Big Vicious: twee drumstellen, twee gitaren en een pedaalgestuurde trompet. Very entertaining. "There is jazz in it," zou Cohen over dit project gezegd hebben, "but it's not jazz. There is rock in it, but it's not rock. There is funk in it, but it's not funk." Lekker beestige cross-over. Duivelse ritme-explosies. Met electronica gevoede trompet. Het is onafgebroken dolle pret met die trompet. Helse swing. Duizend bommen en granaten, wat een stampede. Ook de trage tempi opvallend intens. De trompet van Cohen heeft een heldere toon. October 25, een Monkiaans gearticuleerde module waaraan Cohen in z'n eentje begint, ontploft in een onweerstaanbaar stampende swing met stevige drums die aan het gebuffel van Krupa doen denken. Als afsluiter hebben ze Teardrop van Massive Attack.
Na het concert ga ik even bij Rombaux langs, waar ik me iets van Paul Bley en iets van Aldo Romano aanschaf, en verorber een bakje friet. Wat me ook al beviel: het op Jazz Middelheim altijd handklapgrage publiek hield zich in. Net als tijdens het memorabele concert van Ornette Coleman in 2007: het handklapgrage publiek verpletterd door een sound die van begin tot eind holde en dolde.
Het tweede concert main stage is het Hollandse ICP Orchestra, ooit met Willem Breuker en tot voor kort ook met Misha Mengelberg; van de stichtende leden nu alleen nog de bejaarde Han Bennink, die eerder in de kleine tent anekdotes had opgedist over Ornette Coleman en Albert Ayler, aangevuld met een lekker geschift allegaartje van net iets minder oude knarren, een gabber op cello, een dame op viool, iemand op double bass, saxofonen, een trompet, de klarinet, die met de gebruikelijke Fluxus attitude van het Instant Composers Pool Orchestra met Monk en Duke dollen, circus, acrobatie, trapeze, gegoochel met jazz standards. Het tweede nummer beperkt zich tot een Shostakovitchachtig trio van cello, viool en bass. Soms abrupt afgebroken capriolen volgen, een funeraille in de stijl van New Orleans, een western donut met dansende snaren en de piano of het toch Mengelberg is, de immer aanwezige Mengelberg, zoals de spreker het formuleert. En dan ontploft Han, fenominaliter, en komt het tot een prachtige, ogenschijnlijk atonale compo met capriolen van trombone, klarinet en trompet. De set doet me aan Bezette Stad van Paul Van Ostaijen denken; de sfeer onder de bomen in het park aan Déjeuner sur l'herbe. De versie van iets uit de New Orleans Suite van Duke zit smerig lekker. Een net zo lekkere versie van Epistrophy volgt en het nummer Jojo Jive Fusion, opgedragen aan een paard. Han Bennink explodeert.
boven: ICP Orchestra
onder: the Ornette Coleman Tribute
De derde set is The Ornette Coleman Tribute, met Denardo, met McDowell, met Falanga en maar liefst drie saxofonen en het handklapgrage publiek, het sukkelt van solo naar solo. De set heeft dus inderdaad drie saxofonen nodig om hoogstens als fopspeen de sound van Ornette te benaderen, tot het met het bisnummer uiteindelijk toch ontploft en het jazzasme van Ornette snoeihardheerlijk tussen de oude bomen over het terrein spat.
In de club stage treedt Mauro Pawslowki aan met een obscuur en bijzonder interessant combo, The Mechanics Are Dancing In Your Head. Toch is de verrassing van de avond Patti Smith. Voor mij is het met Patti de eerste keer. Yeah. A Patti Smith soul, you have it or you don't.
foto: Patti Smith en een uitzinnige massa die tot ver voorbij de rand van de tent meegaat in het ongeremd hitsige concert
Geen opmerkingen:
Een reactie posten