zondag 23 juli 2017

koterij

Het aplomb. Een jonkie, guitige blik. Regen zeikt over het asfalt. Slijt z'n uren op een plek waar geen halve reet zit. Soms het gebrek aan aplomb. Een half uur later opeens weten wat hij gezegd had moeten hebben. Er lopen ook steeds vaker onbekenden op straat. Nieuwe tronies. Het bivak waar aan een oorlog getimmerd werd is opgedoekt. Oorlog kwijt of gewonnen, de lijken geteld, holle oogkassen, van oudsher bekende grijns. Waar je een aap voor inruilen kon. Mies aap noot zoek geraakt. Ze kakken pluimvee. Lacherige buikjes waaruit koekjes ploffen, boekdelen op klompen. Kutlul poetst het hakenkruis met oorsmeer. Als ze genoeg op hebben gaan ze grappig doen. Op een tafeltje opeens een schelp, ooit begonnen als zakdoek. Witte gympies, blote enkels, kuitbroeken. Ergens achter een automobiel staat iemand de hele geschiedenis van Altamira tot heden op het voetpad te kotsen. Kei-important. Het pleuris er uit kotsen. Sigaret opsteken, tasten of z'n fluit goed zit, het eerstvolgende rampscenario voorbereiden. Uitroeien van wie ook weer. Schrijfschorem. Voor de kots alleen al tellen ze honderdvijftigduizend neer. Een staatsbon. Prikkeldraadversperring, gekakel van dakloze staatslui. Op het terras een enorme herrie. Een knol gaat aan scherven. Wijdstaps benen, de blik strak op een ander ogenblik.

Geen opmerkingen: