisjes zonder ander diploma, sluipen als ratten over het voetpad, zich over het voetpad slepende drollen die je vooral vermijden moet. De smerige teneur van het parkeerbedrijf is eigenlijk ook wel makkelijk uit dat sleperige masochisme af te leiden. Wie aan het parkeerbedrijf belandt is zo'n sukkel dat hij of zij het bij voorkeur niet weten wil. In een vilbeluik zijn ze beter af.

De uitbater begint de stoelen en tafels weg te ruimen. Ik ken het fenomeen. Het doet me om een of andere reden aan Robbe-Grillet denken en Les gommes; met elke tafel verovert hij terrein op het uitzichtloze verre moment dat de keet dicht kan.
Die voorlopig nog steeds onontwarbare kruinen en toch de eerste zin van Les yeux bleus cheveux noirs, en het openslaan van het plein op net die bladzijde, déjà, étalé devant la ville, baies et vitres ouvertes, de gesprekken onder de dikke boomkruinen, Duras, springerige muziek. Een late auto komt voorlangs. Onder de bomen op het plein is geen beweging.

Stel je voor, zegt een van de jongens, je gaat slapen en dan word je wakker en lig je in een kamer in Warschau.

woensdag 24 augustus 2016

kauwgom

Misschien toch niet zo'n goeie beslissing om me die bijna verzamelde gedichten aan te schaffen,
terwijl ik de wel verzamelde gedichten van Kerouac had kunnen kopen, duurder, veel duurder, duurder en complexer.
Na twintig gedichten, zo'n beetje lukraak, heb ik het niet langer voor de gevierde dichter. Ik heb het ook nooit voor The Beatles gehad.
En kijk wat er op de achterflap staat, iets wat Zwagerman gezegd zou hebben:
Hij 'is in zijn eentje The Beatles van de Nederlandse poëzie.'
De gedichten zijn vaak zo vloeibaar dat je vergeet dat ze lettergrepen hebben. Jambes, trocheeën, dactyli, amfibrachi, anapesten en spondeeën;
hoewel het nog net niet verzamelde werk van de gevierde dichter er ongetwijfeld niet als zodanig bedoeld volgestouwd mee zit, heeft bijna elk gedicht de kauwbaarheid van zo'n lekker ouderwetse kauwgombal,
van die heel erg dikke kauwgomballen die je voor 5 Bf,- uit een kauwgomballenautomaat halen kon
waarbij je nooit op voorhand wist of 't een gele, een roze, een blauwe of een witte werd. Zo zit het met de poëzie van de gevierde dichter,
na verloop van tijd kan je er centimeterlange amfibrachi mee maken, dactyli van een halve meter. En gaat een van die amfibrachen stuk en knapt de kauwgomsliert,
dan eindigt het alsnog met, naar keuze, sterk sterk, zwak sterk, sterk zwak.

Waarom ik dan toch het bijna verzamelde werk van de gevierde dichter kocht? Omdat de misleidende eenvoud van zijn gedichten me beviel. Omdat het zwart-witportret op de cover me beviel, die lieve, vriendelijke kwajongenskop van de dichter op nog net niet middelbare leeftijd. Omdat het volume me beviel, een lekker dik boek met meer verzen dan je op je dooie eentje in één week lezen kan. En die misleidende eenvoud van een misleidend eenvoudige lyriek. En dan hou ik het om wat voor reden ook opeens niet langer uit, ik sla het boek dicht, waarom? & schuif het vriendelijk van me af.
Onder het pas aangeschafte volume blijkt zich Vaarwel en beste wensen van Pier Paolo Pasolini te bevinden en daaronder iets van Nabokov, iets van mezelf en Allemaal gedichten van Gerard Herman.
Pasolini valt open op bladzijde 57:

Ik neem alle schuld op mij (mijn oude,
nooit opgebiechte roeping, een kleine moeite),
de schuld van onze hopeloze zwakheid

waardoor miljoenen van ons niet in staat waren
tot het bittere einde door te gaan
met een gemeenschappelijk leven. Het is voorbij,

tralala, zingen we dan, de laatste bladeren
van de Oorlog en van de martelaarsoverwinning
vallen en worden steeds schaarser,

beetje bij beetje kapotgemaakt
door wat de realiteit moest gaan worden:
die van de goeie ouwe Reactie

én van de mooie, ontluikende Sociaaldemocratie, tralala.

Ik neem (met veel plezier) de schuld op mij
omdat we alles bij het oude hebben gelaten:
de nederlaag, het wantrouwen, de vuile

hoop van de Bittere jaren, tralali.
Ook aanvaard ik de verscheurende
pijn van de zwartste nostalgie

die zich alles waar we om rouwen
nog zo waarheidsgetrouw voor kan stellen,
er haast nieuw leven in wil blazen, er de geschonden

voorwaarden van hoopt te herstellen, tralalaa... (1)

En als jullie dan vragen waarom ik dit gedicht verkies boven veel andere gedichten, & het makkelijk vijf keer na elkaar lezen kan,/ Tijdens de maaltijd,/ ze hadden het bestek over het hoofd gezien, een koolwitje warrelde over het plantsoen, het helderblauwe uitspansel stond strak als vers tafellinnen, een duif vloog op uit een van de bomen aan het water, gedurende minstens anderhalf uur was er geen zuchtje wind, traag schoven motorsloepen over het ondiepe water, op het voordek van een van de sloepen lag een halfnaakte dame of een knaap die zich in z'n eentje helemaal tot vlak bij de voorsteven van de sloep gewaagd had, koolwitjes in een milonga boven geschoren taxushagen, de rivier vlak als een biljartlaken, een jogger die in een schreeuwlelijke outfit over het jaagpad zwoegde en een camion met tonnen bier die traag de remheuvel nam, hard optrok, andere voertuigen, fietsers, jonge vrouwen in dunne kleding die naar een onbepaalde eindbestemming stapten,/ tijdens die maaltijd, een mes viel, het incident leek niet zo meteen een oplossing te hebben, zat ik, ook al weer zonder andere oplossing, naar het gebalk van een heerschap te luisteren, noodgedwongen, omdat hij nu eenmaal zo luid sprak dat zelfs de eenden het hadden kunnen horen, die zijn tafelgenote duidelijk probeerde te maken dat ze voor haar verjaardag een mis had te doen. Het is een gelegenheid, zei de dame. Dat is zo, zo is het, zei hij, het is een gelegenheid. En hoe keurig zat het met de liguster- en taxushagen waar op het hitsige gewarrel van twee koolwitjes na helemaal niets te beleven viel. Tot een van de obers het mes opmerkte.
Toen was ik me natuurlijk niet bewust van het feit dat ik het over Poésies 1953-1964 zou hebben, de gelegenheid om het daarover te hebben had zich niet aangeboden en van Ingmar Heytze had ik helemaal nooit gehoord.
Mijn interesse in het poëtische oeuvre van Pasolini begon met Poésies 1953-1964, wat ik me in 1989 of in 1990 aangeschaft moet hebben, toen Fnac nog titels bood waar ik van wakker liggen kon. Het is een édition bilingue van Gallimard in de collection poésie, met een choix tiré uit trois receuils, Le Ceneri di Gramsci, La Religione del mio tempo en Poesia in forma di rosa. Deze editie is gedurende enige tijd, ik schrijf opzettelijk niet lange tijd, een lijfboek geweest. Ik was meteen voor Pasolini gewonnen en de recente vertaling van Piet Joostens geeft aan dat zijn poëzie op mij het effect van een niet te beredeneren coup de foudre heeft. Dat heb ik ook met de films van Pasolini.
Heb ik met Pasolini een favoriete lezing? Jawel. Ze komt voor in de vertaling van Piet Joostens. Una disperata vitalità is een van mijn favoriete teksten:

Come in un film di Godard: solo
in una macchina che corre per le autostrade

op de Franse bladzijde:

Comme dans un film de Godard: seul
dans une voiture qui file sur les autoroutes

(1) Pier Paolo Pasolini, Vaarwel en beste wensen, blz. 57-58; Podium 2016.

maandag 22 augustus 2016

een avond

In de keet waar ik met de geschiedenis van mijn tanden onder een wereldkaart voor het naakte tafelblad zit,
zie ik in de dwalende duisternis van de dingen een nummerplaat,
de bleke nummerplaat van iemand die van Quebec naar Ontario en Manitoba reed, van iemand
die in een nederzetting uit de auto stapte, het witte kruis
op een vierkant en het Aziatische meisje dat de tafels doet, ik kijk naar het als aardappelsoep aangeboden landschap,
naar de nummerplaat van een auto uit Quebec, de lettertekens op een fond die de kleur van akwarelpapier benadert, 120E217,
en onder dat kenteken de mededeling: je me souviens.
En dan ook nog een Pavlovreflex: Georges Perec.

a portrait of sophie podolski

in this liquid she bathed her feet
in this liquid she bathed an elephant
in this liquid she bathed her breasts
in this liquid she bathed the infant
in this liquid she bathed her brain
bathed unemployment
in this liquid where he and she bathed
in this liquid where you bathed
in this concentrated liquid with horror and shadows
in this liquid she bathed her genitals
in this liquid she bathed her aarh-Erlebnis
her first coin
in this concentrated liquid of blood and mirrors
in this concentrated liquid of love and human deeds

zaterdag 20 augustus 2016

alfabet

Abrahams, Jean-Jacques /L'uomo col magnetofono, L'Homme Au Magnetophone. Publiceerde alleen dit ene boek. Komt niet voor in wikipedia. Overleed in 2015. Koen Brams zou over een exemplaar van de oorspronkelijke editie beschikken.
Brams, Koen
Dachy, Marc
Harvey /Sitting in a wheelchair
Hitchcock
Images /Brusselse boekhandel
Joostens
Luna Park /Brussels magazine, editeur Marc Dachy, wat twee episodes had. De eerste episode, van pakweg midden jaren zeventig tot begin jaren tachtig, was, meent Naninga, de meest interessante episode. Binnen de context die het bood, bood het meer dan van Borremans tot heden. Luna Park linkt aan een selfie van Hitchcock, het van de pot gerukte Strangers on a Train.
Naninga A/Altona/Altamira/ zeventien robots nummer 4. De publicatie heeft het oeuvre van Jean Jacques Abrahams als brongebied. Begin jaren vluchtig heeft een belangrijke datum. Robberechts zit achterin en Koen Brams zou over een exemplaar van de Italiaanse editie van die ene publicatie van Abrahams beschikken. Naninga overweegt om aan wikipedia het item Abrahams toe te voegen, maar niet voor de nieuwe Italiaanse publicatie, waar ook zij een bijdrage heeft. Wikipedia, zegt ze, werkt alleen als het referenties heeft.
Pasolini
penis
Podolski, Sophie /Van Sophie Podolski zijn hoogstens vier vijf foto's. Op een van die foto's zit ze met een waterval aan krullend haar aan een tafel met boeken. /Sophie Podolski, Translated by Joseph Kaplan and Paul Legault/ from The Country Where Everything is Permitted /It's necessary that one knows that there are geniuses( troubled by the fact of being - without this they'd be guilty( - the dirty habits of physical mind - it is true, Cactus,( you underestimate yourseld - I do not. The door - the grill( - the breasts of a girl - a holy woman - must be treated( with /the/ utmost respect when she visits the village.( Here's the liquid in which she's bathed her feet (liquified(
Geen goeie vertaling, vind ik. Het gaat al meteen fout in de eerste zin waar /One should know that there are geniuses( troubled by the fact of being/ had kunnen staan. Ik beschik niet over het origineel, maar deze Engelse vertaling gaat toch echt wel gebukt onder woord voor woord vertalen met fraseringen die niet bekoren.
Voorbeeld: the breasts of a girl - a holy woman - must be treated( with the utmost respect when she visits the village.( Hier had net zo goed kunnen staan: with utmost respect.
With utmost respect when she visits the village.
Het lidwoord, the utmost respect, is volstrekt overbodig.
Ook Here's the liquid in which she's bathed her feet is van de pot gerukte kromtaal. Here is the liquid in which she bathed her feet, is beter, In this liquid she bathed her feet nog beter.
Een vertaling hoort van het nieuwe idioom uit te gaan en onder geen beding een stapvoetse vertaling te zijn. Dit laatste bovendien, het volgen van een versvoet, is niet aan de orde, dit gedicht van Podolski immers is zonder versvoet.
Poljotkin /De Engelse vertaling van het gedicht De hand die een hond werd, naar verluidt het enige gepubliceerde gedicht van Nikifor Poljotkin, is, meen ik, niet op de oorspronkelijke tekst maar op een Duitse vertaling gebaseerd.
Reactor /Een stuk van Frank Van de Veire over Vaarwel en beste wensen, de editie met poëzie en polemieken van Pier Paolo Pasolini, vertaald en samengesteld door Piet Joostens.
Robberechts
Robot Zeventien robots
Solers, Philippe
trein /Met de trein neemt het dertig euro heen en terug Brussel Parijs.
Van de Veire, Frank /Provoceren uit liefde, over Vaarwel en beste wensen, Poëzie en polemieken van Pier Paolo Pasolini; deReactor.org.
Zeventien

maandag 15 augustus 2016

jazz middelheim #2

Dag vier begint met Craig Taborn. Er is een aangename sfeer onder de bomen in park Den Brandt. Het solo concert van Taborn is onwezenlijk vroeg, net na het middaguur. Wie Taborn een beetje kent, ik alleen van een in 2012 opgenomen cd, waar we in de auto naar luisterden, ook toen we eergisteren naar Middelheim kwamen rijden, weet natuurlijk dat dit het moment van Jazz Middelheim 2016 wordt. Het Avishai Cohen quintet van zaterdag was heel erg goed en Patti Smith, wat ook Karel Van Keymeulen niet ontging, had een bijna dierlijke présence, YOU MOTHERFUCKERS sneerde ze, met schofterige perfectie, meteen daarna ging het uit z'n voegen. Taborn, Minneapolis US, is vooral, vernemen we, net voor aanvang van het concert, door Abdullah Ibrahim beïnvloed, en nog wat iconografisch geweld. Door Abdullah Ibrahim blijkt niet alleen tijdens de eerste improvisatie. De handen van Craig Taborn nemen tijd voor het klavier, de introïtus gaat in een voorbereiding van improvisatorische aanrakingen, voor het tot een meer ritmische ontwikkeling komt wordt het klavier in het binnenste octaaf genomen. Van de octaven die een grand piano biedt, acht in totaal, is het centrale octaaf zowat het enige waar technisch gesproken een zuivere frasering geplaatst kan worden. Wat me enorm bevalt is dat de piano voor Taborn met dit octaaf begint, waarin diepte en hoogte samenvallen, en dat het begint met zoeken van wat het worden kan. Uit het tasten komt een eerste motief. Het eerste motief is verwant aan de piano van Abdullah Ibrahim, het is sonoor en breed en zonder meer dissonantie dan de schaduw die het heeft. De toon van Taborn is verwant aan die van Ibrahim, het is een toon die van elke toon een landschap maakt.
Het tweede nummer introduceert Cecil Taylor. De versnellingen zijn adembenemend en nog adembenemender is de zuivere toon van het ritmische geweld. De frasering is verrukkelijk. Drie is een syncope en eindigt met ritmisch geweld, repetitief. Vier is een bijna geruisloos largo, breed als Mirroirs van Ravel, met versnellingen in de diepe octaven en een hels tempo. Vijf begint staccato, Kurtag, fluisterende boventonen, geritsel, repetitief in het hoge register dat meteen daarop opwelt uit de donkere kant van het klavier, vingeroefeningen als die van Catalogue d'Oiseaux, Ravel à l'improviste, een roffelend accelerando, hoefgetrappel, een basso continuo dat links mee inkomt en roffelend over de toetsen gaat. Waaiende lineariteit van klankvolumes die Ravel en Debussy hebben.
Openspattende rillingen roffelen over het klavier. Een prachtige gelijktijdigheid van ritmes. Tristano met de brede toets van Ibrahim en Ellington, syncopatische verschuiving van de klankmassa en onbeschrijfelijk verrukkelijk als het ostinato van de linkerhand ingedikt wordt tot de reikwijdte van één octaaf, meer niet, elke vinger één toets, een strak en repetitief parlando waar de rechterhand in een veelal afwijkende toonaard andere ritmes aan toevoegt, mechanismen zonder de kitsch van pianistieke pirouettes, iets waar Taborn zich helemaal nooit aan waagt, alles blijft binnen de reikwijdte van het ratelend ritme, dressuur. Linker- en rechterhand functioneren ogenschijnlijk volstrekt zelfstandig. Turkish Mambo maal twintig.

De andere concerten bevallen me niet. Aan wie, aan wat doet het denken. Aan Quartet West? Met Pharoah Sanders de open wonde van een aan Coltrane verwante sound. Iemand applaudiseert en niemand volgt. De piano en de percussie zijn ronduit briljant.

een zomeravond

Une soirée d'été, dit l'acteur, serait au coeur de l'histoire; vandaag de eerste zin maar niet het decor van Les yeux bleus cheveux noirs.
Over dat decor zegt de acteur: il y aurait eu un mur de couleur bleue. Ce mur fermait la scène. Il était massif, exposé au couchant, face à la mer. Dikke bromfietsen knallen over het wegdek. Een fietser met een grote en lege kartonnen doos op z'n rug komt mee door, voorbode van een trage door auto's en motorfietsen onderbroken stoet slenterende individuën, meestal in groepjes.
In de aanvankelijk wolkenloze hemel schuiven twee vliegtuigjes in oostelijke richting. Une dernière phrase, dit l'acteur, aurait peut-être été dit avant le silence. Op het terras duiken strepen weg onder de lichamen van wie op het terras zit.
Het is niet zo'n avond als aan het begin van Les yeux bleus cheveux noirs, daar is het net iets te koel voor en er staat een lichte bries. Uit het westen drijven rokerige pluimslierten over het agglomeratorische areaal. Joos op een drafje. We begroeten elkaar, vluchtig, opgewekt, Joos nerveus, jachtig, opgejaagd door het lamme, opzettelijk niet heel erg kunstige gefladder van een woord, ik aan de rand van een verloren tijdstip. Ik hou me heel even bezig met de flaptekst van het boek dat ik bij heb, zonder het boek aan te raken, een lijnbus komt voorlangs, zes actrices strijken neer aan het belendende tafeltje, & als ik het boek aanraak en open, later, het valt op bladzijde 54/55, lees ik 'Wat de toekomst betreft, luister:/ jullie fascistische kinderen/ zetten koers naar/ een Nieuwe Prehistorie./ Ik blijf hier staan,/ als iemand die aan de oevers van de zee/ waarin het leven herbegint/ van zijn ondergang droomt./ Alleen, of bijna, aan die oude kust,/ tussen de ruïnes van oude beschavingen,'/
Het decor, wolkenmassa's die mee inschuiven en het gelach en het gekwetter. Pasolini heb ik zodra ik zin in Pasolini heb. Maar het zou natuurlijk net zo goed kunnen dat hij plots overeind komt, nerveus, zich verontschuldigt omdat hij opeens wat anders te doen heeft en snel dwars over het asfalt naar de Sleepstraat snelt. Lijnbus 4. Twee jongens, een gitaar, een trompet. Iemand met een stuk in z'n kloten neemt het zebrapad, er is een meisje met een hoepel en de lichtspatten die schuw als een rat onder het tafelblad wegduiken.
Ik geef me over aan de roes van het gekrakeel. Het fascisme van de consumptiemaatschappij is een interessante partituur. In de donkere kamer, met beetje ervaring, met beetje fantasie, krijg je kappertjes geserveerd en ansjovis, Borowski heeft scherpere dagen gehad. Maar voor de rest is het natuurlijk allemaal perfect, het geroezemoes, het geschater, het gekwetter, de honden, het moment. Mollige lichtvlekken en een neger met lange benen.

zaterdag 13 augustus 2016

jazz middelheim #1

foto: Avishai Cohen Quintet

Dag twee begint met Avishai Cohen's Big Vicious quintet. Veel volk en aangename sfeer onder de bomen in park Den Brandt.
Big Vicious: twee drumstellen, twee gitaren en een pedaalgestuurde trompet. Very entertaining. "There is jazz in it," zou Cohen over dit project gezegd hebben, "but it's not jazz. There is rock in it, but it's not rock. There is funk in it, but it's not funk." Lekker beestige cross-over. Duivelse ritme-explosies. Met electronica gevoede trompet. Het is onafgebroken dolle pret met die trompet. Helse swing. Duizend bommen en granaten, wat een stampede. Ook de trage tempi opvallend intens. De trompet van Cohen heeft een heldere toon. October 25, een Monkiaans gearticuleerde module waaraan Cohen in z'n eentje begint, ontploft in een onweerstaanbaar stampende swing met stevige drums die aan het gebuffel van Krupa doen denken. Als afsluiter hebben ze Teardrop van Massive Attack.
Na het concert ga ik even bij Rombaux langs, waar ik me iets van Paul Bley en iets van Aldo Romano aanschaf, en verorber een bakje friet. Wat me ook al beviel: het op Jazz Middelheim altijd handklapgrage publiek hield zich in. Net als tijdens het memorabele concert van Ornette Coleman in 2007: het handklapgrage publiek verpletterd door een sound die van begin tot eind holde en dolde.

Het tweede concert main stage is het Hollandse ICP Orchestra, ooit met Willem Breuker en tot voor kort ook met Misha Mengelberg; van de stichtende leden nu alleen nog de bejaarde Han Bennink, die eerder in de kleine tent anekdotes had opgedist over Ornette Coleman en Albert Ayler, aangevuld met een lekker geschift allegaartje van net iets minder oude knarren, een gabber op cello, een dame op viool, iemand op double bass, saxofonen, een trompet, de klarinet, die met de gebruikelijke Fluxus attitude van het Instant Composers Pool Orchestra met Monk en Duke dollen, circus, acrobatie, trapeze,  gegoochel met jazz standards. Het tweede nummer beperkt zich tot een Shostakovitchachtig trio van cello, viool en bass. Soms abrupt afgebroken capriolen volgen, een funeraille in de stijl van New Orleans, een western donut met dansende snaren en de piano of het toch Mengelberg is, de immer aanwezige Mengelberg, zoals de spreker het formuleert. En dan ontploft Han, fenominaliter, en komt het tot een prachtige, ogenschijnlijk atonale compo met capriolen van trombone, klarinet en trompet. De set doet me aan Bezette Stad van Paul Van Ostaijen denken; de sfeer onder de bomen in het park aan Déjeuner sur l'herbe. De versie van iets uit de New Orleans Suite van Duke zit smerig lekker. Een net zo lekkere versie van Epistrophy volgt en het nummer Jojo Jive Fusion, opgedragen aan een paard. Han Bennink explodeert.


boven: ICP Orchestra
onder: the Ornette Coleman Tribute



De derde set is The Ornette Coleman Tribute, met Denardo, met McDowell, met Falanga en maar liefst drie saxofonen en het handklapgrage publiek, het sukkelt van solo naar solo. De set heeft dus inderdaad drie saxofonen nodig om hoogstens als fopspeen de sound van Ornette te benaderen, tot het met het bisnummer uiteindelijk toch ontploft en het jazzasme van Ornette snoeihardheerlijk tussen de oude bomen over het terrein spat.

In de club stage treedt Mauro Pawslowki aan met een obscuur en bijzonder interessant combo, The Mechanics Are Dancing In Your Head. Toch is de verrassing van de avond Patti Smith. Voor mij is het met Patti de eerste keer. Yeah. A Patti Smith soul, you have it or you don't.

foto: Patti Smith en een uitzinnige massa die tot ver voorbij de rand van de tent meegaat in het ongeremd hitsige concert



vrijdag 12 augustus 2016

donderdag 11 augustus

Transcriptie van Wednesday 11 August, The Virginia Woolf Diary volume 5; Penguin Books, 1985; p. 106-107, AUGUST 1937.

Ik heb heel even de tijd om stiekem een sigaret op te steken, & dat kan ik natuurlijk net zo goed hier doen. Sjonge jonge jonge, ik hoor het Frank van Robbert & Frank zo zeggen, sjonge jonge jonge jonge, waarna hij godlievend z'n reet krabt, achterover leunt en glunderend om zich heen kijkt, misschien wel zin gehad had kunnen hebben om zich te ontlasten zoals een hond het doet, & Robbert glundert, terwijl ik er voorlopig niet uit ben of ik met hier kunstenkabinet of kleinste kamer bedoel of Jan die in z'n onderbroek tast of Thelma die gillend onder tafel zit en ik voor de schrijfmachine, en waarom naakt, omdat ik geen stropdas, omdat ik geen maatpak hebben kan. Vooral het circus van kamelen in maatpak botst. Tastend stappen ze over het voetpad na een wat zij sobere maaltijd noemen genuttigd te hebben. Met hier bedoel ik schrijven. De machine, schaamteloos woorden bijeendrijven, een tafel, BAM, met één woord een wolkenkrabber in de prullenmand werpen, één lucifer en alle maatpakken gaan in vlammen op & als dat gebeurd is een verrukkelijke zomeravond, Duras en de geslachtsdelen in een koffer van papier. Eén bladzijde? Schattepoot, wat heb ik aan één bladzijde. Schrijf een boek. Werp me in een helse brand. Weet je waar ze op aansturen? Een remake van de Kristalnacht, het nooit als zodanig genoemde laatste wereldwonder, een era van publieke idiotie. De media, een soort die Karl Kraus definitief benoemde, rattendrek, hebben van de Kristalnacht het dagelijks aangeboden circus gemaakt. De superlatieven: stropdas, maatpak. Stel je een talkshow voor waarin niet alleen de interviewer maar ook de geïnterviewden naakt mee aanzitten. Ze hebben niets te verbergen. Wat zou het uitmaken of ze iets te verbergen hadden. We hebben geen beeld van een naakte Napoleon net omdat Napoleon het van stropdassen en maatpakken hebben moet. Een naakte Napoleon valt bovendien niet samen met het beeld dat wij van Zijne Majesteit hebben. Toch is alles net zo makkelijk net tot naakte feiten te reduceren. Historisch is het maatpak hoogstens de voor waarheid ingeruilde leugen. Leugen en waarheid hebben hetzelfde pak. Net om die reden ben ik bij voorkeur naakt. Niet het lichaam, ook de geest hoort naakt te zijn. Zonder naaktheid kunnen we het, om te beginnen, al helemaal niet over vrijheid hebben.

zondag 7 augustus 2016

zondag 7 augustus

Transcriptie van Monday 7 August, The Virginia Woolf Diary volume 5; Penguin Books, 1985; p. 229-230, AUGUST 1939.

Gombrowicz begint zijn dagboek, het beruchte en fabelachtige Dagboek 1953-1969, niet voor iedereen weggelegd, met het misschien wel meest ambivalente woord sinds de val van het Romeinse keizerrijk: ik.
Hij herhaalt het vier keer.

MAANDAG
Ik.

DINSDAG
Ik.

WOENSDAG
Ik.

DONDERDAG
Ik.

Jozefa Radzysminska, schrijft hij op vrijdag, heeft mij grootmoedig een tiental nummers van de Wiadomosci* en de Zycie* bezorgd, en tegelijk kreeg ik enige exemplaren van de vaderlandse pers in handen.
Krentenbrood, schuiftrompet, teelbal, tandenstoker. Buenos Aires zal nooit meer betekenen dan die bijna vluchtig gefilmde publieke zitplaats in Suspicious.

Ik heb andere dingen te doen, maar daar heb ik nu lekker geen zin in godverdomme. In een parallel universum heel erg exact de vertaling van, vermoed ik, wat Virginia Woolf die ochtend schreef, maandag 7 augustus 1939, ik noem het ochtend, het kan ook avond geweest zijn.
Het was Yves die de term parallel universum te berde had gebracht. Tijdens de naweeën van het gedrocht dat hij gebouwd had, zou Poelaert, nadat ze voor het bouwen van het justitiepaleis de wijk Bovendaele van begin tot eind gesloopt hadden, aan de constructie van een corridor begonnen zijn, onderin het Brusselse justitiepaleis, een corridor die naar een parallel universum leiden moest.
Poelaert werd gearresteerd en in een huis voor gekken opgesloten. Toch gaat het ook vandaag net om die parallelle universa. Een biotoop is helemaal nooit het areaal van één specie. Groepen van specimina en clusters van groepen maken een gekrioel van individuele belangen, macro- en microbelangen die, hoe je het ook draait of keert, deel uitmaken van het biotoop. Er is nooit een veld met alleen maar paardenbloemen. Asfalt. De geïndustrialiseerde keet drijft op asfalt. De intersecties van de ring rond Antwerpen zijn zo totalitair dat het bijna onmogelijk geworden is om je een ander, parallel universum voor te stellen. Voor het experiment met het justitiepaleis in Brussel hadden ze een hele wijk te slopen. De koepel is zo gigantisch dat je er makkelijk met een sportvliegtuig baantjes maken kan. Wie een zaak bepleiten moet, komt eerst in die hall terecht en dan via een uitgestippeld parcours over trappen op- en neerwaarts in het parallelle universum van een microstaat, exact zoals Sebald het beschreef, trappen en corridors die geen functie hebben, dwaalwegen, gangen die steeds smaller worden tot je in een gang terechtkomt die zo smal is dat het op je adem neemt.

zaterdag 6 augustus 2016

Raad van State

Het was Morrens van Voorkamer die over Raad van State begonnen was. Aan de telefoon. Die ochtend had de administratie van het cultuuragentschap van de Vlaamse Overheid de beslissing van de minister bekend gemaakt, een beslissing die in het document om een of andere het reden het predicaat principieel gekregen had/ principieel (bn.) 1 betrekking hebbend op of voortkomend uit een grondslag of grondidee: een principieel onderscheid; een principiële vraag; het principieel eens worden, in principe, wat de grondslag betreft 2 volgend of berustend op een stelling of overtuiging: een principieel tegenstander; dat is principieel af te keuren; om principiële redenen; principiële dienstweigeraars (1)/, wat ik om een vergelijkbare reden van me afschoof, meteen nadat ik het toegekende bedrag opgesoupeerd had, beslist bedrag 0.0, dat was wat er stond, twee nullen in een komische uitgerokkenheid, alsof de beslissing niet door een staatsman maar door een nar of een buffo genomen was. Ik las de motivering: Op voorstel van de minister, bevoegd voor Cultuur, kan de Vlaamse Regering de overwegingen en adviezen van de afdeling Kunsten en de bevoegde beoordelingscommissie niet volgen omwille van de beperkte budgettaire context. De Vlaamse regering beslist af te zien van een subsidietoekenning.(2) Ik nam een douche, begaf me naar de machinekamer, inspecteerde de instrumenten, zag geen reden om me druk te maken. Sentiment is vervelend. Voor je het in de smiezen hebt, ga je knoeien.

Na het telefoongesprek met Peter nam ik contact op met Kelly van Het Kip. Kelly zei dat het OKO actie overwoog.(3) Later nam ik wat tijd voor de lijst met toegekende en niet toegekende subsidies. Wat meteen opviel, was dat maar liefst zeven organisaties met een minder goed advies, ondanks de beperkte budgettaire context, toch subsidie kregen. Bedragen die apart net zo vaak tot 700duizend euro reikten.(4) Wat wij hadden kunnen krijgen, met een beter advies, zat beduidend onder die limiet, die om net dezelfde reden niet eens een limiet genoemd kon worden. Met 186duizend is croxhapox in het subsidieregister niet meteen een kanon, binnen het geheel van de toegekende en niet toegekende subsidies is die 186duizend een veeleer bescheiden bedrag.
Het bestuur werd bijeengeroepen. Ik bracht Raad van State te berde. Hierover wisten we alleen dat het een slopende procedure was, die makkelijk drie tot vier jaar nam.
Enkele dagen na die bestuursvergadering ontving ik een mail van het Cultuurpact. Naar Raad van State stappen hadden we afgehandeld als weinig sympathiek. Het is een ingewikkelde procedure en alle subsidies komen in het diepvriesvak. Zoiets wil je andere organisaties niet aandoen.

Maar we stappen dus toch naar Raad van State. Dat hebben we gisteren beslist. Croxhapox stapt naar Raad van State.

(1) Van Dale, Groot woordenboek van de Nederlandse taal, 2005; blz. 2785.
(2) Het onderscheid is subtiel, maar er staat wel degelijk, voor iemand die lezen kan wat er staat, dat het kabinet croxhapox mee in de subsidieboot genomen had en last minute op een njet van de Vlaamse regering botste. Met andere woorden, wie besliste over het al of niet toekennen? Bourgeois, Homans, De Wever. Met het kapitaal dat ze hebben, kunnen zij zich natuurlijk net zo makkelijk aan het uitdunnen van alles ter linkerzijde wagen. Het gekke is, op cultureel vlak is alles of links of liberaal. Rechtse organisaties met een breder discours dan de navelstreng? Onbestaand. Vergeet niet dat net deze regering besliste om stadsbibliotheken op de wip te zetten.
(3) Intussen circuleert het bericht dat Het Kip ermee stopt, ongetwijfeld ook wel de reden waarom Kelly, die er de zakelijke leiding had, niet antwoordde op m'n meest recente mail.
(4) 19 organisaties hadden voldoende/goed (=voldoende voor artistiek beleid, goed voor zakelijk beleid), waaronder Behoud De Begeerte, Ultima Vez, Voorkamer, croxhapox en Netwerk. Netwerk Aalst krijgt 450duizend toegestopt, Ultima Vez 970duizend, Behoud De Begeerte 325duizend, Voorkamer en croxhapox nada nul de botten. Hierover zei de minister, enkele dagen na het débacle, dat hij van die 19 alsnog enkele organisaties opgevist had. De korst is dikker. 6 organisaties die hoogstens voldoende/voldoende hadden, kregen wél subsidie, en niet eens weinig: Anima Eterna 700duizend, De Roovers 466duizend, Muziekcentrum De Bijloke Gent 963duizend, Provincie Limburg 450duizend, VZW Eastman 750duizend en W.A.R.P. net geen 46duizend. En dan is er ook nog Design Kortrijk, op zakelijk vlak nipt onvoldoende beoordeeld. Zij krijgen 80duizend toegestopt.

donderdag 4 augustus 2016

vandaag

Er is vandaag op dit eiland een wonder gebeurd, lees ik. De voorzijde van het boek heeft spatten. Iemand heeft koffie op het boek gemorst. Ook de blanco achterzijde heeft een spat, een vlek die op een atol lijkt, Cocos Islands als je vanuit het noorden een raket op Cocos Islands afvuurt bijvoorbeeld, vanuit een helikopter, je zit niet zelf aan de stuurknuppel van de helikopter natuurlijk, waarom zou je, een helikopter die zich vanop het strand gezien hoog boven de in de oceean pootjebadende hemellichamen bevindt net voor het projectiel op een van de oostelijke schillen in het zand blijft steken, dat wil zeggen aan de overkant van de lagune, blauwe lagune, palmbomen die na veertig dagen en veertig nachten naar die palmbomen en het strandje staren onder een folie van transparant beton zitten waar 's nachts op een vast tijdstip satellieten aanschuiven, waar je 's nachts lekker naakt op het strand kan liggen zonder tegen een mug aan te lopen, of je leest in The Voyage of The Beagle, toevallig, en het toeval, nog niet helemaal tot wasdom gekomen, heeft hoogstens een bijrol, dezelfde acteur vermoed ik die in het door Jorge geregisseerde stuk van Lorca het paard deed, palmbomen die dan, zonder de bedoeling die later aan elektriciteitspalen toegekend werd, op de met vrolijk pubishaar overwoekerde prothese van een weliswaar fortuinlijk geschapen maar slap geslachtsdeel lijken, vijfhonderd semi-dinosaurische penissen die aan de binnenzijde van de lagune slap boven het strand hangen waar in 1943 een soldaat van het Royal Air Force gedood werd, Jack, Rex of Harry. En de vlek is een te verwaarlozen detail.

Er is vandaag op dit eiland, lees ik, een wonder gebeurd. Niet alleen de zomer, ook al het andere was vroeger dan anders. Toch bleven we het hebben over hoe het vroeger was. Er zouden geen begrafenissen zijn, dachten we, omdat die tot op zekere hoogte toch eerst en vooral overbodig bleken. De overledenen zouden mee aanzitten en er zou alleen over ijsjes en taart en koffie gepraat worden. Dat we zwommen in overledenen zou de pret niet bederven. Als het avond werd en projectielen als paarden halfdood over het strand rolden, bikkelde ik met Harry. Harry was anders, niet zoals het vroeger geweest was, met bommen op het plein, Harry die met een duik diep in de stroom van het geronnen bloed in een maker van dingen veranderde, een dochter op tafel wierp, een zoon, en dan nog een zoon, en wat gebeurd was werd uitgesloten. Zwemmen deed hij alleen 's nachts, zei hij, als het getafel beëindigd is.

toch

Veroordeel ze tot het eten van enorme hoeveelheden hutsepot.
Normaal gesproken hebben we het varkensvlees op overschot.

Ontheilig de kerken en sluit moskeeën. Vernietig bijbel en koran.
Roei met wortel uit wat zich zonder die ingreep zo verspreiden kan.

Ook de goden zijn ontstemd, vermoed ik, hoewel ze niet bestaan.
Ze bestaan niet, toch zijn ze ontstemd. De gebruikelijke grootheidswaan.

woensdag 3 augustus 2016

tafel

Het begint, de beweging, met een blik op wat zich links van het beeldscherm bevindt, en dan is het eerste wat opvalt - niet het enige, ook het papieren zakdoekje en de kurkentrekker baden in het exuberant heldere licht van een vlekkerige bureaulamp - een ECM release, Andando el Tiempo, wat zich bovenop een uit boeken en cd's samengestelde stapel bevindt, met een zwart-wit foto op het kartonnen hoesje waarop Carla Bley te zien is. Van de stukken onderin een editie met SPEAK, NABOKOV als titel, Manu Dibango, Gil Evans, Gerard Herman. Ter linkerzijde van die stapel een veel hogere stapel die zich pal aan de tafelhoek bevindt. Bovenaan een recente uitgave met poëzie en polemieken van Pier Paolo Pasolini. Toen ik eerder vandaag op Google het woord Salo inbracht, wellicht omdat ik het eind vorige week met Raf toen we naar Dok Noord fietsten over Salo had, kwam ik op een foto van het hevig verminkte lijk van Pasolini.
De tafelrand ter linkerzijde heeft drie boekenstapels. Het (a) en (b) e (c) geeft Pasolini, Milosz en Erdogan. Wat zich onder die ruige bodem bevindt, is moeilijk te schatten. Joseph Roth onder Czeslaw Milosz? Onder de mail art met het portret van Erdogan een volume met poëzie van Kavafis?
Kavafis inderdaad. Bladzijde 51: De werkzaamheid der goden onderbreken wij,/ wij, haastige en onervaren wezens van het ogenblik./ In de paleizen van Eleusis en van Phthia/ beginnen Thetis en Demeter goede werken/ in grote vlammen en in dichte rook. Maar/ altijd stormt Metaneira uit de vertrekken/ van de koning, met verwarde haren en in grote angst,/ en altijd wordt Peleus bang en komt hij tussenbeide./
Gek dat ik het boek van Kavafis ook altijd net op die bladzijde opensla, bladzijde 51.