Met hoeveel ze daar zo aan tafel zaten, waar het dikke, onhebbelijke musje van tijd tot eeuwige tot geeuwige tijd in d'r flidderfladdertjes zit te mokken, tot de barman er een punt, er een puthoofd van krijgt, een vriendelijke jongen die barman, stoer, niet al te spraakzaam, degelijk, serveert de rosé, een goeie rosé, met drie blokjes ijs en een parmezaans ik zou je best wel over je bol willen aaien maar ik doe het niet, en met hoeveel ze daar zo aan tafel zaten, Mauro wenkte me, kom er bij kom er bij zitten, zei hij, come over here, sit down, down down down, nu ik dit schrijf hoor ik Waits door de speakers loeien, DOWN DOWN DOWN, met verbazingwekkend diepe uitroeptekens, zich dwars door m'n blote bol tot m'n kale kloten uitstrekkende uitroeptekens, down,,, down,,, down,,, en ik ging dus zitten, want er was toevallig nog één stoel waar niemand zat, en wie zat er zo allemaal, waar het bultige, onhebbelijke musje van tijd tot eeuwige tot van geeuwige tot geeuwige tijd amen in d'r flodderfliddertjes zit te mokken, nu, zoals ik al zei, Mauro natuurlijk, come over here, sit down sit down, hattie gezegd, en ik ging, ik ging zitten, ik nam om het zo te zeggen, ik nam plaats, hoewel ik eerlijk gezegd niet op m'n plaats zat in dat deftige gezelschap, om te beginnen Mauro die met een vingerknip drie gebraden hoentjes uit het niets tevoorschijn tovert, hopla, flipperdeflap, drie hoentjes, en hoentjes zoals alleen Mauro ze braden kan, maar het hachelijkst, zo kwam me voor, het hachelijkst, om het niet over de hoentjes te hebben, was dat die ene stoel waarop niemand zat zich naast de stoel bevond waarop een van de nakomelingen van Mauro zat, ik wist niet hoe ze heette, ik had haar vaker met in spekvocht gebraden eendenborst over het voetpad zien stappen tussen niet te benoemen punten A en B en C en D, de algebra van haar plotse, meetkunde, de meetkunde, de, de wis, de wis, het gesinus en het gecosinus, het genie van haar altijd plotse aanwezigheid, maar hoe ze heette wist ik dus niet en omdat ik net in deze materie heel erg onzeker ben, zoals je wel vaker hebt met een radicaal sujet die opeens geen vlieg, of wat anders, monsterlijke dingetjes, u weet net zo goed geeneens waaruit ze tevoorschijn zouden kunnen kruipen, zo is het, amen, ik stap maar eens op, alles is wat het is en is is tegenwoordig inderdaad zowat het enige waar het gesproken en geschreven woord het over hebben wil, is is is is, van neerbuigendheid gesproken en van iets te nonchalante goden, en dus zat ik er aanvankelijk maar wat voor spek en bonen bij, ahum, tja, voor spek en bonen inderdaad, in een gezelschap waar zich gauw een zekere Gianni opmerkzaam maakte, een ruige vent met een smoel tot het eind van nadenken over wat voor smoel precies, die ik om een of andere reden zo goed als meteen sympathiek vond, maar alles heb een achterdeurtje, ook de reden waarom ik Gianni, die er kutclitoraal van uitging dat hij met een mietje te maken had, sympathiek vond, wil u weten waarom, wil u weten waarom, als u wil weten waarom zal ik u zeggen waarom, omdat Gianni er geen korst aan bakte dat net hij me onzettend sympathiek vond zodat ik 'm van de weeromstuit zonder dat ik daar over na te denken had opeens heel erg aardig vond, van de pet geplukt maar zo is het wel, en om dus terug te komen op wat ik zoëven had willen zeggen, er was Mauro, dat is één, hij was zo een beetje het begin van alles, er was Cosima, want zo heet ze denk ik, er was Gianni en Jotie, nog een half dozijn geluksvogels en ook een meisje die zei dat ze Edith heette. Italianen moet je geen geweten schoppen, daar hebben ze geen zak aan. Fair is fair. Ik wist niet wie ze was. Ik had Pasolini bij. Pasolini en Giotto, eeuwig een en hetzelfde. zou ik daaraan moeten meewerken, en tegelijk afscheid nemen/ van een heroïsch en gepriviligeerd weten/ las ik, dat met de werkelijkheid tracht te sporen en er de harde eisen van verdedigt./ Iets wat ik elders, in een andere context, zou kunnen doen./ Tja, natuurlijk zou ik me dan/ Ze vroeg of ze Pasolini aanraken kon. Aanraken, inkijken, doornemen, actieve werkwoorden. Have you heard the latest news on China, zei Mauro. China? zei iemand. Een ossenspan schoof radicaal hedendaags over het wegdek. No, what... zei iemand. Cosima nam de flaptekst door. Well, the bad news, zei Mauro, they landed on the moon. Oh jee, zeiden we. And the good news, zei hij alsof het voorts eigenlijk geen zak uitmaakte: All of them. Onder de beugel kwam een fles natuurwijn op tafel. Daar dronken we van. Met Pasolini was het gesprek op film gekomen. Mauro zei dat Amarcord je me souviens betekende en dat hij in een film van Pasolini gespeeld had, in Decamerone, in een scene met maanlicht. Pasolini en Rosselini hadden vaak in Rubio gefilmd, vernamen we, waar hij vandaan kwam. Zijn favoriete pizza is de ciclista, een pizza met roosmarijn, olie en look en verder helemaal niets. Wow. Fuck. In Rubio, zei hij, heb je een bier en een pizza voor 7 euro en drinkt het jonge volk champagne. Het biertje gaat aan 5 euro, de pizza wordt er bij wijze van spreken gratis bijgeleverd.
Een bedelaar strompelde over het voetpad, hield halt bij het luidruchtige gezelschap. Een sigaretje... probeerde het scharminkel. Mauro en Gianni keken op uit het gesprek. Ze hadden Marlboro. Als het maar rookt, gromde de bedelaar.
Weet u waarop ik zat te denken, alsof m'n kop in een kauwgombal veranderd was. Maar dat wil u toch helemaal niet weten. Hoepel op. Godverdomme. Klootzak.
Zelfs de jongedame, waarover ik het los hiervan niet hebben wil, bleek er van uit te gaan dat de moord op Pasolini een omega weet ik veel wat is, iets waar niemand ooit een duidelijk antwoord op zou kunnen hebben.
De fascisten hebben Pasolini vermoord, zei ik. Ze keek op uit het boek. Uit welke bladzijde? hart, met je gevoelige woede! Bladzijde 61. 'Alle politiek is realpolitiek', strijdlustig/ hart, met je gevoelige woede!/ Of neem bladzijde 95. Wie gelooft in mooie gevoelens/ en in onschuld/ moet streng/ worden veroordeeld./ Of neem bladzijde 113. De misselijkmakende maskers die de jongeren over hun gezicht trekken en die hen al even lelijk maken als oude hoeren ( Een politieke moord, zei ik, het Vaticaan, fascisten, de maatpakpinguïns. Uiteindelijk komt het hier op neer dat niet alleen jij of zij of ik maar iedereen Pasolini neerstak.
Over het wegdek glijdt een Maserati sebring. Het gesprek komt op La piscine. Mauro duikt weg over het voetpad en komt wat later met une bouteille blanc Anjou, Les Guinechiens. Nacht daalt over het areaal, een nacht met het gebaar van tijdloosheid, het geroezemoes, Duras, het aangename geluid van een motor, van de stemmen op het terras, een moment met het niet te benoemen totaal van andere dingen, Borges, alles is alleen nog die ene syllabe en een opeenstapeling van woordenboeken die niemand las. De geuren, het geroezemoes.
zondag 28 augustus 2016
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten