Benjamin Wylin hing aan de telefoon, of hij die CD-rom kan komen oppikken. Op het raamkozijn is een dooie vlieg terecht gekomen. Ik orden de betaalde en de nog te betalen vorderingen. Met die parkeerboetes liep het op gegeven ogenblik de spuigaten uit.
Een mailtje van Frank: Sarah & Charles hebben toegezegd voor herfst 2008. Een vloed aan mailtjes: Sarah Yu Zeebroek, Britta Bogers, Jules Sadee die een en ander bij voorkeur pas begin volgend jaar wil concretiseren, heeft nu wat anders te doen, Joel Verwimp van het Hotel Gridiron project, Antje Dorn waarvan in 1995 Öl Öl Öl in crox te zien was, maar geen mailtje van HAP, die hebben het te druk wellicht, wel Manor Grunewald die meedoet aan Open Atelierdag, Noe Kidder met een link die het niet doet, via Fia Cielen een uitnodiging voor 'The Wicker Man' uit 1973, dat en een portret over de Manson Familie, Nele Tas en een nog te maken afspraak voor atelierbezoek, liever zo dan het werk op een of andere tentoonstelling te moeten gaan bekijken, van werk weet je nooit op voorhand hoe het zich dan gedraagt. Marc die bevestigt dat de login van de encyclopedie het inderdaad niet langer doet, Frank die zich afvroeg hoe het met de belastingsaangifte zat.
De Blekersdijk heeft een schuimrand van oranjegele bladeren. Op een van de banken aan het water zit een jong stel, kinderstemmen stuiteren over de kademuur.
De croxpoort is niet op slot, tiens. Ik duw de poort open en parkeer de fiets onder de brainbox neonsculptuur. Stemmen, ah, ha ha, stemmen in de grote zaal. Pieter De Clercq en Wouter Feyaerts zijn er in gesprek. Telefoon van Robin van CUM. Had ik paar dagen geleden een mailtje gestuurd. Dan Benne die toegeeft dat het niets werd met die geplande route, van de schipper waarmee hij dat afgesproken had heeft hij niets meer gehoord.
Wouter en Pieter staan te genieten van het schemerduister in de grote zaal. Schoon he. We dissen anekdotes op over Telenet en Electrabel, van die blind date met het meiske dat we aan de telefoon hadden - allez allez madammeke, dat gij nu niet zoudt weten hoe gij ons zoudt kunnen helpen - tot dat met de postbemabte die de klacht ambtshalve op digitale manier verticaal klasseert. Dat het wat is met het dienstbetoon tegenwoordig. Benne trapt het af. Ook Pieter en Wouter gaan ervandoor. 't Is een moment om de post door te nemen.
Er is post van Gemeente Merelbeke. Het gemeentebestuur bevestigt dat de Bibliotheek de crox-boeken aankocht. Er is post van Ivago, het gaat om een nieuwsbrief. 'Goeiemorgen, welkom bij IVAGO!' Er is post van HDP en een factuur van RL Paints n.v., groothandel in verf, behang en vloerbekleding. De croques vandaag zijn met Fourme d'Ambert. Prince, vermist sinds zomer 2003, blijkt zich in een conglomeraat met Congolese Soukous van Rough Guide te bevinden. Interessant.
Een chat met Michiel van Alberts, Messchendorp & Company. Voor de volledigheid.
M. Dag Hans
zit in Chili
Straks hebben we opening hier. Je kan meer zien op: m100.cl
website
groet Michiel
je weet wel
de bECKETTMAN
HANS JE MOET WEL OP ENTER DRUKKEN
(ok, doe ik)
-Ah! Alberts & Messchendorp van Alberts, Messchendorp & Company!
M. hALLO
hEB mESSCHENDORP EVEN THUIS GELATEN
SORRIE
-Ja, hallo, in Chili. dit is trouwens mijn eerste chat. ik had nochtans gezworen dat ik me daar niet mee bezig wilde houden. lekkere ochtend daar in Chili neem ik aan
M. MAAR HIJ IS BIJ ME IN GEDACHTE
3 UUR 'S MIDDAGS
ACHT UUR OENING HIER
-en volop zomer neem ik aan en duivels mooie meiden dat zie ik zo voor me
M. ALLEMAAL HALF ONTBOEZEMD HIER,
ZUCHTEN EN DOOLOPEN
30 GRADEN
NAAR LINKS
-Is dat een Chinees contactje?
M. Vanavond doe ik een performance hier.
-Een mug streek neer op de entertoets. Wat niet niet zo goed afliep voor het beestje.
M. ha
en voor het toetsenbord
-Smurrie. Wegwrijven met top van wijsvinger rechterhand, liefdevol en met schijnbaar achteloze teerheid.
M. ga seffes een uur in nat zand liggen
buiten e grote expo
weer zoiets
waarvan je denkt
moet dat nou
-Beckettman, Beckettman. Hier in crox trouwens een mooie projectperiode. Die mdfwand hebben we weggehaald. Jullie project was het laatste project dus in de zaal zoals ze toen was.
Performance van?
M. ko je
kom je
-Een andere keer.
M. lekker war hier
war
warm
m
mmm
moet er vandoor...
groet
chileense groet
en kom gauw eens langs daar bij je
-ja, tot nog eens
woensdag 31 oktober 2007
maandag 29 oktober 2007
zondag 28 oktober
Aan de Rodetorenkaai zorgt het langsrijden van een lijnbus voor enige nervositeit onder de op het wegdek verzamelde bladeren.
In de hall bots ik tegen Adriaan en Hilde aan. Hilde kwam foto's nemen. Er waren wat bezoekers, zegt Adriaan, die de klok op wintertijd vergaten te zetten. Aangezien hij er toch was heeft hij alle apparatuur geactiveerd, ook in de Smithsonruimte. Het neuzelige gezang van David ploegt door de ruimtes. Pieter De Clercq stuikt toe met nog een lading emmers en in het gezelschap van Herman, de materiaalmeester van Hogeschool Gent. Er is telefoon van Kurt Duyck. Maakt deel uit van het eerstvolgende project, Schilderproject 1, en zou naast een selectie uit het recente schilderwerk ook een groot aantal tekeningen willen tonen. Geen probleem. Met Carole een identiek scenario, puik schilderwerk en een voorraad tekeningen om je vingers aan af te likken. Florin wordt een ander paar mouwen, hij heeft het voorbije jaar meer tekeningen dan schilderijen geproduceerd en van de schilderijen bevindt het gros zich op een plek in Roemenië. Dat werk naar België transporteren is in de huidige omstandigheden geen haalbare kaart, we moeten het doen met de schilderijen die hij beschikbaar heeft, veel zijn het er niet, en een selectie uit het meer recente tekenwerk. In de croxruimte stappen bezoekers heen en weer, er is veel te zien. Het geluid van een elektrische zaagmachine belaagt de gehoorbuisjes. Op Google surf ik naar de site van Stefaan Dheedene. Via een andere connectie beland ik op de site van Justin Mortimer. Een gevoel van déjà-vu. Warm water in een soepkom, wat modernistische ingrediënten toevoegen en hop, naar de marktplaats, het geblondeerde cliëntele ligt als principe niet wakker van de bijverschijnselen.
Een geluid van suizende fietswielen verstoort de overpeinzing. Bezoekers meren aan, er is gebabbel, de klokken van de Machariuskerk roeren in de troebele drab. Adriaan rolt een sigaret, ik spoel de glazen van een vorige dag, in de grote zaal schalt het luide gelach van Pieter.
Pieter komt aan de toog zitten. Adriaan inviteert Pieter om als hoofdpersoon in een film te acteren, hij heeft Pieter bezig gezien toen hij en Christophe de mdf-wand tegen de vlakte joegen. Pieter heeft een probleem met schmink. Hij is allergisch aan schmink. Als jonge gast heeft hij stoten meegemaakt. Dat hij flauwviel. Het gesprek komt op Goldfinger en de figurante die overleed nadat ze van kop tot teen met goudverf gekleurd werd.
Ik tik de site van Sarah Yu Zeebroek aan. Aan de toog komt het gesprek op Nitsch en Isolde. Ben Benaouisse springt binnen.
In de hall bots ik tegen Adriaan en Hilde aan. Hilde kwam foto's nemen. Er waren wat bezoekers, zegt Adriaan, die de klok op wintertijd vergaten te zetten. Aangezien hij er toch was heeft hij alle apparatuur geactiveerd, ook in de Smithsonruimte. Het neuzelige gezang van David ploegt door de ruimtes. Pieter De Clercq stuikt toe met nog een lading emmers en in het gezelschap van Herman, de materiaalmeester van Hogeschool Gent. Er is telefoon van Kurt Duyck. Maakt deel uit van het eerstvolgende project, Schilderproject 1, en zou naast een selectie uit het recente schilderwerk ook een groot aantal tekeningen willen tonen. Geen probleem. Met Carole een identiek scenario, puik schilderwerk en een voorraad tekeningen om je vingers aan af te likken. Florin wordt een ander paar mouwen, hij heeft het voorbije jaar meer tekeningen dan schilderijen geproduceerd en van de schilderijen bevindt het gros zich op een plek in Roemenië. Dat werk naar België transporteren is in de huidige omstandigheden geen haalbare kaart, we moeten het doen met de schilderijen die hij beschikbaar heeft, veel zijn het er niet, en een selectie uit het meer recente tekenwerk. In de croxruimte stappen bezoekers heen en weer, er is veel te zien. Het geluid van een elektrische zaagmachine belaagt de gehoorbuisjes. Op Google surf ik naar de site van Stefaan Dheedene. Via een andere connectie beland ik op de site van Justin Mortimer. Een gevoel van déjà-vu. Warm water in een soepkom, wat modernistische ingrediënten toevoegen en hop, naar de marktplaats, het geblondeerde cliëntele ligt als principe niet wakker van de bijverschijnselen.
Een geluid van suizende fietswielen verstoort de overpeinzing. Bezoekers meren aan, er is gebabbel, de klokken van de Machariuskerk roeren in de troebele drab. Adriaan rolt een sigaret, ik spoel de glazen van een vorige dag, in de grote zaal schalt het luide gelach van Pieter.
Pieter komt aan de toog zitten. Adriaan inviteert Pieter om als hoofdpersoon in een film te acteren, hij heeft Pieter bezig gezien toen hij en Christophe de mdf-wand tegen de vlakte joegen. Pieter heeft een probleem met schmink. Hij is allergisch aan schmink. Als jonge gast heeft hij stoten meegemaakt. Dat hij flauwviel. Het gesprek komt op Goldfinger en de figurante die overleed nadat ze van kop tot teen met goudverf gekleurd werd.
Ik tik de site van Sarah Yu Zeebroek aan. Aan de toog komt het gesprek op Nitsch en Isolde. Ben Benaouisse springt binnen.
zaterdag 27 oktober 2007
zaterdag 27 oktober
Camerabeweging van David Neirings naar de vriendin van David Neirings. Camerabeweging van gezicht A naar gezicht B.
Neirings komt voor het werk van Adriaan. Tussen het bijvullen van de glazen door zie ik een scene van Apocalyps Now voor me en ik herinner me dat het Messchendorp was die het er over had, een van de soldaten die door een pijl getroffen wordt, ze bevinden zich op het bootje, varen de wildernis in. Verbaasd staart hij naar de pijl. 'An arrow,' zegt hij, het zijn de laatste woorden, na het uitspreken ervan tuimelt hij overboord. Messchendorp zei dat hij dat een prachtige scene vond.
Neirings is van het jaar van Evert. Het gesprek komt op CUM. Nicolas Leus valt binnen, is zijn stem kwijt. Over het woonerf schalt het geschreeuw van voetballende kinderen.
Marc De Clercq met het papier van de eerstvolgende bestuursvergadering. Ongeveer gelijktijdig Annick, Stijn. Marc brengt Sergej Bykov te berde. Op Google traceer ik Oxana Taran wat weinig tot geen beeldmateriaal oplevert. Stijn trakteert een rondje. Nicolas heeft eerstdaags een lezing aan de Tekenakademie. 'Gij doet wat gij wilt he,' zegt hij, een lezing is een lezing. Annick wil weten wie we in de hifi hebben. Dat is Marc Moulin, kleinbehuisd. Een instalraam maart 2008 is ok voor Stijn. 'Ik zou moeten zwijgen,' grapt Leus schor met een stem als schuurpapier, 'maar dat gaat niet lukken.' Die lezing aan de Tekenakademie in Oudenaarde wordt een probleem. Joachim betreedt de grote zaal, op Google heb ik Fien Muller aangetikt. Aan de toog komt het gesprek onvermijdelijk op McCarthy en die Turkse vlaggen, wat ge daar van denken moet. Zowel McCarthy als de Turkse vechtjassen hebben extreme reacties voor en tegen. Politiek is politiek. Leus herinnert zich een lezing, typisch. Een of andere kunstenaar was gevraagd om een en ander te verduidelijken. 'Ge denkt een zwaar conceptuele,' vertelt Leus, 'ge denkt die gaat het nu eens zeggen. Hij was niet eens tot babbelen in staat.' De lezing duurde 10 minuten en de moderator maakte zich er met een grapje van af. Misschien in het vervolg een rol schijtpapier proberen. Ook de wespspin, waar we het eerder al eens over hadden, levert gespreksstof. In zijn tuin heeft Nicolas een hele kolonie van die spinnen.
'De wespspin,' legt Nicolas uit, 'is een exoot, heeft een voorkeur voor rietvelden en is stilaan ingeburgerd in België.'
'En is tamelijk groot,' voegt hij er aan toe.
Google preciseert: de wespspin of Argiope bruennichi, ook wel tijgerspin genoemd, is niet giftig en houdt zich graag op tussen grashalmen en kruidige planten.
Neirings komt voor het werk van Adriaan. Tussen het bijvullen van de glazen door zie ik een scene van Apocalyps Now voor me en ik herinner me dat het Messchendorp was die het er over had, een van de soldaten die door een pijl getroffen wordt, ze bevinden zich op het bootje, varen de wildernis in. Verbaasd staart hij naar de pijl. 'An arrow,' zegt hij, het zijn de laatste woorden, na het uitspreken ervan tuimelt hij overboord. Messchendorp zei dat hij dat een prachtige scene vond.
Neirings is van het jaar van Evert. Het gesprek komt op CUM. Nicolas Leus valt binnen, is zijn stem kwijt. Over het woonerf schalt het geschreeuw van voetballende kinderen.
Marc De Clercq met het papier van de eerstvolgende bestuursvergadering. Ongeveer gelijktijdig Annick, Stijn. Marc brengt Sergej Bykov te berde. Op Google traceer ik Oxana Taran wat weinig tot geen beeldmateriaal oplevert. Stijn trakteert een rondje. Nicolas heeft eerstdaags een lezing aan de Tekenakademie. 'Gij doet wat gij wilt he,' zegt hij, een lezing is een lezing. Annick wil weten wie we in de hifi hebben. Dat is Marc Moulin, kleinbehuisd. Een instalraam maart 2008 is ok voor Stijn. 'Ik zou moeten zwijgen,' grapt Leus schor met een stem als schuurpapier, 'maar dat gaat niet lukken.' Die lezing aan de Tekenakademie in Oudenaarde wordt een probleem. Joachim betreedt de grote zaal, op Google heb ik Fien Muller aangetikt. Aan de toog komt het gesprek onvermijdelijk op McCarthy en die Turkse vlaggen, wat ge daar van denken moet. Zowel McCarthy als de Turkse vechtjassen hebben extreme reacties voor en tegen. Politiek is politiek. Leus herinnert zich een lezing, typisch. Een of andere kunstenaar was gevraagd om een en ander te verduidelijken. 'Ge denkt een zwaar conceptuele,' vertelt Leus, 'ge denkt die gaat het nu eens zeggen. Hij was niet eens tot babbelen in staat.' De lezing duurde 10 minuten en de moderator maakte zich er met een grapje van af. Misschien in het vervolg een rol schijtpapier proberen. Ook de wespspin, waar we het eerder al eens over hadden, levert gespreksstof. In zijn tuin heeft Nicolas een hele kolonie van die spinnen.
'De wespspin,' legt Nicolas uit, 'is een exoot, heeft een voorkeur voor rietvelden en is stilaan ingeburgerd in België.'
'En is tamelijk groot,' voegt hij er aan toe.
Google preciseert: de wespspin of Argiope bruennichi, ook wel tijgerspin genoemd, is niet giftig en houdt zich graag op tussen grashalmen en kruidige planten.
vrijdag 26 oktober 2007
vrijdag 26 oktober
In de Academiestraat niemand. Het is een uur of elf. Op het pleintje voor de academie staat de grand cru van een Touretappe geparkeerd, honderd fietsen, als het er niet meer zijn. In de gang op het gelijkvloers een stank van rottende dweilen. Het gebouw heeft betere tijden gekend, tegenwoordig hebben ze er alleen nog Film en Tekenkunst en Nieuwe Media. Ik kom voor Nel. In een van de lokalen van Nieuwe Media - de richtingwijzer is onveranderd - tref ik Peter Beyls aan, wat verderop Nel die me aan Sarah voorstelt en aan een docente. Er is weinig animo. De lokalen dampen een prehistorische atmosfeer, ogenblikken waarvan je vermoedt dat het rotsblokken hadden kunnen zijn warrelen als stofjes over een tafelblad. Ik stel mezelf voor en het crox-project maar de docente lijkt zich in een andere wereld te bevinden. 'We hebben meer leraren dan leerlingen,' grapt Nel. Het daagt me dat kunstonderwijs eigenlijk bij wet verboden zou moeten zijn.
In de croxruimte tref ik Pieter aan en Paul Casaer. Johan Van Roy tuimelt binnen en Frank met een straalkachel die hij voor een prikje op de kop wist te tikken. In de bar schalt Moulin door de speakers. Johan vindt het werk van Verwée fenomenaal en Smithson iets te nadrukkelijk. 'Geef me een pintje,' zegt Pieter.
Pieter stemt er mee in om tijdens de openingsplechtigheden de bar te doen. Er is nog iets waar we het over eens zijn, dat je met een koffiezet geen goeie koffie zetten kan, het brouwsel heeft een smaak van opgewarmd schijtsel. Pieter herinnert zich een voorval, tijdens de openingsplechtigheid laatst was er een meisje dat zei: 'Papa, het is alsof de stoel te vroeg geboren is.' En het zusje antwoordde: 'Dat moet pijn gedaan hebben.' We lachen. Bezoekers stappen heen en weer, Adriaan springt binnen, Tom Lagast met een voorstel. In de hifi hebben we Giuffre en wat later Succotash van Hancock.
Bemeubelde koeien. Phantom Paradise. Ik stap huiswaarts in de boven het stadje uitrijzende massa van een megastront.
In de croxruimte tref ik Pieter aan en Paul Casaer. Johan Van Roy tuimelt binnen en Frank met een straalkachel die hij voor een prikje op de kop wist te tikken. In de bar schalt Moulin door de speakers. Johan vindt het werk van Verwée fenomenaal en Smithson iets te nadrukkelijk. 'Geef me een pintje,' zegt Pieter.
Pieter stemt er mee in om tijdens de openingsplechtigheden de bar te doen. Er is nog iets waar we het over eens zijn, dat je met een koffiezet geen goeie koffie zetten kan, het brouwsel heeft een smaak van opgewarmd schijtsel. Pieter herinnert zich een voorval, tijdens de openingsplechtigheid laatst was er een meisje dat zei: 'Papa, het is alsof de stoel te vroeg geboren is.' En het zusje antwoordde: 'Dat moet pijn gedaan hebben.' We lachen. Bezoekers stappen heen en weer, Adriaan springt binnen, Tom Lagast met een voorstel. In de hifi hebben we Giuffre en wat later Succotash van Hancock.
Bemeubelde koeien. Phantom Paradise. Ik stap huiswaarts in de boven het stadje uitrijzende massa van een megastront.
donderdag 25 oktober 2007
woensdag 24 oktober
10u30. Vrachtwagens. Sommige vervoeren pasteitjes uit Beieren, andere brengen tomatenpuree uit het Noord-Hollandse Groningen naar Charlesville-Mézières. Uit verre streken worden verstekelingen aangebracht die op kapotte mandolines tokkelen en de kippen van Pluimveebedrijf Pieters wacht een onaangename verrassing.
Aan de Muidebrug brengen drie vrachtwagens het verkeer in de war. Ze komen van de Gentse haven en verslikken zich in de bocht aan de brug. Het atelier van Chris Van Beveren is vlakbij.
Chris zei dat het ooit een loods was waar sloepen hersteld werden. De enorme ruimte is verbouwd tot een loft met een woongedeelte dat zich bovenin bevindt. Het atelierbezoek heeft dit keer te maken met een idee van Chris, hij wil in crox een fries van schilderijen brengen en dat wil ik toch eerst eens zien voor ik me er over uitspreek. Conceptuele schilderijen zijn problematische dingen. Je ziet het ook in de zeventiende, in de achttiende en in de negentiende eeuw. Ook toen was wat we nu kennen als conceptuele kunst aan de orde van de dag en werden kasten van schilderijen geschilderd die op het concept na, wat er het uitgangspunt van was, geen enkele betekenis hebben. Schilders gingen zich te buiten aan de meest waanzinnige projecten. Herscholing had zeker geen kwaad gekund. Van die vele tijdelijke genieën hadden enkelen het zeker tot schoenlapper of bakker geschopt kunnen hebben. Schilderkunst is een gave. Het is een gift. Je kunt er weinig aan doen. De materie van het schilderij komt alleen op welbepaald ogenblik tot leven en alleen dat ene ogenblik noopt tot kijken.
Op schilderkunst kan je geen theorie toepassen. Het is geprobeerd en dat heeft alleen tot een opeenstapeling van mislukkingen geleid. (Heb je iets gezegd waarvan je dacht dat je het te zeggen had?)
Thibault hangt aan de lijn. In het S.M.A.K. hebben ze het bezoek van een Madrileense curator, of we daar vandaag een moment voor kunnen vrijhouden.
Kom maar af, zei ik. Wie we ook verwachten is Paul Lagring van Netwerk.
Adriaan is in crox geweest, heeft er Phantom Rider weggehaald. In een ruimte achter een van de muren klinkt het geblaf van een hond. Tiens, zouden de buren een hond hebben?
Het beeld van het naakte ventje is terug van weggeweest, stel ik vast, en opgefrist, de mokkabruine huidsteint vervangen door een grijs met groene ondertoon. 'Ik vond het iets teveel een pop in een vitrinekast,' zegt Adriaan over de ingreep.
Achter de muur waar het werk van Christophe Lezaire hangt is het geklop van een hamer te horen en een gesuis alsof zich onder de betonnen vloer een autosnelweg bevindt.
Paul neemt zijn tijd voor het werk van Adriaan Verwée. Ze namen plaats op een van de zitbanken in crox3 en nemen een portfolio door. Thibault betrad de hall en staat geamuseerd naar de filmpjes van Emmanuel Depoorter te kijken. Manuela heet ze, de kleine en goedlachse Madrileense curator, voluit Manuela Moscoso. Ze woont in Madrid, komt uit Ecuador. Moscoso komt van mosquito wat mug of mosca wat vlieg betekent.
In de grote zaal is het stemvorkje los gekomen en op de vloer getuimeld. De als bladerdeeg opgekrulde kalkresten zouden wel eens de oorzaak kunnen zijn.
22u30
Na de teamvergadering blijven Christophe, Rob en Johan in de barruimte hangen. We proberen het straalkacheltje uit. Het werkt.
Ria gaf forfait, het gaat niet te best met haar vader. Pieter en Luc waren er evenmin. Pieter is geen vergaderbeest, dat had de Algemene Directie goed ingeschat, en Luc heeft ongetwijfeld wat anders te doen.
Ik tik de Basic Fun file aan, we drinken Saison en het gesprek komt op Walter Swennen. Dat is iemand voor het crox-programma.
Dan over soep. Uiensoep, aardappelsoep, soep van knoflook. Over de amandelsoep durven we met geen woord te reppen.
Hoe het toch komt dat iemand iets niet hoort. Iets niet hoort want in gesprek.
Christophe priemelt aan een pluk tabak met de koortsige onverschilligheid van iemand die op voorhand weet dat het geen kunstwerkje wordt. Het gesprek komt op Ketnet. Rob was vandaag in de studio van Ketnet waar het speelgoedbedrijf waar hij voor werkt een presentatie had. Dan de flyers en de onderlegger en hoe we dat in de toekomst moeten aanpakken.
Christophe over Ruimte Morguen: 'Moi je pense que c'est très bien.' Als ze 't hem zouden vragen wil Johan De Wilde er meteen tentoonstellen. Hij en Christophe Lezaire.
'Toi, tu fais souvent un expo groupe?' vraagt Christophe aan Johan.
We hebben het over Pieter De Gand en het barmeubel. Later komt het gesprek op Sofie Van Loo.
Of hij van mijn tabak gebruiken mag. Christophe rolt een sigaretje. 'Elle,' doceert Oolf, 'elle l'a vu. Elle l'a vu, mais moi. Moi je ne l'ai pas vu.'
'Pas vu la femme dans le fôret?' Christophe priemelt aan de tabak, glundert, dit keer lukt het wel.
'La femme dans le fôret...' Besluiteloos vraag ik me af waarover ze het hebben. Rob is er vandoor. PJ Harvey hengelt in het kabbelende beekje van een troosteloze gedachtenstroom. Ooit, dat is zo goed als zeker, komt het gesprek op Anne. Of op La Rochelle, l'entrée du port.
'Peut-être...' Ik heb geen idee waarover ze het hebben. De laptop smeult, een vrolijk deuntje van JJ Cale parelt uit de hifi.
'Peut-être avec Marcelle?'
'Peut-être, peut-être avec Marcelle.' Marcellle Qui?
Christophe (lachend): 'C'était pas la femme de Magritte ça, c'était l'amie de la femme de Magritte.' Het gesprek komt op het 11.11.11-boek en het spoor dat we hier achterlieten: Michaël, Thomas, van, Oolf, Christophe, Carole, Philippe.
'T'as plaqué le livre?'
'Je suis déçu,' geeft Christophe toe, 'j'ai fait des taches sur les pages avant. Il y a un peu plus de café dans la tasse de café.'
De lachende lachers lachen. Het gaat van het een op het ander. Het gesprek komt op Marina Ye (elle travaille à Gand maintenant) en Yusef Lateef.
Kunstenaars zijn een plaag. Het is een plaag aan het worden. Ils se battent. Het zijn er te veel.
Een naamgenoot van Johan De Wilde zou een boek geschreven hebben over de soldaten van Napoleon. Traceer je via Google.
'Alors, je deviens Erneste Messonnier.' Daar kijk je van op, die negentiende eeuw. Er waren twee figuren: Manet en Messonnier. 'Ca fait rire, quand on lit ça...' Messonnier, in de negentiende eeuw keizer van de schilderkunst, nu totaal onbekend. Niemand, niemand kent hem.
Aan de Muidebrug brengen drie vrachtwagens het verkeer in de war. Ze komen van de Gentse haven en verslikken zich in de bocht aan de brug. Het atelier van Chris Van Beveren is vlakbij.
Chris zei dat het ooit een loods was waar sloepen hersteld werden. De enorme ruimte is verbouwd tot een loft met een woongedeelte dat zich bovenin bevindt. Het atelierbezoek heeft dit keer te maken met een idee van Chris, hij wil in crox een fries van schilderijen brengen en dat wil ik toch eerst eens zien voor ik me er over uitspreek. Conceptuele schilderijen zijn problematische dingen. Je ziet het ook in de zeventiende, in de achttiende en in de negentiende eeuw. Ook toen was wat we nu kennen als conceptuele kunst aan de orde van de dag en werden kasten van schilderijen geschilderd die op het concept na, wat er het uitgangspunt van was, geen enkele betekenis hebben. Schilders gingen zich te buiten aan de meest waanzinnige projecten. Herscholing had zeker geen kwaad gekund. Van die vele tijdelijke genieën hadden enkelen het zeker tot schoenlapper of bakker geschopt kunnen hebben. Schilderkunst is een gave. Het is een gift. Je kunt er weinig aan doen. De materie van het schilderij komt alleen op welbepaald ogenblik tot leven en alleen dat ene ogenblik noopt tot kijken.
Op schilderkunst kan je geen theorie toepassen. Het is geprobeerd en dat heeft alleen tot een opeenstapeling van mislukkingen geleid. (Heb je iets gezegd waarvan je dacht dat je het te zeggen had?)
Thibault hangt aan de lijn. In het S.M.A.K. hebben ze het bezoek van een Madrileense curator, of we daar vandaag een moment voor kunnen vrijhouden.
Kom maar af, zei ik. Wie we ook verwachten is Paul Lagring van Netwerk.
Adriaan is in crox geweest, heeft er Phantom Rider weggehaald. In een ruimte achter een van de muren klinkt het geblaf van een hond. Tiens, zouden de buren een hond hebben?
Het beeld van het naakte ventje is terug van weggeweest, stel ik vast, en opgefrist, de mokkabruine huidsteint vervangen door een grijs met groene ondertoon. 'Ik vond het iets teveel een pop in een vitrinekast,' zegt Adriaan over de ingreep.
Achter de muur waar het werk van Christophe Lezaire hangt is het geklop van een hamer te horen en een gesuis alsof zich onder de betonnen vloer een autosnelweg bevindt.
Paul neemt zijn tijd voor het werk van Adriaan Verwée. Ze namen plaats op een van de zitbanken in crox3 en nemen een portfolio door. Thibault betrad de hall en staat geamuseerd naar de filmpjes van Emmanuel Depoorter te kijken. Manuela heet ze, de kleine en goedlachse Madrileense curator, voluit Manuela Moscoso. Ze woont in Madrid, komt uit Ecuador. Moscoso komt van mosquito wat mug of mosca wat vlieg betekent.
In de grote zaal is het stemvorkje los gekomen en op de vloer getuimeld. De als bladerdeeg opgekrulde kalkresten zouden wel eens de oorzaak kunnen zijn.
22u30
Na de teamvergadering blijven Christophe, Rob en Johan in de barruimte hangen. We proberen het straalkacheltje uit. Het werkt.
Ria gaf forfait, het gaat niet te best met haar vader. Pieter en Luc waren er evenmin. Pieter is geen vergaderbeest, dat had de Algemene Directie goed ingeschat, en Luc heeft ongetwijfeld wat anders te doen.
Ik tik de Basic Fun file aan, we drinken Saison en het gesprek komt op Walter Swennen. Dat is iemand voor het crox-programma.
Dan over soep. Uiensoep, aardappelsoep, soep van knoflook. Over de amandelsoep durven we met geen woord te reppen.
Hoe het toch komt dat iemand iets niet hoort. Iets niet hoort want in gesprek.
Christophe priemelt aan een pluk tabak met de koortsige onverschilligheid van iemand die op voorhand weet dat het geen kunstwerkje wordt. Het gesprek komt op Ketnet. Rob was vandaag in de studio van Ketnet waar het speelgoedbedrijf waar hij voor werkt een presentatie had. Dan de flyers en de onderlegger en hoe we dat in de toekomst moeten aanpakken.
Christophe over Ruimte Morguen: 'Moi je pense que c'est très bien.' Als ze 't hem zouden vragen wil Johan De Wilde er meteen tentoonstellen. Hij en Christophe Lezaire.
'Toi, tu fais souvent un expo groupe?' vraagt Christophe aan Johan.
We hebben het over Pieter De Gand en het barmeubel. Later komt het gesprek op Sofie Van Loo.
Of hij van mijn tabak gebruiken mag. Christophe rolt een sigaretje. 'Elle,' doceert Oolf, 'elle l'a vu. Elle l'a vu, mais moi. Moi je ne l'ai pas vu.'
'Pas vu la femme dans le fôret?' Christophe priemelt aan de tabak, glundert, dit keer lukt het wel.
'La femme dans le fôret...' Besluiteloos vraag ik me af waarover ze het hebben. Rob is er vandoor. PJ Harvey hengelt in het kabbelende beekje van een troosteloze gedachtenstroom. Ooit, dat is zo goed als zeker, komt het gesprek op Anne. Of op La Rochelle, l'entrée du port.
'Peut-être...' Ik heb geen idee waarover ze het hebben. De laptop smeult, een vrolijk deuntje van JJ Cale parelt uit de hifi.
'Peut-être avec Marcelle?'
'Peut-être, peut-être avec Marcelle.' Marcellle Qui?
Christophe (lachend): 'C'était pas la femme de Magritte ça, c'était l'amie de la femme de Magritte.' Het gesprek komt op het 11.11.11-boek en het spoor dat we hier achterlieten: Michaël, Thomas, van, Oolf, Christophe, Carole, Philippe.
'T'as plaqué le livre?'
'Je suis déçu,' geeft Christophe toe, 'j'ai fait des taches sur les pages avant. Il y a un peu plus de café dans la tasse de café.'
De lachende lachers lachen. Het gaat van het een op het ander. Het gesprek komt op Marina Ye (elle travaille à Gand maintenant) en Yusef Lateef.
Kunstenaars zijn een plaag. Het is een plaag aan het worden. Ils se battent. Het zijn er te veel.
Een naamgenoot van Johan De Wilde zou een boek geschreven hebben over de soldaten van Napoleon. Traceer je via Google.
'Alors, je deviens Erneste Messonnier.' Daar kijk je van op, die negentiende eeuw. Er waren twee figuren: Manet en Messonnier. 'Ca fait rire, quand on lit ça...' Messonnier, in de negentiende eeuw keizer van de schilderkunst, nu totaal onbekend. Niemand, niemand kent hem.
dinsdag 23 oktober 2007
dinsdag 23 oktober
16u
'We zijn naar Claerbout geweest,' zegt Nel, Nel met de witte wollen muts. Dagje Parijs, klassicaal en met de Thalys. Anouk ging mee, verduidelijkt Giro, Anouk en Hendrik, dus Hendrik ook en Simon ook.
We zitten in het Gouden Hoofd aan twee tafels waar we één tafel van gemaakt hebben. Eerst Frank, rond een uur of drie, die er van uit leek te gaan dat iemand de dataprojector in de Smithsonruimte vergat uit te zetten terwijl het Sjoerd was die het ding een ogenblik eerder geactiveerd had. Zelfde scenario in crox3. Tegen tweeën was ik in de Kasteellaan bij Frederik Heyman langsgeweest. Heyman woont in Ronsele aan het Schipdonkkanaal. Het gesprek kwam op de sluis. Waar die sluis is. Dat dat in Zomergem is, zei Heyman. Van Heyman interessant werk en de bedenking dat het toch al een tijd geleden gemaakt werd en dat fragmenten ervan in Pontormo getoond werden, dus niet echt evident om dat nog eens in crox over te doen. Die laat Negentiendeeuwse huizenrij in de Kasteellaan (de oneven huisnummers van circa huisnummer 81 tot huisnummer 99) zou door een bouwpromotor opgekocht zijn. Oei oei oei, fluiten we. Bouwpromotoren behoren tot de meest meedogenloze lui op aard: geld, geld, geld. Het concept architecturale of stedebouwkundige meerwaarde kennen ze niet. Of hun bouwwoede een ravage aanricht of niet, maakt ze geen zak uit. In Oostende, die historie is bekend, hebben ze op een krankzinnige manier (en zonder dat de overheid ook maar voor een centimeter tussenbeide kwam) honderden Art Nouveau gevels tegen de grond gekeild. Een van die Schoffemansen heb ik ooit eens aan het werk gezien, sans gêne in een donkerblauwe BMW het eenrichtingsverkeer negerend en met een air alsof hij het in Oostende voor het zeggen had. Je proberen voor te stellen, in een donkere kamer, snikkend want jong en onervaren, dat ze in 1997 het Art Nouveau pand waar Ensor de intrede van Christus in Brussel schilderde tegen de vlakte jagen. Dat niemand ingreep. Dat de overheid liet begaan. Dat het in Oostende in Keulen donderde. Dat stoeten Oostendenaars het huis een laatste groet kwamen brengen. Dat niemand ingreep.
Sarah verrast dat we haar naam juist hadden. De citroengele trui van Nel. Dat het niet Clarysse maar Clarisse is. Anna en Jesper, verneem ik, volgen Grafiek. Anna toegespitst op ets, Jesper meer een duizendpoot, waagt zich aan wassen beelden bijvoorbeeld. 'Mag ik een capuccino?' vraagt Sjoerd.
Als plat du jour vandaag Coq au Vin (Haantje in de wijn) en Herfstsalade. Kelly en Stefaan zijn van Multimediale Vormgeving, Nel en Giro van Nieuwe Media. Nel met de witte wollen muts. Sjoerd preciseert: 'Komt ook uit de combi.' De combi's waren een problematische soort, herinner ik me. 3D werd opgedoekt, de blijde intrede van Ensor in Brussel nog eens overgedaan en het scenario stonk naar rotte vis.
'We werken in onderaanneming voor het containerpark van Oostakker,' zei ik. Grapje. Interessante locatie trouwens.
Jesper en Anna volgen Grafiek, Saitha Beeldhouwkunst, de afdeling van Pieter, zij zit in het derde. Clara is van Textiel.
'Bij Els,' verduidelijkt Sjoerd. 'Els van Dirk. We lezen nu Bruno Schulz. Schulz misschien met twee z'tten, dat weet ik niet zeker.' Het is een roman, De Kaneelwinkel, mooie titel.
Nel, Sarah, Giro en Stefaan roken een zelfgedraaide. Het is het mooie met de zelfgedraaide, niet één sigaret ziet er hetzelfde uit. Met Sjoerd komt het gesprek op The Singing Painters.
'Weet je wat ik zag vandaag,' zegt Nel, Nel met de citroengele wollen trui en de witte wollen muts, 'ik zag vandaag stond die deur open megagroot. En daar staat die rommel van film.' Nel Aerts heet ze, witte wollen muts.
In Mixed hebben we meer leraars dan leerlingen, grapt ze. 'Joëlle Tuerlinckx interesseert me,' zeg ik. Zou bij Stella Lohaus zitten.
'We zijn naar Claerbout geweest,' zegt Nel, Nel met de witte wollen muts. Dagje Parijs, klassicaal en met de Thalys. Anouk ging mee, verduidelijkt Giro, Anouk en Hendrik, dus Hendrik ook en Simon ook.
We zitten in het Gouden Hoofd aan twee tafels waar we één tafel van gemaakt hebben. Eerst Frank, rond een uur of drie, die er van uit leek te gaan dat iemand de dataprojector in de Smithsonruimte vergat uit te zetten terwijl het Sjoerd was die het ding een ogenblik eerder geactiveerd had. Zelfde scenario in crox3. Tegen tweeën was ik in de Kasteellaan bij Frederik Heyman langsgeweest. Heyman woont in Ronsele aan het Schipdonkkanaal. Het gesprek kwam op de sluis. Waar die sluis is. Dat dat in Zomergem is, zei Heyman. Van Heyman interessant werk en de bedenking dat het toch al een tijd geleden gemaakt werd en dat fragmenten ervan in Pontormo getoond werden, dus niet echt evident om dat nog eens in crox over te doen. Die laat Negentiendeeuwse huizenrij in de Kasteellaan (de oneven huisnummers van circa huisnummer 81 tot huisnummer 99) zou door een bouwpromotor opgekocht zijn. Oei oei oei, fluiten we. Bouwpromotoren behoren tot de meest meedogenloze lui op aard: geld, geld, geld. Het concept architecturale of stedebouwkundige meerwaarde kennen ze niet. Of hun bouwwoede een ravage aanricht of niet, maakt ze geen zak uit. In Oostende, die historie is bekend, hebben ze op een krankzinnige manier (en zonder dat de overheid ook maar voor een centimeter tussenbeide kwam) honderden Art Nouveau gevels tegen de grond gekeild. Een van die Schoffemansen heb ik ooit eens aan het werk gezien, sans gêne in een donkerblauwe BMW het eenrichtingsverkeer negerend en met een air alsof hij het in Oostende voor het zeggen had. Je proberen voor te stellen, in een donkere kamer, snikkend want jong en onervaren, dat ze in 1997 het Art Nouveau pand waar Ensor de intrede van Christus in Brussel schilderde tegen de vlakte jagen. Dat niemand ingreep. Dat de overheid liet begaan. Dat het in Oostende in Keulen donderde. Dat stoeten Oostendenaars het huis een laatste groet kwamen brengen. Dat niemand ingreep.
Sarah verrast dat we haar naam juist hadden. De citroengele trui van Nel. Dat het niet Clarysse maar Clarisse is. Anna en Jesper, verneem ik, volgen Grafiek. Anna toegespitst op ets, Jesper meer een duizendpoot, waagt zich aan wassen beelden bijvoorbeeld. 'Mag ik een capuccino?' vraagt Sjoerd.
Als plat du jour vandaag Coq au Vin (Haantje in de wijn) en Herfstsalade. Kelly en Stefaan zijn van Multimediale Vormgeving, Nel en Giro van Nieuwe Media. Nel met de witte wollen muts. Sjoerd preciseert: 'Komt ook uit de combi.' De combi's waren een problematische soort, herinner ik me. 3D werd opgedoekt, de blijde intrede van Ensor in Brussel nog eens overgedaan en het scenario stonk naar rotte vis.
'We werken in onderaanneming voor het containerpark van Oostakker,' zei ik. Grapje. Interessante locatie trouwens.
Jesper en Anna volgen Grafiek, Saitha Beeldhouwkunst, de afdeling van Pieter, zij zit in het derde. Clara is van Textiel.
'Bij Els,' verduidelijkt Sjoerd. 'Els van Dirk. We lezen nu Bruno Schulz. Schulz misschien met twee z'tten, dat weet ik niet zeker.' Het is een roman, De Kaneelwinkel, mooie titel.
Nel, Sarah, Giro en Stefaan roken een zelfgedraaide. Het is het mooie met de zelfgedraaide, niet één sigaret ziet er hetzelfde uit. Met Sjoerd komt het gesprek op The Singing Painters.
'Weet je wat ik zag vandaag,' zegt Nel, Nel met de citroengele wollen trui en de witte wollen muts, 'ik zag vandaag stond die deur open megagroot. En daar staat die rommel van film.' Nel Aerts heet ze, witte wollen muts.
In Mixed hebben we meer leraars dan leerlingen, grapt ze. 'Joëlle Tuerlinckx interesseert me,' zeg ik. Zou bij Stella Lohaus zitten.
maandag 22 oktober 2007
zaterdag 20 oktober
De eerste schotel, het eerste voorgerecht, is een terrine van broccoli en wortelen (delicieus) aangevuld met uit olijf- en citroenschillen vervaardigde beignets afgewerkt met truffelolie en balsamico (verrukkelijk). De wijn is een Fendant, wit, uit Wallis. Het schaambrokje is voor van terwijl Latoir uitwijdt over zijn verleden als tennisster. De tweede schotel is een Soupe d'amandes, schandalig lekker. De basis van het soepje is een kippebouillon. 'Brings back memories,' grinnikt de gastheer. Hij bedoelt dat bijvoorbeeld iemand als Chris Latoir weet waarover hij het gehad had kunnen hebben.
'Daar zijt ge toch gauw een dag mee bezig, met dat soepke...' mijmert Latoir.
'Mais c'est delicieux,' oreert Christophe. 'Ah... oui. Mais c'est delicieux.' Zonder er meer woorden aan te verspillen dan nodig is: schandalig lekker. Het lepelt als schaamvocht.
Feesttafels hebben het effect dat ze doorgaans onoverzichtelijk zijn, de gastheer heeft niet alleen zijn meest nabije schaduw uitgenodigd maar ook alle andere schaduwen. De Fendant is geledigd, er komt een Château Haut-Campremier op tafel. De gastheer heeft aan tafel een staat van delirium gecreëerd. Het is zijn drieënveertigste verjaardag maar dat zou er voor niets tussen zitten, de vierendertigste bestond uit 34 gangen en dat hebben slechts enkele van de genomineerden overleefd.
De derde schotel in de serie voorgerechten is een Moules à l'Escargot, le maître d'hôte heeft het recept uit een boek van Roald Dahl. Het effect is onbeschrijfelijk. 'Je kunt dat effectief mentaal niet aan,' stamelt iemand. Ergens ter linkerzijde komt het gesprek op moleculaire keuken, de choucroute die ze in Cygnes d'Alsace serveren en Marina Yee. Van de 6 van Antwerpen is ze de minst bekende, ze kwam niet in het circuit terecht, had een pesthekel aan de manier waarop het er aan toeging.
De eerste publicatie van Het Balanseer komt op tafel, Tandafslag, een boek van Claude Krijgelmans. Er zijn reacties bekend van Claus, in een dun en ver verleden, die de teksten van Krijgelmans te gek vond.
Enkele feiten: Krijgelmans stopte in 1964 op dertigjarige leeftijd radicaal met het lezen van Nederlandstalige literatuur. Woont tegenwoordig in Baltimore. Ivo Michiels was een goeie vriend, dankzij de publicatie van Tandafslag zouden ze trouwens recent weer een briefwisseling begonnen zijn. Begin jaren zestig kwam Krijgelmans op cruciale manier in de belangstelling; later in de coulissen beland. Een maat van Freddy De Vree trouwens.
Van Freddy De Vree hoor je niet veel tegenwoordig, merkt iemand op. Het antwoord laat niet op zich wachten: is overleden. Ah, voilà, zuchten we. In de keuken is de hoofdschotel, Coq au vin, in een kritieke eindfase aanbeland, de gastheer snijdt, hakt, verdeelt de stukken, een sfeer van blijde verwachting maakt zich meester van de tafelgenoten. Het gesprek gaat als een bobslee tussen de meest diverse themata door. De Dodezeerollen (volstrekt ondenkbaar dat iemand daar iets zinnigs over had kunnen vertellen). Dan Krijgelmans weer. De gastheer komt tussenbeide: 'Als je zin hebt kan je meerijden.'
'Wat zei je?'
'Ik ga daar naar toe, als je zin hebt kan je meerijden.' Naar Demian bedoelt hij, in Antwerpen, Demian waar de eerste publicatie van Het Balanseer binnenkort aan publiek en pers wordt voorgesteld.
De coq au vin komt op tafel en het gesprek verstomt. De conclusie, door eenieder die mee aanzit haarscherp aangevoeld, woorden schieten te kort. Over 'La Rochelle, Entrée du port', een verbluffend meesterwerk, valt evenmin een zinnig woord te zeggen.
Er is nog. De kaastafel combineert Stilton, Beaufort, Appenzeller, Hansi en Epoisse - le roi des fromages.
'Celui qui,' zou Marcel Moureau gezegd hebben, 'celui qui n'aime pas l'époisse, n'est pas mon ami.'
'Daar zijt ge toch gauw een dag mee bezig, met dat soepke...' mijmert Latoir.
'Mais c'est delicieux,' oreert Christophe. 'Ah... oui. Mais c'est delicieux.' Zonder er meer woorden aan te verspillen dan nodig is: schandalig lekker. Het lepelt als schaamvocht.
Feesttafels hebben het effect dat ze doorgaans onoverzichtelijk zijn, de gastheer heeft niet alleen zijn meest nabije schaduw uitgenodigd maar ook alle andere schaduwen. De Fendant is geledigd, er komt een Château Haut-Campremier op tafel. De gastheer heeft aan tafel een staat van delirium gecreëerd. Het is zijn drieënveertigste verjaardag maar dat zou er voor niets tussen zitten, de vierendertigste bestond uit 34 gangen en dat hebben slechts enkele van de genomineerden overleefd.
De derde schotel in de serie voorgerechten is een Moules à l'Escargot, le maître d'hôte heeft het recept uit een boek van Roald Dahl. Het effect is onbeschrijfelijk. 'Je kunt dat effectief mentaal niet aan,' stamelt iemand. Ergens ter linkerzijde komt het gesprek op moleculaire keuken, de choucroute die ze in Cygnes d'Alsace serveren en Marina Yee. Van de 6 van Antwerpen is ze de minst bekende, ze kwam niet in het circuit terecht, had een pesthekel aan de manier waarop het er aan toeging.
De eerste publicatie van Het Balanseer komt op tafel, Tandafslag, een boek van Claude Krijgelmans. Er zijn reacties bekend van Claus, in een dun en ver verleden, die de teksten van Krijgelmans te gek vond.
Enkele feiten: Krijgelmans stopte in 1964 op dertigjarige leeftijd radicaal met het lezen van Nederlandstalige literatuur. Woont tegenwoordig in Baltimore. Ivo Michiels was een goeie vriend, dankzij de publicatie van Tandafslag zouden ze trouwens recent weer een briefwisseling begonnen zijn. Begin jaren zestig kwam Krijgelmans op cruciale manier in de belangstelling; later in de coulissen beland. Een maat van Freddy De Vree trouwens.
Van Freddy De Vree hoor je niet veel tegenwoordig, merkt iemand op. Het antwoord laat niet op zich wachten: is overleden. Ah, voilà, zuchten we. In de keuken is de hoofdschotel, Coq au vin, in een kritieke eindfase aanbeland, de gastheer snijdt, hakt, verdeelt de stukken, een sfeer van blijde verwachting maakt zich meester van de tafelgenoten. Het gesprek gaat als een bobslee tussen de meest diverse themata door. De Dodezeerollen (volstrekt ondenkbaar dat iemand daar iets zinnigs over had kunnen vertellen). Dan Krijgelmans weer. De gastheer komt tussenbeide: 'Als je zin hebt kan je meerijden.'
'Wat zei je?'
'Ik ga daar naar toe, als je zin hebt kan je meerijden.' Naar Demian bedoelt hij, in Antwerpen, Demian waar de eerste publicatie van Het Balanseer binnenkort aan publiek en pers wordt voorgesteld.
De coq au vin komt op tafel en het gesprek verstomt. De conclusie, door eenieder die mee aanzit haarscherp aangevoeld, woorden schieten te kort. Over 'La Rochelle, Entrée du port', een verbluffend meesterwerk, valt evenmin een zinnig woord te zeggen.
Er is nog. De kaastafel combineert Stilton, Beaufort, Appenzeller, Hansi en Epoisse - le roi des fromages.
'Celui qui,' zou Marcel Moureau gezegd hebben, 'celui qui n'aime pas l'époisse, n'est pas mon ami.'
vrijdag 19 oktober 2007
vrijdag 19 oktober
Het is een rustige dag. Bladeren tuimelen over de havengeul. Rond het middaguur bestormen kinderstemmen de speelplaats. Aan Sint-Jacobs is er de gebruikelijke drukte, niet alleen op het pleintje onder de platanen maar ook aan het rondpunt waar vierwielers traag rondjes draaien en fietsers van tijd tot tijd noodgedwongen over het voetpad moeten.
'Moest ik Sjoerd niet gekend hebben,' zegt Ilknur, 'dan was ik nooit hier gebleven.' Ze werkt aan een script en zetelt voor Spirit in de Gentse gemeenteraad.
Ik buig mij over het werk van Mathieu Staelens, een kunstenaar uit Antwerpen die ongeveer gelijktijdig met Sjoerd en Ilknur de mediaruimte betrad, wat voor een kort moment van verwarring zorgt. Ilknur, Sjoerd en Frank stappen door naar de ruimte achterin.
Twee schragen en een plank en vier stoelen volstaan om een klein en gezellig vergaderlokaal te hebben. Sjoerd overhandigt zijn exemplaar van het dossier Kunstendecreet aan Ilknur. Ilknur kwam een paar jaar geleden in het nieuws toen ze aan de kust voor het groot strand van Oostende over het water wandelde. Ze studeerde aan 3D toen de afdeling nog 3D heette, tegenwoordig hebben ze het over Multimediale Vormgeving, het jaar van Wouter Feyaerts, Christophe Engels en Miet Warlop. Dat ze gemeenteraadslid zou worden had niemand verwacht, Sjoerd niet, Wouter en Miet evenmin. Tot haar veertiende heeft ze in Istanbul gewoond. Toen kwam ze in Antwerpen terecht, later in Gent. De ouders verhuisden naar Brussel. Dat ze aan 3D en op die manier in Gent belandde, heeft ze aan Sjoerd te denken, zegt ze. Tijdens de toelatingsproef zei ze dat haar Nederlands niet zo goed is. 'Ons Nederlands,' zou Sjoerd geantwoord hebben, 'is ook niet zo goed.'
Frank geeft een woordje uitleg bij de stand van zaken. We zijn aan reorganisatie toe, niet alleen de croxruimte, ook het team en het bestuur worden opnieuw ingericht. Het is Sjoerd, het is inderdaad Sjoerd die op het idee kwam, die een hele tijd geleden al op het idee kwam om Ilknur te polsen of ze zin had om tot het croxbestuur toe te treden. Niet alleen Ilknur, ook Marc is candidaat bestuurslid.
'Moest ik Sjoerd niet gekend hebben,' zegt Ilknur, 'dan was ik nooit hier gebleven.' Ze werkt aan een script en zetelt voor Spirit in de Gentse gemeenteraad.
Ik buig mij over het werk van Mathieu Staelens, een kunstenaar uit Antwerpen die ongeveer gelijktijdig met Sjoerd en Ilknur de mediaruimte betrad, wat voor een kort moment van verwarring zorgt. Ilknur, Sjoerd en Frank stappen door naar de ruimte achterin.
Twee schragen en een plank en vier stoelen volstaan om een klein en gezellig vergaderlokaal te hebben. Sjoerd overhandigt zijn exemplaar van het dossier Kunstendecreet aan Ilknur. Ilknur kwam een paar jaar geleden in het nieuws toen ze aan de kust voor het groot strand van Oostende over het water wandelde. Ze studeerde aan 3D toen de afdeling nog 3D heette, tegenwoordig hebben ze het over Multimediale Vormgeving, het jaar van Wouter Feyaerts, Christophe Engels en Miet Warlop. Dat ze gemeenteraadslid zou worden had niemand verwacht, Sjoerd niet, Wouter en Miet evenmin. Tot haar veertiende heeft ze in Istanbul gewoond. Toen kwam ze in Antwerpen terecht, later in Gent. De ouders verhuisden naar Brussel. Dat ze aan 3D en op die manier in Gent belandde, heeft ze aan Sjoerd te denken, zegt ze. Tijdens de toelatingsproef zei ze dat haar Nederlands niet zo goed is. 'Ons Nederlands,' zou Sjoerd geantwoord hebben, 'is ook niet zo goed.'
Frank geeft een woordje uitleg bij de stand van zaken. We zijn aan reorganisatie toe, niet alleen de croxruimte, ook het team en het bestuur worden opnieuw ingericht. Het is Sjoerd, het is inderdaad Sjoerd die op het idee kwam, die een hele tijd geleden al op het idee kwam om Ilknur te polsen of ze zin had om tot het croxbestuur toe te treden. Niet alleen Ilknur, ook Marc is candidaat bestuurslid.
woensdag 17 oktober
Een waterhoen rept zich tussen de drijvende bladeren aan de voet van het grote bakstenen huis, rept zich daar zij meent dat de andere waterhoen (identiek rood bekje) een interessante vondst deed, een torretje wellicht, een mug of een takje misschien. Dat dit op een misverstand berust (andere, te verwaarlozen feiten buiten beschouwing laten) willen ze geen van beiden met zoveel woorden gezegd hebben. In het Waterhoens vertrouw je er op dat kleine, deugdzame begrippen als 'mug' en 'slakje' en 'lekker' een transparante en duidelijk afgebakende betekenis hebben. Rondwarrelende blaadjes en drijvende takjes zorgen voor verwarring.
Aan het raam in Aba-Jour zitten een sympathieke slungel met lang blond haar, hij is blind - wat na enige tijd onuitwisbaar uit het verloop der gebeurtenissen blijkt - en misschien zelfs beetje doof - en een behulpzame jonge vrouw die zich de beentjes uit de naad kletst om het hem naar zijn zin te maken. Ze spreekt luid, duidelijk gearticuleerd en met een beschaafde en aangename tongval. Tenzij ze in herhaling zou vallen (die natuurlijke aandrang waarin de mens als een plant op het dier lijkt die de plant losrukt, opeet, vermorzeld, aantast), tenzij dus ook zij in herhaling zou vallen hoeft ze werkelijk helemaal niets van wat ze zegt een tweede keer te zeggen - de letterlijke herhaling bijvoorbeeld van een niet begrepen zinswending, of, variant, het mistasten in de obscure derderangsproblematiek van het onbegrepene - ook aan de belendende tafeltjes, waar voorlopig alleen schrijver dezes te situeren valt, is het gesprek makkelijk te volgen. 'Stoppen met de verwachting,' zegt ze, 'stoppen met de verwachting dat ge iets terugkrijgt.' De gesprekspartner, een massieve paarse rug waarover lange strengen krullen in pittoreske slierten en daarboven het hooggebergte van de blonde schedel, de gesprekspartner zwijgt. De jonge vrouw wees de frieten aan, die zich ergens ter linkerzijde op het bord bevinden, het stoofvlees, het slaatje, de mayonaise, hier en hier en daar en hier, de abstracte compositie van een door complete duisternis verzwolgen middagmaal. Geen verwachting, het gesprek vindt plaats in een dimensie waar dit soort begrippen ontbreekt, radicaal ontbreekt, radicaal. De stem van de jonge vrouw is een van de aanknopingspunten. Een tong van vuur in het duistere woud. 'Dat als ge iets doet,' zegt ze, 'met het gedacht dat ge iets terugkrijgt, dat ge dan nooit gelukkig zult zijn.'
'Anderzijds,' merkt de blinde man op, 'dat is ook wel iets, aan de andere kant, in het algemeen, in een relatie is het geven en nemen. Daar moet ge evenwicht in vinden, in die totaliteit.' De jonge vrouw zwijgt, staart naar het groene schotelwater waar twee waterhoenen naarstig tussen de trage stoet van drijvende bladeren peddelen.
Aan het raam in Aba-Jour zitten een sympathieke slungel met lang blond haar, hij is blind - wat na enige tijd onuitwisbaar uit het verloop der gebeurtenissen blijkt - en misschien zelfs beetje doof - en een behulpzame jonge vrouw die zich de beentjes uit de naad kletst om het hem naar zijn zin te maken. Ze spreekt luid, duidelijk gearticuleerd en met een beschaafde en aangename tongval. Tenzij ze in herhaling zou vallen (die natuurlijke aandrang waarin de mens als een plant op het dier lijkt die de plant losrukt, opeet, vermorzeld, aantast), tenzij dus ook zij in herhaling zou vallen hoeft ze werkelijk helemaal niets van wat ze zegt een tweede keer te zeggen - de letterlijke herhaling bijvoorbeeld van een niet begrepen zinswending, of, variant, het mistasten in de obscure derderangsproblematiek van het onbegrepene - ook aan de belendende tafeltjes, waar voorlopig alleen schrijver dezes te situeren valt, is het gesprek makkelijk te volgen. 'Stoppen met de verwachting,' zegt ze, 'stoppen met de verwachting dat ge iets terugkrijgt.' De gesprekspartner, een massieve paarse rug waarover lange strengen krullen in pittoreske slierten en daarboven het hooggebergte van de blonde schedel, de gesprekspartner zwijgt. De jonge vrouw wees de frieten aan, die zich ergens ter linkerzijde op het bord bevinden, het stoofvlees, het slaatje, de mayonaise, hier en hier en daar en hier, de abstracte compositie van een door complete duisternis verzwolgen middagmaal. Geen verwachting, het gesprek vindt plaats in een dimensie waar dit soort begrippen ontbreekt, radicaal ontbreekt, radicaal. De stem van de jonge vrouw is een van de aanknopingspunten. Een tong van vuur in het duistere woud. 'Dat als ge iets doet,' zegt ze, 'met het gedacht dat ge iets terugkrijgt, dat ge dan nooit gelukkig zult zijn.'
'Anderzijds,' merkt de blinde man op, 'dat is ook wel iets, aan de andere kant, in het algemeen, in een relatie is het geven en nemen. Daar moet ge evenwicht in vinden, in die totaliteit.' De jonge vrouw zwijgt, staart naar het groene schotelwater waar twee waterhoenen naarstig tussen de trage stoet van drijvende bladeren peddelen.
maandag 15 oktober 2007
maandag 15 oktober
11u40
Telefoon van Nate Wooley. Excuseert zich dat hij er zaterdag niet was en legt uit hoe dat komt. Heen en terug Amsterdam-Gent zou meer tijd genomen hebben dan hij aanvankelijk dacht. Kent Bart Maris. Stelt voor om volgende lente als hij weer in Europa is in crox langs te komen. Een record set samen met Bart is een van de mogelijkheden.
Telefoon van Nate Wooley. Excuseert zich dat hij er zaterdag niet was en legt uit hoe dat komt. Heen en terug Amsterdam-Gent zou meer tijd genomen hebben dan hij aanvankelijk dacht. Kent Bart Maris. Stelt voor om volgende lente als hij weer in Europa is in crox langs te komen. Een record set samen met Bart is een van de mogelijkheden.
zondag 14 oktober 2007
zondag 14 oktober
nacht
De stroom is geluwd. Hoeveel bezoekers we hadden is moeilijk in te schatten, paar honderd wellicht. De drankvoorraad gedecimeerd. Pieter en Carole sprongen bij. Bart Maris had voor opnamemateriaal gezorgd. Tijdens het tweede deel van de set hide & seek met de reverb. Bakken volk, een vrolijke drukte. Het prentenkabinet van Julian Moran een van de vele highlights. Tatjana van OneTwenty enthusiast. Een werveling van stemmen en geroezemoes. Jan had het over Richard Prince. Zou wereldberoemd zijn. Niet beroemd genoeg, zei iemand, ik ken hem niet. Dirk is op Malta geweest en in Tunesië. Nancy Delille op krukken. 'k Weet het, 't is geen zicht, lacht ze. Ze introduceert een nieuw en uitsluitend op fotografie gefocust initiatief: Punctum. Na middernacht een nieuwe lading bezoekers. Caroline over PJ en een concert in Lyon, PJ op onwaarschijnlijk hoge naaldhakken, zo hoog dat ze wankelend de scene opkwam, een fles champagne in de hand, geschminkt als een babydoll en dan die gitaar, een jazzmaster, indrukwekkend. Een half dozijn nachtraven blijft tot halfvier aan de bar hangen. Tot de laatste fles rode wijn geledigd is. Geen slok te vroeg.
late ochtend
Een kop als een houten ballon, zo zwaar dat ik zonder de minste inspanning rollend door de kamer stap - hoewel je het impact daarvan op voorhand zelden juist zou weten in te schatten, integendeel, spitsvondige en bijwijlen op de komma na geniale gedachten razen als een tgv door de hersenpan. Totaal versuft staar ik naar de schittering aan het intellectuele uitspansel. Ah, hah-hah-hah, jongen, jongen. De tekst die ik voor me heb leest als spijkerschrift, braille. Verdoofd door vuistdikke bladzijden cerebraal geweld staar ik in een lege trommel. Kijk eens aan, kijk, hohoh, kijk, kijk, een lege trommel, een lege bladzijde en de getallen tikken. Een ballon tikt tegen het plafond, het plafond van, van een mijmering wellicht, ik zak in de drek van, van een mijmering wellicht, en aanschouw fenomenale gedachten, fenomenale gedachten, Barthes, Nietzsche, Houellebecq, gedachten die als een schicht voorlangs tuimelen en wegschieten in een duistere diepte van onbereikbare en triomfantelijke verten. Verduiveld nog aan toe. Ik open het oog ter linkerzijde en staar naar het beduimelde retourtje.
middag
Rommel opruimen. De bierflesjes, het gezeik, een blikje cola, de peuken. Een doordringende stank van rook en verschaald bier hangt in de mediaruimte. Buiten is het een aangename herfstdag. De schaduw van de platanen in de Machariusstraat vertoont al wat gaten, groot en rond als struisvogeleieren. Donkergele bladeren dansen over het asfalt. Smithson heeft op de rommelmarkt aan Sint-Jacobs twee stukken meubilair op de kop getikt, een kinderbedje en een kinderstoel. Heeft er 30 euro voor betaald, zegt hij. De kinderstoel is een curiosum. Het ding is een meter hoog en bestaat uit een bovenste en een onderste helft, de bovenste is bedoeld voor de op tafelhoogte paradijselijke zithouding van het kind, de onderste helft transformeert het meubel in een zitplaats op wieltjes met een vlak voor speel- en kleurboeken. David situeert het ding begin jaren vijftig. Het gesprek komt op Zagreb en Dubrovnik. Over Dubrovnik dat het stadje sinds een jaar of vier in een toeristisch resort veranderd is. Een kaalslag. Het Dubrovnik van voor de Balkanoorlog is opgelost in een zure vlek van winstbejag.
Anoniem begin 21ste eeuw, de teller van het bezoekersaantal tikt vlotjes tientallen. David Smithson stapt op en neemt het kinderstoeltje toch maar mee. Badebukse treedt aan, Berten hapt toe, Nancy springt heel even binnen. Gisteravond is David met hen uit eten geweest in de Sleepstraat. De beschrijving van wat hij op tafel kreeg gaf aan dat hij voor het stoofpotje ging. Frans Gentils heeft een nieuwe bril en een oogje op de Zinnia, een afgedankt oorlogsschip. Manon en haar springtouw en Astrid die heel erg enthusiast is over het werk van Paul McCarthy. Het zelfportret in een kamertje met veldbed, de poppen, het priapische bosje, decadent, decadent, en al die muren die uitgesmeten zijn en het schip is geflipt, zegt ze. Dan Christophe en een stel Franse vrienden.
Gaspard loopt een werk van Pieter omver. Stipt tegen sluitingstijd aan komen nog meer bezoekers binnenvallen.
De stroom is geluwd. Hoeveel bezoekers we hadden is moeilijk in te schatten, paar honderd wellicht. De drankvoorraad gedecimeerd. Pieter en Carole sprongen bij. Bart Maris had voor opnamemateriaal gezorgd. Tijdens het tweede deel van de set hide & seek met de reverb. Bakken volk, een vrolijke drukte. Het prentenkabinet van Julian Moran een van de vele highlights. Tatjana van OneTwenty enthusiast. Een werveling van stemmen en geroezemoes. Jan had het over Richard Prince. Zou wereldberoemd zijn. Niet beroemd genoeg, zei iemand, ik ken hem niet. Dirk is op Malta geweest en in Tunesië. Nancy Delille op krukken. 'k Weet het, 't is geen zicht, lacht ze. Ze introduceert een nieuw en uitsluitend op fotografie gefocust initiatief: Punctum. Na middernacht een nieuwe lading bezoekers. Caroline over PJ en een concert in Lyon, PJ op onwaarschijnlijk hoge naaldhakken, zo hoog dat ze wankelend de scene opkwam, een fles champagne in de hand, geschminkt als een babydoll en dan die gitaar, een jazzmaster, indrukwekkend. Een half dozijn nachtraven blijft tot halfvier aan de bar hangen. Tot de laatste fles rode wijn geledigd is. Geen slok te vroeg.
late ochtend
Een kop als een houten ballon, zo zwaar dat ik zonder de minste inspanning rollend door de kamer stap - hoewel je het impact daarvan op voorhand zelden juist zou weten in te schatten, integendeel, spitsvondige en bijwijlen op de komma na geniale gedachten razen als een tgv door de hersenpan. Totaal versuft staar ik naar de schittering aan het intellectuele uitspansel. Ah, hah-hah-hah, jongen, jongen. De tekst die ik voor me heb leest als spijkerschrift, braille. Verdoofd door vuistdikke bladzijden cerebraal geweld staar ik in een lege trommel. Kijk eens aan, kijk, hohoh, kijk, kijk, een lege trommel, een lege bladzijde en de getallen tikken. Een ballon tikt tegen het plafond, het plafond van, van een mijmering wellicht, ik zak in de drek van, van een mijmering wellicht, en aanschouw fenomenale gedachten, fenomenale gedachten, Barthes, Nietzsche, Houellebecq, gedachten die als een schicht voorlangs tuimelen en wegschieten in een duistere diepte van onbereikbare en triomfantelijke verten. Verduiveld nog aan toe. Ik open het oog ter linkerzijde en staar naar het beduimelde retourtje.
middag
Rommel opruimen. De bierflesjes, het gezeik, een blikje cola, de peuken. Een doordringende stank van rook en verschaald bier hangt in de mediaruimte. Buiten is het een aangename herfstdag. De schaduw van de platanen in de Machariusstraat vertoont al wat gaten, groot en rond als struisvogeleieren. Donkergele bladeren dansen over het asfalt. Smithson heeft op de rommelmarkt aan Sint-Jacobs twee stukken meubilair op de kop getikt, een kinderbedje en een kinderstoel. Heeft er 30 euro voor betaald, zegt hij. De kinderstoel is een curiosum. Het ding is een meter hoog en bestaat uit een bovenste en een onderste helft, de bovenste is bedoeld voor de op tafelhoogte paradijselijke zithouding van het kind, de onderste helft transformeert het meubel in een zitplaats op wieltjes met een vlak voor speel- en kleurboeken. David situeert het ding begin jaren vijftig. Het gesprek komt op Zagreb en Dubrovnik. Over Dubrovnik dat het stadje sinds een jaar of vier in een toeristisch resort veranderd is. Een kaalslag. Het Dubrovnik van voor de Balkanoorlog is opgelost in een zure vlek van winstbejag.
Anoniem begin 21ste eeuw, de teller van het bezoekersaantal tikt vlotjes tientallen. David Smithson stapt op en neemt het kinderstoeltje toch maar mee. Badebukse treedt aan, Berten hapt toe, Nancy springt heel even binnen. Gisteravond is David met hen uit eten geweest in de Sleepstraat. De beschrijving van wat hij op tafel kreeg gaf aan dat hij voor het stoofpotje ging. Frans Gentils heeft een nieuwe bril en een oogje op de Zinnia, een afgedankt oorlogsschip. Manon en haar springtouw en Astrid die heel erg enthusiast is over het werk van Paul McCarthy. Het zelfportret in een kamertje met veldbed, de poppen, het priapische bosje, decadent, decadent, en al die muren die uitgesmeten zijn en het schip is geflipt, zegt ze. Dan Christophe en een stel Franse vrienden.
Gaspard loopt een werk van Pieter omver. Stipt tegen sluitingstijd aan komen nog meer bezoekers binnenvallen.
zaterdag 13 oktober
Frank werkt de muur achterin de grote zaal af. Smithson komt een kijkje nemen. Pieter ruimt op, ik begin met het vrijmaken van de corridor. Trekken, sleuren, tillen. Een sublieme final touch van Christophe, hij plaatst het strijkplankje - een speels en lichtvoetig werk van Pieter - in de lege ruimte tussen de kleine schilderijen ter linker- en de grote ter rechterzijde. Adriaan met de mededeling dat we vanavond Bart Maris hebben. Levi liet eerder al weten dat Steim er weinig mee te maken zou hebben, het is Nate Wooley zelf die beslist zou hebben om niet naar Gent te komen. Christophe ziet in het oeuvre van McCarthy een variatie op Walibi en Plopsaland. Frank rept zich naar het Dampoortstation waar hij met Julian Moran afgesproken heeft.
Julian. Heeft zoveel bagage bij - drie valiezen volgepropt met bizarre fantasieën - dat hij het niet allemaal in één keer verwerken kan. Stapt helemaal achterin uit, de laatste wagon, als Buster Keaton in Steamboat Junior. Pieter gaat er nog een laatste keer hard tegenaan terwijl Julian op bedachtzame manier aan de opbouw in de kubusruimte begint. In de grote zaal valt het zonlicht in een brede diagonaal dwars over het monumentale bouwsel, een opeenstapeling van bric à brac, tafels, kisten en kinderkribben. We pauseren en nemen de presentatie van Smithson door. McCarthy is er zo totaal over, meent Adriaan, dat hij het eigenlijk best OK vindt. Frances en Tuur komen een kijkje nemen en prikken de poster van IPS 3 aan de croxpoort. Om de tussenwand te kunnen afwerken, concludeert FF, is tape en polyfilla nodig. Pieter en Marie. Pieter vond nog wat houten paplepels en een rekje op straat. De video van David staat te luid, vinden we.
Julian. Heeft zoveel bagage bij - drie valiezen volgepropt met bizarre fantasieën - dat hij het niet allemaal in één keer verwerken kan. Stapt helemaal achterin uit, de laatste wagon, als Buster Keaton in Steamboat Junior. Pieter gaat er nog een laatste keer hard tegenaan terwijl Julian op bedachtzame manier aan de opbouw in de kubusruimte begint. In de grote zaal valt het zonlicht in een brede diagonaal dwars over het monumentale bouwsel, een opeenstapeling van bric à brac, tafels, kisten en kinderkribben. We pauseren en nemen de presentatie van Smithson door. McCarthy is er zo totaal over, meent Adriaan, dat hij het eigenlijk best OK vindt. Frances en Tuur komen een kijkje nemen en prikken de poster van IPS 3 aan de croxpoort. Om de tussenwand te kunnen afwerken, concludeert FF, is tape en polyfilla nodig. Pieter en Marie. Pieter vond nog wat houten paplepels en een rekje op straat. De video van David staat te luid, vinden we.
vrijdag 12 oktober 2007
vrijdag 12 oktober
David Smithson werkt de bekabeling af. In de ruimte achterin is Adriaan met een blauwe muurschildering bezig. De overhead projecteert een hand op de muur.
Phantom Rider, het beeld van een naakte jongen die een zwarte helicopter vasthoudt, werd eergisteren al afgewerkt met een kleur van koffie verkeerd. De bivakmuts was eerst wit, de regenlaarsjes blauw. Dan de bivakmuts blauw, de regenlaarsjes wit. Adriaan bleef worstelen met het idee of het blauw moest of wit tot hij er op uit kwam dat het een witte muts en zwarte regenlaarsjes hoorde te zijn.
Sjoerd komt de stoelen weghalen. Met Sjoerd over de aangepaste selectiecriteria, over de nieuwe architectuur, over Turkije, over de zakagenda van Emmanuel, over de door Frank doorgevoerde reorganisatie, over het proefschrift van Lucia, ze doctoreert in Bilbao met een proefschrift over de SHcorr mailart correspondentie, over Haritz Gisasola Izeta en de stem van Martha die aan haar stembanden geopereerd is en haar stem kwijt was, over Madrid, Haritz en Martha wonen vlakbij de Reina Sofia, over het werk van Haritz dat iets Raveelachtigs heeft, over het geld van crox, over de onderlegger van Sander, over Kiosk en het project van Geert Goiris, dat Wim Waelput goed bezig is, over de bloedmooie Meggy Rustamova en Johanna die er vorige week bij waren tijdens de performance van Alberts & Messchendorp, over Paul McCarthy, naar verluidt professor in California, Sjoerd kan zich niet herinneren aan welke universiteit, McCarthy had een grote invloed op de West Coast scene, over de stoelen tenslotte waarvan we er voorlopig twaalf in leenbruik hebben.
Laatst belde Sjoerd Martha op, het was Haritz die de telefoon opnam en zei dat Martha niet aan de telefoon kon komen, 'he can't talk', zei hij. 'Wat?' zei Sjoerd, 'she can't talk, bedoel je.' 'No no, he can't talk,' zei Haritz. Misschien, redeneeert Sjoerd, hebben ze in het Baskisch geen equivalent voor 'she'.
Pieter beent door de hall. We voeren nog enkele bijkomende ingrepen uit in de grote zaal. Sylvie Janssens springt binnen, wat later Anton Cotteleer en Evelien Geysen. Evelien komt de ovaaltjes halen, een restant van het project in Abdij Maagdendale. Adriaan is er klaar mee. Sylvie, die een leuke schoudertas van Carpetland bijheeft, en Adriaan steken een handje toe.
Als een donderslag bij heldere hemel het bericht dat Nate Wooley morgen zaterdag niet komen kan. We begrijpen er geen snars van. Ik zoek uit wat voor organisatie Steim is, het blijkt om een initiatief van instrumentenbouwers en experimentele muziek te gaan, probeer het telefoonnummer (ze nemen niet op) en stuur een mailtje zonder de smakelijke doch kansarme adjectieven waar dit soort discours om vraagt.
Later een mailtje van Levi waaruit blijkt dat de organisatoren van Steim er voor niets tussen zitten, Nate zelf zou beslist hebben om van het retourtje Gent-Amsterdam af te zien. Hij komt een andere keer.
Adriaan ruimt op. Manon, de vijfjarige dochter van Ann, betreedt de hall. Ze staart naar Adriaan, heeft een springtouw bij, grote verbazing. 'Uw broek is vuil, mijnheer,' zegt ze.
Adriaan (brede glimlach): 'Dat zijn verfvlekken.'
'Dat moogt ge niet doen,' weet Manon. 'Zo moogt ge niet rondlopen.'
Adriaan (brede glimlach): Euh...
Manon betreedt de mediaruimte en vraagt of ze een koekje hebben mag. 'We hebben geen koekjes,' zeg ik.
'Speculoos,' probeert ze. 'Hebben we niet,' zeg ik. Dat begrijpt ze niet. Toen ze hier laatst was, hadden we wel speculoos. 'De speculoos is op,' zeg ik. 'Mag ik een kaartje hebben,' vraagt ze. 'Je hebt al een kaartje gehad,' zeg ik. 'Mag ik een kaartje?' herhaalt ze. 'Nog een kaartje? Je hebt toch al een kaartje gehad.' Ja, dat weet ze best. Ze wil nog een kaartje. 'Nee,' zeg ik. 'Je hebt een kaartje gehad omdat je een kaartje vroeg. Ook de andere kinderen hebben een kaartje gehad. Eén kaartje is genoeg.' Ze wil touwtjespringen. Mag ze touwtjespringen? Jazeker, touwtjespringen mag hoewel de mediaruimte wellicht niet de meest geschikte ruimte is om dat te doen. David komt in de doorgang staan. 'Wil je kijken hoe ik touwtjespring,' vraagt ze. David heeft geen idee waarover ze het heeft. Ze vraagt het nog eens. 'Die mijnheer,' zeg ik, 'is een Amerikaan. Hij spreekt geen Nederlands, hij begrijpt niet wat je zegt.' 'Kijken hoe ik touwtjespring,' dringt Manon aan. Ik licht David in over het verzoek. David, brede glimlach, ja natuurlijk. Manon slaat het touw onder de voetzolen door, drie keer, vier keer, vijf keer, dan komt het touw vast te zitten. Ze doet het nog een keer. 'Prachtig,' zegt David, 'prachtig! Prachtig!'
'Wil jij touwtjespringen?' vraagt ze.
'Of je wil touwtjespringen,' zeg ik. 'Ja, naturlich,' lacht David. Hij neemt het springtouw en slaat het zwierig onder de voetzolen door, Manon glundert.
Phantom Rider, het beeld van een naakte jongen die een zwarte helicopter vasthoudt, werd eergisteren al afgewerkt met een kleur van koffie verkeerd. De bivakmuts was eerst wit, de regenlaarsjes blauw. Dan de bivakmuts blauw, de regenlaarsjes wit. Adriaan bleef worstelen met het idee of het blauw moest of wit tot hij er op uit kwam dat het een witte muts en zwarte regenlaarsjes hoorde te zijn.
Sjoerd komt de stoelen weghalen. Met Sjoerd over de aangepaste selectiecriteria, over de nieuwe architectuur, over Turkije, over de zakagenda van Emmanuel, over de door Frank doorgevoerde reorganisatie, over het proefschrift van Lucia, ze doctoreert in Bilbao met een proefschrift over de SHcorr mailart correspondentie, over Haritz Gisasola Izeta en de stem van Martha die aan haar stembanden geopereerd is en haar stem kwijt was, over Madrid, Haritz en Martha wonen vlakbij de Reina Sofia, over het werk van Haritz dat iets Raveelachtigs heeft, over het geld van crox, over de onderlegger van Sander, over Kiosk en het project van Geert Goiris, dat Wim Waelput goed bezig is, over de bloedmooie Meggy Rustamova en Johanna die er vorige week bij waren tijdens de performance van Alberts & Messchendorp, over Paul McCarthy, naar verluidt professor in California, Sjoerd kan zich niet herinneren aan welke universiteit, McCarthy had een grote invloed op de West Coast scene, over de stoelen tenslotte waarvan we er voorlopig twaalf in leenbruik hebben.
Laatst belde Sjoerd Martha op, het was Haritz die de telefoon opnam en zei dat Martha niet aan de telefoon kon komen, 'he can't talk', zei hij. 'Wat?' zei Sjoerd, 'she can't talk, bedoel je.' 'No no, he can't talk,' zei Haritz. Misschien, redeneeert Sjoerd, hebben ze in het Baskisch geen equivalent voor 'she'.
Pieter beent door de hall. We voeren nog enkele bijkomende ingrepen uit in de grote zaal. Sylvie Janssens springt binnen, wat later Anton Cotteleer en Evelien Geysen. Evelien komt de ovaaltjes halen, een restant van het project in Abdij Maagdendale. Adriaan is er klaar mee. Sylvie, die een leuke schoudertas van Carpetland bijheeft, en Adriaan steken een handje toe.
Als een donderslag bij heldere hemel het bericht dat Nate Wooley morgen zaterdag niet komen kan. We begrijpen er geen snars van. Ik zoek uit wat voor organisatie Steim is, het blijkt om een initiatief van instrumentenbouwers en experimentele muziek te gaan, probeer het telefoonnummer (ze nemen niet op) en stuur een mailtje zonder de smakelijke doch kansarme adjectieven waar dit soort discours om vraagt.
Later een mailtje van Levi waaruit blijkt dat de organisatoren van Steim er voor niets tussen zitten, Nate zelf zou beslist hebben om van het retourtje Gent-Amsterdam af te zien. Hij komt een andere keer.
Adriaan ruimt op. Manon, de vijfjarige dochter van Ann, betreedt de hall. Ze staart naar Adriaan, heeft een springtouw bij, grote verbazing. 'Uw broek is vuil, mijnheer,' zegt ze.
Adriaan (brede glimlach): 'Dat zijn verfvlekken.'
'Dat moogt ge niet doen,' weet Manon. 'Zo moogt ge niet rondlopen.'
Adriaan (brede glimlach): Euh...
Manon betreedt de mediaruimte en vraagt of ze een koekje hebben mag. 'We hebben geen koekjes,' zeg ik.
'Speculoos,' probeert ze. 'Hebben we niet,' zeg ik. Dat begrijpt ze niet. Toen ze hier laatst was, hadden we wel speculoos. 'De speculoos is op,' zeg ik. 'Mag ik een kaartje hebben,' vraagt ze. 'Je hebt al een kaartje gehad,' zeg ik. 'Mag ik een kaartje?' herhaalt ze. 'Nog een kaartje? Je hebt toch al een kaartje gehad.' Ja, dat weet ze best. Ze wil nog een kaartje. 'Nee,' zeg ik. 'Je hebt een kaartje gehad omdat je een kaartje vroeg. Ook de andere kinderen hebben een kaartje gehad. Eén kaartje is genoeg.' Ze wil touwtjespringen. Mag ze touwtjespringen? Jazeker, touwtjespringen mag hoewel de mediaruimte wellicht niet de meest geschikte ruimte is om dat te doen. David komt in de doorgang staan. 'Wil je kijken hoe ik touwtjespring,' vraagt ze. David heeft geen idee waarover ze het heeft. Ze vraagt het nog eens. 'Die mijnheer,' zeg ik, 'is een Amerikaan. Hij spreekt geen Nederlands, hij begrijpt niet wat je zegt.' 'Kijken hoe ik touwtjespring,' dringt Manon aan. Ik licht David in over het verzoek. David, brede glimlach, ja natuurlijk. Manon slaat het touw onder de voetzolen door, drie keer, vier keer, vijf keer, dan komt het touw vast te zitten. Ze doet het nog een keer. 'Prachtig,' zegt David, 'prachtig! Prachtig!'
'Wil jij touwtjespringen?' vraagt ze.
'Of je wil touwtjespringen,' zeg ik. 'Ja, naturlich,' lacht David. Hij neemt het springtouw en slaat het zwierig onder de voetzolen door, Manon glundert.
donderdag 11 oktober
In de ruimte achterin zijn Frank en Adriaan bezig met het installeren van een flatscreen. De beugel, die afzonderlijk gekocht werd, doet het niet. Een zekere F. Heyman springt binnen. Hij heeft een cd-rom bij met werk dat een tijd geleden in Pontormo getoond werd, reusachtige houtskooltekeningen. In de grote zaal bediscussiëren we de opstelling van de objecten. Pieter wil lineaire, in casu diagonale referenties vermijden en plaatst en verplaatst de objecten tot ze elk als zelfstandig werk functioneren. In de barruimte nog een opeenstapeling: vuile glazen en lege bierflesjes. Ik ruim het barmeubel op. Tanaquil wil weten of we een emmer hebben, voor zeep heeft ze zelf gezorgd. Pieter gaat er hard tegenaan. Frank is net terug van de Mediamarkt en moet onverrichterzake meteen weer naar Oostakker, de beugel die hij kocht is te klein. Telefoon van iemand die het werk van Philippe komt weghalen. Wouter liet weten dat hij het te druk heeft met het gieten van een beeld in chocolade. Carole vroeg of ik een kijkje op haar atelier wilde komen nemen om het werk voor Schilderproject 1 te selecteren. Telefoon van Smithson, hij heeft zich van station vergist. Frank gaat hem zo meteen oppikken. In de grote zaal een vreselijke herrie, Pieter zaagt een metalen buis doormidden. Een bericht ter attentie van Philippe Van Cauteren. Adriaan met een plank. Tanaquil reinigt de vitrinekasten, baby Anna slaapt. Smithson. Korte rondleiding en focus op de projectieruimte achterin de grote zaal. David lijkt een voorkeur voor de houten tussenwand te hebben mits het ding tot het plafond doorgetrokken wordt. Dan Melanie en een verse vracht drank. Dupont, Voisin, Biolegère, Campechano roble, Leganza bianco en Collection Les Plaisirs du Père Guillot, un vin de pays du Gard. Tanaquil heeft zich verwond aan een vinger. We stellen vast dat er geen EHBO-kist is. Frank liet eerder al weten dat de papierwinkel op negentiendeeuwse manier bijgehouden werd, een halve catastrofe en een hoop extra werk. The F-song is een videofilm met twee camerastandpunten. In het keukentje nog een ontdekking, we hebben dringend verse handdoeken nodig. Waar het voorraadje handdoeken gebleven is, is onduidelijk. In Smetlede? Plausibel. Tanaquil grasduint in de kaartjes. Evert springt binnen en ontmoet David. Dan Jos en Elias, een pienter baasje. Ik haal broodjes bij de Turkse bakker. Frank laat weten dat hij nog een wel een uurtje kan, er zit weinig anders op, het afwerken van de houten tussenwand betekent extra werk en vergt bovendien een nauwkeurige voorbereiding. Adriaan, Tanaquil en baby Anna gaan ervandoor. Het werk van Adriaan zit er bijna op. Iemand moet op de stelling om het plexiglas weg te halen. Ik dus. We vervangen de plafondbedekking door in zwart plastiek verpakte stukken. Frank ontdekt dat de tussenwand scheef staat, het scheelt een centimeter of twee. Marc Moulin in de hifi. Met David over het tweede project, Interrogation Objects, dat wordt eind januari 2008. Hij vindt het eigenlijk best jammer dat we de mdf-wand afgebroken hebben. Het ding terugplaatsen is uitgesloten. Pieter onverdroten. In een van de hoeken van de grote zaal stapelt hij een opeenstapeling van opeengestapelde stapelingen. De bric à brac muteert in een reusachtige vestingmuur. Ik tel de emmers, het zijn er zestien. Onderin vier zwarte en vierkante bassins, dan ronde, eerst een groene, grasgroen, dan oranje, zwart, turkoois, beige, zwembadgroen, wit, wit, piscinegeel, een metalen emmer, een zwarte en helemaal bovenin tenslotte een donkergroene. Waterpassen van de tussenpand. Frank kruipt op de stelling, Pieter tikt met een hamer tegen de onderkant, ik controleer de waterpas. 8 uur. Avond. We zijn de tijd uit het oog verloren. David kan maar beter inchecken. We reppen ons naar Hotel Flandria in de Barrestraat, rijden om via Sint-Jacobs. Frank stelt voor om de muur morgenavond af te werken.
woensdag 10 oktober 2007
woensdag 10 oktober
Van tijd tot tijd rammelt een gekletter, een onuitstaanbaar geluid, een rateling door de straat, een rateling van beukende kettingen, de ruiten trillen, een vreselijke herrie die denken onmogelijk maakt, onmogelijk, het huis trilt, de hele buurt trilt, het geluid is zo vreselijk dat elke seconde dat het duurt de herrie alleen nog vreselijker maakt, nog een seconde en dan nog een, tot de trucker die als gewoonlijk veel te vlug rijdt aan het eind van de straat, vlakbij het water, afremmen moet en links- of rechtsop draait.
De tussenwand is afgewerkt. Ik begin rond een uur of acht, had Christophe gezegd. Morgen en vrijdag Doornik, dus liever vandaag, meteen, zodat hij er vannacht niet van wakker ligt. Gaaf. In de grote zaal Pieter De Clercq en Wouter Feyaerts. Wouter, die sinds vorig jaar samen met o.a. Ludwig Vandevelde in het Kask de beeldhouwklas coacht, stopt me een catalogus met tekeningen van Werner Mannaers toe. Pieter met het verzoek om nog een muurtje te bouwen.
-Nog een muurtje?
Pieter (dringt aan): Een muurtje, eentje, van hier tot hier, één muurtje, meer niet.
-En op die manier het werk van Christophe... Nee, zou ik niet doen. Kunnen we straks aan Christophe vragen.
We bekijken de nieuwe opstelling. Het ziet er goed uit. Het muurtje is overbodig en de vrees dat de opstelling van Pieter het werk van Lezaire zou storen ongegrond. Bij dit soort kwesties kan je alleen op je intuïtie afgaan.
Telefoon van Hanssens, er is een plank verzaagd en ze lijken niet te weten wat ze er mee aan moeten. Ik speel de lieftallige telefoniste het gsm-nummer van Frank door. Dan Philippe. Ze komen het werk vrijdagnamiddag oppikken. Ik telefoneer Frank, hij is op de terugweg van Smetlede (overdracht bankkaart en etcetera), en stipuleer dat we een extra dvd nodig hebben, bij voorkeur beetje kwaliteit, die van het merk United zijn stuk. Joris komt zaterdag naar de openingsactiviteit, verneem ik, omdat hij een afspraak met Smithson heeft. Via Smithson naar de New Yorkse Sculptor's Guilde is een makkie. In de ruimte achterin is dit keer niemand. De deur van de stockruimte staat wagenwijd open. Adriaan heeft het monument afgewerkt.
Wouter met nog een boek, PIF van Walter Swennen. 'Een pifometer,' lezen we, 'is een toestel waarmee je de graad van intuïtie kunt meten.' Tekst van Jan Florizoone. Een mooi boek, overrompelende beeldlawine. Wijkt op enkele punten af van hoe we het zelf aangepakt zouden hebben: wat meer witte tussenbladzijden bijvoorbeeld, adem, lucht. Op de eerste binnenbladzijde een citaat van Brabazon-Planck: "If funny, I say it intrinsically funny, not extrinsically, by virtue of any comparison." Heeft Walter Swennen eigenlijk ooit al een solo project in het Gentse gehad? Weten we niet.
Inventions & Dimensions van Hancock in de hifi en het verrukkelijke Succotash. Christophe heeft de nieuwe kaartenstandaard, een zwarte, in de hall vlakbij de dichtgemaakte doorgang geplaatst. Tegen de steunpilaar in de grote zaal leunt een bezem die tijdelijk als kapstok fungeert.
De odyssee van het zwarte Ikea-tafeltje. Vandaag bevindt het zich in de hall vlakbij de corridor, afgedekt met bruin inpakpapier waarop iemand een berekening noteerde. Vorige week stond het in wat toen nog crox2 was. Op het tafelblad een klemschroef, een asbak, twee handzagen, het groene deksel van een verfpot wat intussen dienst doet als opvangtehuis voor afgedankte vijzen, een aluminium recipiënt met hard geworden plamuursel en een bruine koffievlek.
Lateef zou Arabisch zijn voor vriendelijk, meent Wouter. Yusef komt binnenkort naar Brussel - later ontdekken we dat dat op zaterdag 24 november is, openingsavond van Schilderporject 1. We openen Youtube en diven naar Ornette Coleman live in 1979. Ha ha ha, is dat een puike perforatie, nietwaar, Coleman, twee drummers - Denardo is er een van - twee gitaristen en elektrische bass.
'Live at The Pips Two' is het beste van Lateef, meent Wouter.
Pieter blijft niet bij de pakken zitten, de zaal werd bestormd door een verspreide slagorde van tragikomische objecten. 'Zo krijgen ze wat meer ruimte,' verduidelijkt Pieter. Hij meet de ruimte met een vrijgevig gebaar en gaat er zo goed als meteen weer tegenaan met ruige onverzettelijkheid.
Frank springt binnen. Pieter stapt heen en weer tussen de opeenstapeling. Straks hebben we een teamvergadering, Frank zal enige uitleg geven over hoe hij de reorganisatie ziet. Op de lap ontvang ik een berichtje van Julian. Hij zit in de rats, deze week een vriendendienst om zijn pillen naar Gent te krijgen zit er niet in, want. Hij stelt voor om saterdag naar Gent te pommen, in openbare vervoering, en rond een uur of vier aan de verbouwing in de pubisruimte te beginnen.
Taalfouten eindigen vaak in schoonheid. Julian lijdt ad fundum aan dislectie. Er is een mailtje van Anja, secretaresse van.
Frank en Pieter komen aan de bar zitten. Even uitblazen, de geopende uitlaatklepjes dichtschroeven, een pilsje, je komt naast de gedachtenstroom tot stilstand, voor je het weet zit je met je gedachten in Vladivostok.
De tussenwand is afgewerkt. Ik begin rond een uur of acht, had Christophe gezegd. Morgen en vrijdag Doornik, dus liever vandaag, meteen, zodat hij er vannacht niet van wakker ligt. Gaaf. In de grote zaal Pieter De Clercq en Wouter Feyaerts. Wouter, die sinds vorig jaar samen met o.a. Ludwig Vandevelde in het Kask de beeldhouwklas coacht, stopt me een catalogus met tekeningen van Werner Mannaers toe. Pieter met het verzoek om nog een muurtje te bouwen.
-Nog een muurtje?
Pieter (dringt aan): Een muurtje, eentje, van hier tot hier, één muurtje, meer niet.
-En op die manier het werk van Christophe... Nee, zou ik niet doen. Kunnen we straks aan Christophe vragen.
We bekijken de nieuwe opstelling. Het ziet er goed uit. Het muurtje is overbodig en de vrees dat de opstelling van Pieter het werk van Lezaire zou storen ongegrond. Bij dit soort kwesties kan je alleen op je intuïtie afgaan.
Telefoon van Hanssens, er is een plank verzaagd en ze lijken niet te weten wat ze er mee aan moeten. Ik speel de lieftallige telefoniste het gsm-nummer van Frank door. Dan Philippe. Ze komen het werk vrijdagnamiddag oppikken. Ik telefoneer Frank, hij is op de terugweg van Smetlede (overdracht bankkaart en etcetera), en stipuleer dat we een extra dvd nodig hebben, bij voorkeur beetje kwaliteit, die van het merk United zijn stuk. Joris komt zaterdag naar de openingsactiviteit, verneem ik, omdat hij een afspraak met Smithson heeft. Via Smithson naar de New Yorkse Sculptor's Guilde is een makkie. In de ruimte achterin is dit keer niemand. De deur van de stockruimte staat wagenwijd open. Adriaan heeft het monument afgewerkt.
Wouter met nog een boek, PIF van Walter Swennen. 'Een pifometer,' lezen we, 'is een toestel waarmee je de graad van intuïtie kunt meten.' Tekst van Jan Florizoone. Een mooi boek, overrompelende beeldlawine. Wijkt op enkele punten af van hoe we het zelf aangepakt zouden hebben: wat meer witte tussenbladzijden bijvoorbeeld, adem, lucht. Op de eerste binnenbladzijde een citaat van Brabazon-Planck: "If funny, I say it intrinsically funny, not extrinsically, by virtue of any comparison." Heeft Walter Swennen eigenlijk ooit al een solo project in het Gentse gehad? Weten we niet.
Inventions & Dimensions van Hancock in de hifi en het verrukkelijke Succotash. Christophe heeft de nieuwe kaartenstandaard, een zwarte, in de hall vlakbij de dichtgemaakte doorgang geplaatst. Tegen de steunpilaar in de grote zaal leunt een bezem die tijdelijk als kapstok fungeert.
De odyssee van het zwarte Ikea-tafeltje. Vandaag bevindt het zich in de hall vlakbij de corridor, afgedekt met bruin inpakpapier waarop iemand een berekening noteerde. Vorige week stond het in wat toen nog crox2 was. Op het tafelblad een klemschroef, een asbak, twee handzagen, het groene deksel van een verfpot wat intussen dienst doet als opvangtehuis voor afgedankte vijzen, een aluminium recipiënt met hard geworden plamuursel en een bruine koffievlek.
Lateef zou Arabisch zijn voor vriendelijk, meent Wouter. Yusef komt binnenkort naar Brussel - later ontdekken we dat dat op zaterdag 24 november is, openingsavond van Schilderporject 1. We openen Youtube en diven naar Ornette Coleman live in 1979. Ha ha ha, is dat een puike perforatie, nietwaar, Coleman, twee drummers - Denardo is er een van - twee gitaristen en elektrische bass.
'Live at The Pips Two' is het beste van Lateef, meent Wouter.
Pieter blijft niet bij de pakken zitten, de zaal werd bestormd door een verspreide slagorde van tragikomische objecten. 'Zo krijgen ze wat meer ruimte,' verduidelijkt Pieter. Hij meet de ruimte met een vrijgevig gebaar en gaat er zo goed als meteen weer tegenaan met ruige onverzettelijkheid.
Frank springt binnen. Pieter stapt heen en weer tussen de opeenstapeling. Straks hebben we een teamvergadering, Frank zal enige uitleg geven over hoe hij de reorganisatie ziet. Op de lap ontvang ik een berichtje van Julian. Hij zit in de rats, deze week een vriendendienst om zijn pillen naar Gent te krijgen zit er niet in, want. Hij stelt voor om saterdag naar Gent te pommen, in openbare vervoering, en rond een uur of vier aan de verbouwing in de pubisruimte te beginnen.
Taalfouten eindigen vaak in schoonheid. Julian lijdt ad fundum aan dislectie. Er is een mailtje van Anja, secretaresse van.
Frank en Pieter komen aan de bar zitten. Even uitblazen, de geopende uitlaatklepjes dichtschroeven, een pilsje, je komt naast de gedachtenstroom tot stilstand, voor je het weet zit je met je gedachten in Vladivostok.
dinsdag 9 oktober 2007
dinsdag 9 oktober
10u30
Afspraak met Ilse Roman en Els Soetaert. Aan de telefoon iemand die klinkt alsof hij door een troep kafferbuffels in het nauw gedreven werd. Het blijkt om Emmanuel Depoorter te gaan die na een korte periode van Koreaanse tongval, Mongoolse intermezzi en een Ijslandse periode vlot op verstaanbaar algemeen beschaafd Nederlands overschakelt.
In de grote ruimte voorin is Pieter De Clercq aan de slag. Frank heeft een tafel in de mediaruimte geparkeerd en staat met Ilse Roman te praten. Ilse hield levendige herinneringen over aan het gesprek met Michiel van Alberts, Messchendorp & Company.
Iemand aan de lijn die in de veronderstelling verkeert dat het telefoonnummer dat van Sjoerd is. Ik verwijs de dame door naar het Kask, daar weten ze wellicht waar en hoe ze Sjoerd kunnen vinden.
Els Soetaert completteert de werkvergadering. We nemen de voorliggende projecten door, Cellular Breathing van Els en Insomnia van Ilse. Frank stelt voor om een verschuiving naar bijvoorbeeld februari 2008 te overwegen. In crox3 is Adriaan bezig, hij werkt de inscriptie af voor een monument ter nagedachtenis van het Terrorisme. Door een ingenieuze vermenging van symbolen - de vlag van de Verenigde Staten heeft de blauwe kleur van de UNO en de vredesduif werd vervangen door een gemaskerde terreuractivist - krijgt het monument, een monument zoals je er hier te lande overal in stadjes en dorpjes wel meer aantreft, een nieuwe en dubbele betekenis.
Tegen de middag springt Christophe binnen. We pakken de witte tussenwand aan, sleuren het stugge beest tot helemaal achterin de ruimte. Het huidige plan is om hier een afgesloten ruimte te maken voor de videoprojectie van The F-Song, een recent werk van David Smithson. Frank houdt zich met het afwerken van de houten wand bezig. Het ziet er goed uit.
Christophe en Pieter beslissen om de doorgang waar vroeger de deur van het atelier van Stief was dicht te maken met een houten wand. Ik begin met het inpakken van de werken van Philippe. Op het woonerf staan twee fietsers met een uitdrukking van lichte verbazing naar de croxpoort te kijken. Ze stappen af. Verweg in het hoge noorden is het loeiende brullen van een eland te horen, uit de hifi slaat het broeierige gitaarspel van Hendrix, colibri's trillen in de geurende verlokking van een vermiljoenrode bloemkelk.
Een van de bezoekers heet Ko de Jonge, uit Vlissingen. Sjoerd had ze uitgelegd waar en hoe ze de croxruimte konden vinden.
Schaft. We drinken een biolegère. Ik haal sandwiches en ontmoet Gwen die toevallig in de buurt is. Ze is haar werk bij het NTG kwijt, zegt ze. Uit de hifi beukt PJ Harvey. Frank heeft nog hopen papierwerk en gaat ervandoor, Christophe stapt op. Pieter werkt het tussenschot af.
16u30
Emmanuel heeft zijn ingreep in een mum van tijd afgewerkt. Eerst gaf het beeldscherm een gele gloed. Het inpakken van de werken van Philippe is achter de rug. Koffie is er niet, we drinken een kopje Nescafé, Pieter en Adriaan komen er bij zitten. Een buitje tippelt over het dak.
Adriaan is er bijna klaar mee wat er in de eerste plaats op neerkomt dat hij nog heel wat werk heeft. In een puntgave afwerking kruipt best wat tijd.
20u30
Christophe. Hij dacht er aan dat hij de tussenwand maar beter vandaag met plamuursel afwerken kon. 'Na de maaltijd,' zegt hij, 'dacht ik, ik ga die muur in crox afwerken.' Hij neemt de portfolio van Britta Bogers door. De Atlantische storing nam in hevigheid toe. Het gesprek komt op de priapische buitenissigheden van Paul McCarthy, het probleem met grote schilderijen en de verbluffende verfijning, zeg ik, die hijzelf in de kleinere doeken weet te bereiken.
Afspraak met Ilse Roman en Els Soetaert. Aan de telefoon iemand die klinkt alsof hij door een troep kafferbuffels in het nauw gedreven werd. Het blijkt om Emmanuel Depoorter te gaan die na een korte periode van Koreaanse tongval, Mongoolse intermezzi en een Ijslandse periode vlot op verstaanbaar algemeen beschaafd Nederlands overschakelt.
In de grote ruimte voorin is Pieter De Clercq aan de slag. Frank heeft een tafel in de mediaruimte geparkeerd en staat met Ilse Roman te praten. Ilse hield levendige herinneringen over aan het gesprek met Michiel van Alberts, Messchendorp & Company.
Iemand aan de lijn die in de veronderstelling verkeert dat het telefoonnummer dat van Sjoerd is. Ik verwijs de dame door naar het Kask, daar weten ze wellicht waar en hoe ze Sjoerd kunnen vinden.
Els Soetaert completteert de werkvergadering. We nemen de voorliggende projecten door, Cellular Breathing van Els en Insomnia van Ilse. Frank stelt voor om een verschuiving naar bijvoorbeeld februari 2008 te overwegen. In crox3 is Adriaan bezig, hij werkt de inscriptie af voor een monument ter nagedachtenis van het Terrorisme. Door een ingenieuze vermenging van symbolen - de vlag van de Verenigde Staten heeft de blauwe kleur van de UNO en de vredesduif werd vervangen door een gemaskerde terreuractivist - krijgt het monument, een monument zoals je er hier te lande overal in stadjes en dorpjes wel meer aantreft, een nieuwe en dubbele betekenis.
Tegen de middag springt Christophe binnen. We pakken de witte tussenwand aan, sleuren het stugge beest tot helemaal achterin de ruimte. Het huidige plan is om hier een afgesloten ruimte te maken voor de videoprojectie van The F-Song, een recent werk van David Smithson. Frank houdt zich met het afwerken van de houten wand bezig. Het ziet er goed uit.
Christophe en Pieter beslissen om de doorgang waar vroeger de deur van het atelier van Stief was dicht te maken met een houten wand. Ik begin met het inpakken van de werken van Philippe. Op het woonerf staan twee fietsers met een uitdrukking van lichte verbazing naar de croxpoort te kijken. Ze stappen af. Verweg in het hoge noorden is het loeiende brullen van een eland te horen, uit de hifi slaat het broeierige gitaarspel van Hendrix, colibri's trillen in de geurende verlokking van een vermiljoenrode bloemkelk.
Een van de bezoekers heet Ko de Jonge, uit Vlissingen. Sjoerd had ze uitgelegd waar en hoe ze de croxruimte konden vinden.
Schaft. We drinken een biolegère. Ik haal sandwiches en ontmoet Gwen die toevallig in de buurt is. Ze is haar werk bij het NTG kwijt, zegt ze. Uit de hifi beukt PJ Harvey. Frank heeft nog hopen papierwerk en gaat ervandoor, Christophe stapt op. Pieter werkt het tussenschot af.
16u30
Emmanuel heeft zijn ingreep in een mum van tijd afgewerkt. Eerst gaf het beeldscherm een gele gloed. Het inpakken van de werken van Philippe is achter de rug. Koffie is er niet, we drinken een kopje Nescafé, Pieter en Adriaan komen er bij zitten. Een buitje tippelt over het dak.
Adriaan is er bijna klaar mee wat er in de eerste plaats op neerkomt dat hij nog heel wat werk heeft. In een puntgave afwerking kruipt best wat tijd.
20u30
Christophe. Hij dacht er aan dat hij de tussenwand maar beter vandaag met plamuursel afwerken kon. 'Na de maaltijd,' zegt hij, 'dacht ik, ik ga die muur in crox afwerken.' Hij neemt de portfolio van Britta Bogers door. De Atlantische storing nam in hevigheid toe. Het gesprek komt op de priapische buitenissigheden van Paul McCarthy, het probleem met grote schilderijen en de verbluffende verfijning, zeg ik, die hijzelf in de kleinere doeken weet te bereiken.
maandag 8 oktober
10u30. Reparatie van de modem. Hoeveel ik er voor betalen moet, vraag ik. Het zou nog mankeren, zegt de technieker die trouwens niet voor Telenet maar voor een bedrijf in onderaanneming werkt, de service is gratis. 'Gij kunt er toch niet aan doen dat die modem kapot is.' Het is een probleem waar ze de hele tijd door mee te maken hebben, vooral de voeding laat te wensen over. Telefoon van iemand van Radio Plus.
Ik open het raam en kijk naar een vuilkar die de straatputjes ledigt.
12u. Christophe heeft zijn schilderijen aan de muur gezwierd, drie grote en een reeks kleinere werkjes. Adriaan is sinds vorige week zo goed als elke dag aan het werk geweest. Ook vandaag tref ik hem in de ruimte achterin aan. Frank is van de partij, we bespreken de gang van zaken en rijden naar Evergem, naar Parys Printing.
Op het vlak van medewerkers streven we naar een evenredige verdeling van het daarvoor beschikbare budget. Het uitgangspunt is een grondige reorganisatie.
14u30. Ik pas de agenda aan.
Christophe en Frank zijn in de grote ruimte bezig.
De overweging om het tijdens het interview dat er aan komt over de scene zelf te hebben, het formalisme, het nieuwe academisme, de communicatiestoornis, de stommiteit van het intellectuele discours, de stommiteit van het theoretiseren.
Ik open het raam en kijk naar een vuilkar die de straatputjes ledigt.
12u. Christophe heeft zijn schilderijen aan de muur gezwierd, drie grote en een reeks kleinere werkjes. Adriaan is sinds vorige week zo goed als elke dag aan het werk geweest. Ook vandaag tref ik hem in de ruimte achterin aan. Frank is van de partij, we bespreken de gang van zaken en rijden naar Evergem, naar Parys Printing.
Op het vlak van medewerkers streven we naar een evenredige verdeling van het daarvoor beschikbare budget. Het uitgangspunt is een grondige reorganisatie.
14u30. Ik pas de agenda aan.
Christophe en Frank zijn in de grote ruimte bezig.
De overweging om het tijdens het interview dat er aan komt over de scene zelf te hebben, het formalisme, het nieuwe academisme, de communicatiestoornis, de stommiteit van het intellectuele discours, de stommiteit van het theoretiseren.
zondag 7 oktober 2007
zondag 7 oktober
13u45
Christophe en Pieter hebben de mdf-wand afgebroken. Het woonerf baadt in warm zonlicht. Ik haal broodjes en croissants, we drinken koffie. Aan het eind van de corridor is Adriaan met een tussenwand bezig. Hij werkt de houten wand af met polyesterplamuur. Christophe en Pieter gaan er weer tegen aan en werken de vrijgekomen plekken af met een witte grondlaag. Adriaan springt bij voor de dataprojector.
Christophe en Pieter hebben de mdf-wand afgebroken. Het woonerf baadt in warm zonlicht. Ik haal broodjes en croissants, we drinken koffie. Aan het eind van de corridor is Adriaan met een tussenwand bezig. Hij werkt de houten wand af met polyesterplamuur. Christophe en Pieter gaan er weer tegen aan en werken de vrijgekomen plekken af met een witte grondlaag. Adriaan springt bij voor de dataprojector.
zaterdag 6 oktober
17u50
'Ik ga nooit meer drinken,' stamelt Wouter Messchendorp. De jongens komen van de pont aan het water.
Maud en Emmanuel vallen binnen, het loopt tegen een uur of zes. Aflossing van de wacht. Ik haal het werk van de muren. Alberts, Messchendorp & Company starten de voorbereiding. Ze komen straks terug, zeggen Maud en Emmanuel, eerst doen ze een of andere vernissage.
Michiel met de vraag of de muziek wat stiller kan, ze willen het geluid testen. Soundcheck.
'Je ligt,' zegt hij in de micro. 'Je ligt. Je. Je. Je ligt. In het donker.' Het staat of valt. 'Je ligt. Je ligt op je rug. Op je rug. In het donker. Je ligt op je rug in het oerwoud.' Het oerwoud in de kop. 'Je ligt op je rug in een eskimo.' Michiel aarzelt, denkt, denkt na over deze zin. 'In een eskimo. Je ligt op je rug.'
Het was gisteren..., merkt Wouter op. Dat het gisteren dit of dat het gisteren dat was, bedoelt hij.
'Prima,' concludeert Alberts. Michiel Alberts van Alberts, Messchendorp & Company. 'Je ligt - op je rug - in het donker - en pas als... zal deze stem ophouden.'
20u50
Een van de aanwezigen stapt op. De performance is halverwege.
21u30
Michiel en Wouter zijn het er over eens: de tweede versie, die van gisteren, was de beste. De meeste aanwezigen, een 20-tal, blijven in de barruimte rondhangen, bestellen een drankje en kletsen.
Fanny en Inge van Trope, ze hebben de performance gemist. Fanny doet installaties, Inge tekent en doet video.
Marc heeft de performance van gisteren al op video.google geplaatst. Kurt, de vijftenige, bestelt een pintje. Dan nog een pintje, nog een. 'Ik ben een kunstenaar,' grapt Marijke, 'ik kan een kunstje.' Het kunstje is van een geniale eenvoud: ze plaatst een pilsje op haar onderarm, het flesje blijft recht overeind staan. Maud en Emmanuel zijn van de partij, Frank Bassleer en een jongedame die het vrolijke gezelschap vanop een afstand gadeslaat. Oolf is een hele tijd in gesprek met Tinka. Wie ik mis in dit entourage is, euh, hoe-heet-ie-weer, dinges.
Inge en Fanny stappen op. Er wordt gedronken.
FF en Marc bestellen elk een Dupont. Esther heet ze, zegt ze. Ze schuift mee aan. De gesprekken glijden voorlangs. In de hall zijn Michiel en Lieve - zwartharig, charmant - en de immer welgemutste Messchendorp in gesprek met Maud en Emmanuel. De hifi serveert Markus Smith, Eels, PJ Harvey, The Pixies en een geut Tom Barman.
'En ge vraagt niet wat ze doet.' Nee.
De vraag overvalt me een beetje. Weet ik veel wat ze doet. 'Esther is acrobate,' fluistert Marijke.
Engels gestudeerd. In Dolfinarium gewerkt. In Cirque Magnifique terechtgekomen. Frank heeft daar foto's van gemaakt. In Leeuwarden aan de circusschool. Leeuwarden is een koel stadje. Was toen 30. Is nog altijd 30. Ziet er 30 uit. Ze jongleert.
Chris Van Beveren zou geen ondergoed dragen. Vandaag wel, hij excuseert zich. Kurt en Tinka zoenen. Tinka herinnert zich een kameraad die ook geen onderbroek droeg. Het was een winterse dag en hij zat er mee in omdat de tirette kapot was.
Kurt heeft een halve kilo Cacahuètes naar binnen gewerkt - gezouten, salées, van het merk Jumbo Runners.
'Verneuk je in het idee dat hij niet gemakkelijk naar het wece zal gaan,' zegt Marijke lachend. 'De mens,' vult Tinka aan, 'verneukt zich op de luiaard zijn stoelgang.'
Kurt laat het niet aan zijn hart komen. Het gesprek komt op The Fall en Markus Smith. Hij heeft een USB-stick bij met Arno, Fugazi en WEEN. Van WEEN het experimentele The Pod, het meer toegankelijke The Mollusk en Cheese & Chocolate. Esther is een grote fan van The Fall.
'Ik ga nooit meer drinken,' stamelt Wouter Messchendorp. De jongens komen van de pont aan het water.
Maud en Emmanuel vallen binnen, het loopt tegen een uur of zes. Aflossing van de wacht. Ik haal het werk van de muren. Alberts, Messchendorp & Company starten de voorbereiding. Ze komen straks terug, zeggen Maud en Emmanuel, eerst doen ze een of andere vernissage.
Michiel met de vraag of de muziek wat stiller kan, ze willen het geluid testen. Soundcheck.
'Je ligt,' zegt hij in de micro. 'Je ligt. Je. Je. Je ligt. In het donker.' Het staat of valt. 'Je ligt. Je ligt op je rug. Op je rug. In het donker. Je ligt op je rug in het oerwoud.' Het oerwoud in de kop. 'Je ligt op je rug in een eskimo.' Michiel aarzelt, denkt, denkt na over deze zin. 'In een eskimo. Je ligt op je rug.'
Het was gisteren..., merkt Wouter op. Dat het gisteren dit of dat het gisteren dat was, bedoelt hij.
'Prima,' concludeert Alberts. Michiel Alberts van Alberts, Messchendorp & Company. 'Je ligt - op je rug - in het donker - en pas als... zal deze stem ophouden.'
20u50
Een van de aanwezigen stapt op. De performance is halverwege.
21u30
Michiel en Wouter zijn het er over eens: de tweede versie, die van gisteren, was de beste. De meeste aanwezigen, een 20-tal, blijven in de barruimte rondhangen, bestellen een drankje en kletsen.
Fanny en Inge van Trope, ze hebben de performance gemist. Fanny doet installaties, Inge tekent en doet video.
Marc heeft de performance van gisteren al op video.google geplaatst. Kurt, de vijftenige, bestelt een pintje. Dan nog een pintje, nog een. 'Ik ben een kunstenaar,' grapt Marijke, 'ik kan een kunstje.' Het kunstje is van een geniale eenvoud: ze plaatst een pilsje op haar onderarm, het flesje blijft recht overeind staan. Maud en Emmanuel zijn van de partij, Frank Bassleer en een jongedame die het vrolijke gezelschap vanop een afstand gadeslaat. Oolf is een hele tijd in gesprek met Tinka. Wie ik mis in dit entourage is, euh, hoe-heet-ie-weer, dinges.
Inge en Fanny stappen op. Er wordt gedronken.
FF en Marc bestellen elk een Dupont. Esther heet ze, zegt ze. Ze schuift mee aan. De gesprekken glijden voorlangs. In de hall zijn Michiel en Lieve - zwartharig, charmant - en de immer welgemutste Messchendorp in gesprek met Maud en Emmanuel. De hifi serveert Markus Smith, Eels, PJ Harvey, The Pixies en een geut Tom Barman.
'En ge vraagt niet wat ze doet.' Nee.
De vraag overvalt me een beetje. Weet ik veel wat ze doet. 'Esther is acrobate,' fluistert Marijke.
Engels gestudeerd. In Dolfinarium gewerkt. In Cirque Magnifique terechtgekomen. Frank heeft daar foto's van gemaakt. In Leeuwarden aan de circusschool. Leeuwarden is een koel stadje. Was toen 30. Is nog altijd 30. Ziet er 30 uit. Ze jongleert.
Chris Van Beveren zou geen ondergoed dragen. Vandaag wel, hij excuseert zich. Kurt en Tinka zoenen. Tinka herinnert zich een kameraad die ook geen onderbroek droeg. Het was een winterse dag en hij zat er mee in omdat de tirette kapot was.
Kurt heeft een halve kilo Cacahuètes naar binnen gewerkt - gezouten, salées, van het merk Jumbo Runners.
'Verneuk je in het idee dat hij niet gemakkelijk naar het wece zal gaan,' zegt Marijke lachend. 'De mens,' vult Tinka aan, 'verneukt zich op de luiaard zijn stoelgang.'
Kurt laat het niet aan zijn hart komen. Het gesprek komt op The Fall en Markus Smith. Hij heeft een USB-stick bij met Arno, Fugazi en WEEN. Van WEEN het experimentele The Pod, het meer toegankelijke The Mollusk en Cheese & Chocolate. Esther is een grote fan van The Fall.
vrijdag 5 oktober
13u30 - Adriaan
Christophe en Pieter hebben ’s voormiddags de muren in crox4 afgewerkt. Adriaan is in de ruimte achterin aan het werk. Een rustige jongen, die Verwée. Geen grote theorieën, geen gezeik over actuele kunst dit en actuele kunst dat tot je geen hand van een stoelpoot zou weten te onderscheiden, nee, gewoon, rustig aan. De truuk met die hele batterij intellectuelen is: draai de batterij om en ze zetten het op een lopen. Adriaan is net voor de zomer vader geworden en ziet dit vaderschap als het simpele feit wat het sinds het begin der tijden is toen zich uit de amoebe en andere onderontwikkelden meercellige soorten begonnen te ontwikkelen. Meer moet je daar trouwens niet achter zoeken. Gisteren heeft hij zo goed als de hele dag aan de vlag gewerkt.
Van Wouter verneem ik dat Christophe en Pieter het plan zouden hebben om de mdf-wand af te breken, een wand die we eind 2004 hebben gebouwd om het atelier van Stief van zaal twee af te scheiden.
14u – Christophe
Het gesprek komt op schilderkunst. In de lange traditie van gedachten uitwisselen is het een van de meer belangwekkende thema’s.
Hoe de amoebe zich tot hersencel ontwikkelde is van ondergeschikt belang.
toujours là – maitresse – femme dure – casse ta tête
elle est là – une fatalité – elle se moque – des reproches
mais c’est quoi ces peintures inachevées
elle casse ta tête – rien qu’une petite touche - rien du tout
l’impossibilité
son geste est un monolithe de joie et d’angoisse – elle frappe, frappe
il faut faire l’impossible
le possible – ce qu’on pouvait faire – pas intéressant
il faut faire l’impossible – c’est ça – l’impossible
la peinture – il faut le faire – à la manière du lézard
comme dit Lézaire, il faut le faire
les peintres intéressants on en compte cinq doigts
Ik telefoneer FF om te weten hoe het met de mailing zit. Luc zou de mailing rond hebben.
Christophe is zeer te spreken over het nieuwe beleid.
16u30 – in een ander donker
‘Anders. Het wordt anders,’ beweert Michiel. Wouter grinnikt.
‘Met andere woorden, jij gelooft er geen zak van maar ik zeg het wel.’
Interessant als eerste zin. Dat het anders wordt. Anders. Een variatie op wat het had kunnen zijn. Had moeten zijn. Op wat het was, op wat het niet was. In het donker. Daar. Hoe het was. In de meurbunker.
Messchendorp herinnert zich de eerste zin van The Fountainhead: 'Howard Roark laughed.'
Had een leraar Nederlands die een verzamelaar van eerste zinnen was. Van zoveel mogelijk boeken de eerste zin onthouden. Dat overbrengen. (Er deed een anekdote de ronde over mijn vader, die musicus was. Bijvoorbeeld.) Tijdens een examen, het uur U, vroeg hij de eerste zin van het boek waarover ze het gingen hebben. Zei ik dat ik niet wist, vertelt Wouter. Hij pauseert even, denkt na. Dat ik het niet wist en dat het me niet interesseerde. Kwam nooit meer goed.
Dus laatste zinnen. Je leest een boek, fabelachtige eerste zin, goed geschreven, stevige plot, ritme, het leest als een trein. En dan komt die laatste bladzijde. Het afscheid. Spanning om te snijden. Hoe loopt het af. Nog vier zinnen. Drie. Twee. En dan komt die laatste zin en die laatste verknoeit het. (Aaargh.) Je kan het boek net zo goed wegwerpen.
18u
Michiel over wat het vandaag wordt. Andere aanpak. Het muzikale en ritmische aspect opdrijven. Stoelen links meer naar achter, tegen de muur aan. Hier ruimte om de acties en bewegingen voor te bereiden. Wat Ilse zei: 'Uit de rol stappen.' Dit scherper, dit juister stellen. Kruipen. Meer kruipen. Meer vallen en kruipen. Vraag of het circulaire parcours er bij hoort.
Wouter controleert de display van z'n gsm.
Vertrouwde handelingen. Het ritueel. Eerst het vrijmaken van de muren. Ik stockeer de werken van Philippe in een nis achter de houten tussenwand.
Michiel stapt heen en weer in de mediaruimte. De ruimte valt open op een bladzijde van Borges.
Michiel stapt heen en weer. Bar, mediaruimte, pilsje. 'Want.'
'Waarom. Of.'
Of er een plek is waar we het bestek bewaren, vraagt Wouter.
'Geen rood brood,' merkt Michiel op. 'Dat zeker niet.'
Tenzij het een keuze is.
Michiel (een nieuw begin): 'Je ligt met je aars in Tokyo...' (En een mooie eerste zin.)
'Stel je voor,' fantaseert hij, 'dat er geen muziek was. Dat er van godswege geen muziek was. Wat zouden we dan doen?'
20u30 - modificaties
Tussen de acties door stapt Michiel heel even uit zijn rol. Doet dit telkens opnieuw. Preciseert - later, als we eerst nog even in de mediaruimte blijven hangen en een pilsje drinken - dat Ilse een punt had hier: door de zorgvuldig geplaatste intermezzi gaat het ademen. De acties zelf hebben een andere volgorde.
Aan de Dampoort klinkt het weerzinwekkende geloei van een ambulance.
Nog een modificatie: de diagonaal.
Het verhaal van de duikplank. 'Hij spreekt over zichzelf als over een ander. Ook zichzelf verzint hij, bij wijze van gezelschap.' De kern van de tekst in een handomdraai: de verzonnen verzinner die alles verzint bij wijze van gezelschap.
Vijf aanwezigen. Vijf. Ann van de Beursschouwburg is er een van.
Het tegen de muur aanleunen. Gebeeldhouwd. Wouter die anders op de acties van Michiel inspeelt. Meer tekst. Herhaling. Spitsvondig. De getallen tuimelen over elkaar heen.
En dat de herhaling, de herhaling niet beangstigt. Het kruipen, het vallen. Kruipen, vallen, kruipen, vallen.
Het profiel, een leesteken tussen het slepende kruipen.
'Je ligt op je rug aan de voet van een esp in diens trillende schaduw.'
En de climax. De climax lijkt dit keer vroeger in te zetten en houdt langer aan. (Dit hoort bij de nog voor te stellen dingen.)
'... Mogelijk de minst gebruikelijke en dus mogelijk de meest onderhoudende van allemaal.' Van de vele manieren waarop je zou kunnen kruipen. Of liggen. Of staan. Of dingen verzinnen.
Vallen, kruipen.
'In Albanië,' zegt Wouter, 'applaudiseren ze telkens als de acteur een bepaalde tekst heeft gezegd. De mensen veren overeind en applaudiseren.'
Envoie. Op ditzelfde ogenblik in Oeganda een performance van twee negers in een klein kunstencentrum. De eerste zin van het stuk luidt als volgt: 'Je ligt op je rug in de zon.'
'Weetjuh,' vult Michiel aan.
En de laatste zin: 'Samen.'
Christophe en Pieter hebben ’s voormiddags de muren in crox4 afgewerkt. Adriaan is in de ruimte achterin aan het werk. Een rustige jongen, die Verwée. Geen grote theorieën, geen gezeik over actuele kunst dit en actuele kunst dat tot je geen hand van een stoelpoot zou weten te onderscheiden, nee, gewoon, rustig aan. De truuk met die hele batterij intellectuelen is: draai de batterij om en ze zetten het op een lopen. Adriaan is net voor de zomer vader geworden en ziet dit vaderschap als het simpele feit wat het sinds het begin der tijden is toen zich uit de amoebe en andere onderontwikkelden meercellige soorten begonnen te ontwikkelen. Meer moet je daar trouwens niet achter zoeken. Gisteren heeft hij zo goed als de hele dag aan de vlag gewerkt.
Van Wouter verneem ik dat Christophe en Pieter het plan zouden hebben om de mdf-wand af te breken, een wand die we eind 2004 hebben gebouwd om het atelier van Stief van zaal twee af te scheiden.
14u – Christophe
Het gesprek komt op schilderkunst. In de lange traditie van gedachten uitwisselen is het een van de meer belangwekkende thema’s.
Hoe de amoebe zich tot hersencel ontwikkelde is van ondergeschikt belang.
toujours là – maitresse – femme dure – casse ta tête
elle est là – une fatalité – elle se moque – des reproches
mais c’est quoi ces peintures inachevées
elle casse ta tête – rien qu’une petite touche - rien du tout
l’impossibilité
son geste est un monolithe de joie et d’angoisse – elle frappe, frappe
il faut faire l’impossible
le possible – ce qu’on pouvait faire – pas intéressant
il faut faire l’impossible – c’est ça – l’impossible
la peinture – il faut le faire – à la manière du lézard
comme dit Lézaire, il faut le faire
les peintres intéressants on en compte cinq doigts
Ik telefoneer FF om te weten hoe het met de mailing zit. Luc zou de mailing rond hebben.
Christophe is zeer te spreken over het nieuwe beleid.
16u30 – in een ander donker
‘Anders. Het wordt anders,’ beweert Michiel. Wouter grinnikt.
‘Met andere woorden, jij gelooft er geen zak van maar ik zeg het wel.’
Interessant als eerste zin. Dat het anders wordt. Anders. Een variatie op wat het had kunnen zijn. Had moeten zijn. Op wat het was, op wat het niet was. In het donker. Daar. Hoe het was. In de meurbunker.
Messchendorp herinnert zich de eerste zin van The Fountainhead: 'Howard Roark laughed.'
Had een leraar Nederlands die een verzamelaar van eerste zinnen was. Van zoveel mogelijk boeken de eerste zin onthouden. Dat overbrengen. (Er deed een anekdote de ronde over mijn vader, die musicus was. Bijvoorbeeld.) Tijdens een examen, het uur U, vroeg hij de eerste zin van het boek waarover ze het gingen hebben. Zei ik dat ik niet wist, vertelt Wouter. Hij pauseert even, denkt na. Dat ik het niet wist en dat het me niet interesseerde. Kwam nooit meer goed.
Dus laatste zinnen. Je leest een boek, fabelachtige eerste zin, goed geschreven, stevige plot, ritme, het leest als een trein. En dan komt die laatste bladzijde. Het afscheid. Spanning om te snijden. Hoe loopt het af. Nog vier zinnen. Drie. Twee. En dan komt die laatste zin en die laatste verknoeit het. (Aaargh.) Je kan het boek net zo goed wegwerpen.
18u
Michiel over wat het vandaag wordt. Andere aanpak. Het muzikale en ritmische aspect opdrijven. Stoelen links meer naar achter, tegen de muur aan. Hier ruimte om de acties en bewegingen voor te bereiden. Wat Ilse zei: 'Uit de rol stappen.' Dit scherper, dit juister stellen. Kruipen. Meer kruipen. Meer vallen en kruipen. Vraag of het circulaire parcours er bij hoort.
Wouter controleert de display van z'n gsm.
Vertrouwde handelingen. Het ritueel. Eerst het vrijmaken van de muren. Ik stockeer de werken van Philippe in een nis achter de houten tussenwand.
Michiel stapt heen en weer in de mediaruimte. De ruimte valt open op een bladzijde van Borges.
Michiel stapt heen en weer. Bar, mediaruimte, pilsje. 'Want.'
'Waarom. Of.'
Of er een plek is waar we het bestek bewaren, vraagt Wouter.
'Geen rood brood,' merkt Michiel op. 'Dat zeker niet.'
Tenzij het een keuze is.
Michiel (een nieuw begin): 'Je ligt met je aars in Tokyo...' (En een mooie eerste zin.)
'Stel je voor,' fantaseert hij, 'dat er geen muziek was. Dat er van godswege geen muziek was. Wat zouden we dan doen?'
20u30 - modificaties
Tussen de acties door stapt Michiel heel even uit zijn rol. Doet dit telkens opnieuw. Preciseert - later, als we eerst nog even in de mediaruimte blijven hangen en een pilsje drinken - dat Ilse een punt had hier: door de zorgvuldig geplaatste intermezzi gaat het ademen. De acties zelf hebben een andere volgorde.
Aan de Dampoort klinkt het weerzinwekkende geloei van een ambulance.
Nog een modificatie: de diagonaal.
Het verhaal van de duikplank. 'Hij spreekt over zichzelf als over een ander. Ook zichzelf verzint hij, bij wijze van gezelschap.' De kern van de tekst in een handomdraai: de verzonnen verzinner die alles verzint bij wijze van gezelschap.
Vijf aanwezigen. Vijf. Ann van de Beursschouwburg is er een van.
Het tegen de muur aanleunen. Gebeeldhouwd. Wouter die anders op de acties van Michiel inspeelt. Meer tekst. Herhaling. Spitsvondig. De getallen tuimelen over elkaar heen.
En dat de herhaling, de herhaling niet beangstigt. Het kruipen, het vallen. Kruipen, vallen, kruipen, vallen.
Het profiel, een leesteken tussen het slepende kruipen.
'Je ligt op je rug aan de voet van een esp in diens trillende schaduw.'
En de climax. De climax lijkt dit keer vroeger in te zetten en houdt langer aan. (Dit hoort bij de nog voor te stellen dingen.)
'... Mogelijk de minst gebruikelijke en dus mogelijk de meest onderhoudende van allemaal.' Van de vele manieren waarop je zou kunnen kruipen. Of liggen. Of staan. Of dingen verzinnen.
Vallen, kruipen.
'In Albanië,' zegt Wouter, 'applaudiseren ze telkens als de acteur een bepaalde tekst heeft gezegd. De mensen veren overeind en applaudiseren.'
Envoie. Op ditzelfde ogenblik in Oeganda een performance van twee negers in een klein kunstencentrum. De eerste zin van het stuk luidt als volgt: 'Je ligt op je rug in de zon.'
'Weetjuh,' vult Michiel aan.
En de laatste zin: 'Samen.'
donderdag 4 oktober 2007
donderdag 4 oktober
'Hoi,' zegt Michiel Alberts vrolijk. Hij maakt een vermoeide indruk. Op het barmeubel ligt een verse banaan. Wouter Messchendorp is gek op banaan.
Hoe het met de muggen liep, vraag ik. 'Die zijn dood,' grapt Messchendorp. In crox4 tref ik niet alleen Pieter maar ook zijn zus en Wouter Feyaerts aan. Adriaan is bezig in de ruimte achterin. Het werk aan de vlag schiet op. Wat voor blauw het is? Een pantonekleur, 279c PMS. Het blauw refereert naar het blauw van de UNO.
Sjoerd met een lading stoelen. Chris steekt een handje toe. Wouter en Michiel plannen een uitstapje: tot aan het water, dan de brug, dan het zwembad en de badzaal. Gerd springt binnen. 'Ha! Gerd.'
Ik heb foto's bij, zegt Gerd. Drie foto's van recent werk, olieverf, akwarel, een warreling van stippen alsof hij zijn penseel als een dweil uitgewrongen heeft.
'Millegrijs... Gerd, zijt gij nu pointillist geworden?' Gerd bezwijkt, lachend, geeft toe, bekent. Ik open een mailtje van Carole, ze wil graag een afspraak met de andere kunstenaars die deel uitmaken van het eerste schilderproject. Bezoekers treden aan. Later Annemie van Kunstwerk(t), zij komt de spullen van de workshop weghalen, de theaterspots en de houten modules. Het wordt twee keer rijden, beseft ze. Op het naburige plein is het speeltijd. Een crescendo van joelende en krijsende kinderstemmen.
Michiel en Wouter zijn in het badhuis geweest, jazeker, en - in feite - echt wel. Ze hebben er met de badmeester gesproken. Met de badmeester? Jazeker, toch, en - of - misschien ook niet. Dat het badhuis dicht was, zei die badmeester. Dat je alleen op woensdag en vrijdag een bad mag nemen, zei die badmeester. Op woensdag weten ze niet, op vrijdag wel, rond een uur of vijf. Morgen dus.
'Ik ben echt zo gaar als een konijn,' zegt Wouter. Hij ledigt een pilsje, kijkt om naar de kubusruimte. 'Ja, even liggen,' beaamt Michiel. Gisteren, vertelt hij, hadden ze het moment waarop ze voelden dat het een stap verder moest wat samenviel met een technisch probleempje. Ze repeteerden en het liep vast. Daarbij dat technische probleempje. De energie staakte. 'Fantoomvoeding, om precies te zijn,' vult Wouter aan. Dus er was een moment van stilte en in dat moment kwam Messchendorp er achter hoe het zat. Er moest een knopje uit. Er moest een knopje uit en net toen Wouter dat ontdekte, ontdekten ze hoe het verder moest. De oplossing.
Iemand voor het boek. Wacht, wacht even, potvermillepap, hoe-heet-ie-weer. Komt altijd in het gezelschap van Lu over de vloer. Zou voor De Gazet van Antwerpen gewerkt hebben. Die mijnheer dus. Geen project van Ijmuiden tot Wanuweer of hij weet er het fijne van. Dus die mijnheer en of we het boek nog hebben. Het boek van? Dat boek. Hebben we, hebben we, hebben we. Het is er nog. In crox2 het introverte gedruppel van een piano. Schappelijk toch voor dat boek, 25 euro, als je erover nadenkt. Het gesprek komt op de Tunesische. Dan Annemie en de conclusie dat het een fijne episode werd, die workshop van Kunstwerk(t). Voor herhaling vatbaar, zou ik zo zeggen, zeggen we. Jos opent een boekje en toont recent werk aan, euh. 't Ligt op het puntje van m'n tong. Tinka springt binnen, Tinka de kleurrijke. Olijfgroene botten draagt ze - van die bommabotjes, grapt ze - en fuchsiaroze nylons. Dat is magenta als je het mij vraagt. Vandaag combineert het met een banaangele jurk, een jurk met een motief van bloempjes in rode, roze en vaalgroene tinten, plus een knalblauwe sweater. Dat blauw gaat naar cyaanblauw op.
Van Nicolas weet ze dat hij eigenlijk niet echt tevreden is met z'n boek, zelfs de kleur van de cover - hoewel hij die zelf gekozen heeft - begon hem tegen te staan. Het zijn de schilderijen die het niet doen, niet in zwartwit, vind ik, zeg ik. Hij had er tekeningen van moeten maken.
'Inkleuren met kleurpotloden,' grapt, euh.
Tinka ziet het boekproject als een verslag van allemaal onuitvoerbare sculpturen, Jules Verne-achtig. Ze ontdekte een gigantische Märklin treintjesbaan, ergens in Mortsel. Daar zou ze graag foto's willen nemen.
En hoe zit het met het instalraam, vraag ik. Maart? Mei? April?
Een rimpel op het voorhoofd van Tinka. 'Er klopt iets niet met dit lijstje,' merkt ze op. Kom, we maken er mei van.
Mei is goed, dat noteren we.
'Hebben Turken een equivalent voor carnaval?' vraagt ze.
'Turken?'
'Turken of Islam in het algemeen.'
'Geen idee.' Eco, Umberto Eco, formuleerde in een of andere roman de conclusie dat religie en humor niet samengaan. Begrijpelijk. Het is niet iedereen gegeven om in die walg van verzinsels een zinnig aanknopingspunt te vinden.
'Ramadan,' zegt iemand. Ramadan en carnaval - les revenentes.
'Maar Turken zijn altijd al verkleed,' merkt Jos op. We lachen.
Tinka bladert in het boek van Nicolas. 'Visuele blabla, dat is echt iets voor Nicolas, om dat te schrijven,' zegt ze. Leus zou achterin z'n tuin in Hansbeke een wespenspin hebben. Blijkbaar ook tijgerspin, een spin met een geel lijf en zwarte strepen. Om voor de hand liggende reden hebben tijgerspinnen geen aanknopingspunt met het menselijke dwalen. Als Hamlet de woorden 'to be or not to be' uitspreekt, toont hij de schedel van een mens - man, vrouw, kind. De schedel werd een ogenblik eerder uit een graf opgedolven. Het object is zonder identiteit, zonder dwaling, zonder de hersenen die er ooit deel van uitmaakten. En het bederf.
Omdat de lichtjes in onze ogen op vette vliegen lijken hebben wespenspinnen de neiging om naar de ogen te springen.
Hoe het met de muggen liep, vraag ik. 'Die zijn dood,' grapt Messchendorp. In crox4 tref ik niet alleen Pieter maar ook zijn zus en Wouter Feyaerts aan. Adriaan is bezig in de ruimte achterin. Het werk aan de vlag schiet op. Wat voor blauw het is? Een pantonekleur, 279c PMS. Het blauw refereert naar het blauw van de UNO.
Sjoerd met een lading stoelen. Chris steekt een handje toe. Wouter en Michiel plannen een uitstapje: tot aan het water, dan de brug, dan het zwembad en de badzaal. Gerd springt binnen. 'Ha! Gerd.'
Ik heb foto's bij, zegt Gerd. Drie foto's van recent werk, olieverf, akwarel, een warreling van stippen alsof hij zijn penseel als een dweil uitgewrongen heeft.
'Millegrijs... Gerd, zijt gij nu pointillist geworden?' Gerd bezwijkt, lachend, geeft toe, bekent. Ik open een mailtje van Carole, ze wil graag een afspraak met de andere kunstenaars die deel uitmaken van het eerste schilderproject. Bezoekers treden aan. Later Annemie van Kunstwerk(t), zij komt de spullen van de workshop weghalen, de theaterspots en de houten modules. Het wordt twee keer rijden, beseft ze. Op het naburige plein is het speeltijd. Een crescendo van joelende en krijsende kinderstemmen.
Michiel en Wouter zijn in het badhuis geweest, jazeker, en - in feite - echt wel. Ze hebben er met de badmeester gesproken. Met de badmeester? Jazeker, toch, en - of - misschien ook niet. Dat het badhuis dicht was, zei die badmeester. Dat je alleen op woensdag en vrijdag een bad mag nemen, zei die badmeester. Op woensdag weten ze niet, op vrijdag wel, rond een uur of vijf. Morgen dus.
'Ik ben echt zo gaar als een konijn,' zegt Wouter. Hij ledigt een pilsje, kijkt om naar de kubusruimte. 'Ja, even liggen,' beaamt Michiel. Gisteren, vertelt hij, hadden ze het moment waarop ze voelden dat het een stap verder moest wat samenviel met een technisch probleempje. Ze repeteerden en het liep vast. Daarbij dat technische probleempje. De energie staakte. 'Fantoomvoeding, om precies te zijn,' vult Wouter aan. Dus er was een moment van stilte en in dat moment kwam Messchendorp er achter hoe het zat. Er moest een knopje uit. Er moest een knopje uit en net toen Wouter dat ontdekte, ontdekten ze hoe het verder moest. De oplossing.
Iemand voor het boek. Wacht, wacht even, potvermillepap, hoe-heet-ie-weer. Komt altijd in het gezelschap van Lu over de vloer. Zou voor De Gazet van Antwerpen gewerkt hebben. Die mijnheer dus. Geen project van Ijmuiden tot Wanuweer of hij weet er het fijne van. Dus die mijnheer en of we het boek nog hebben. Het boek van? Dat boek. Hebben we, hebben we, hebben we. Het is er nog. In crox2 het introverte gedruppel van een piano. Schappelijk toch voor dat boek, 25 euro, als je erover nadenkt. Het gesprek komt op de Tunesische. Dan Annemie en de conclusie dat het een fijne episode werd, die workshop van Kunstwerk(t). Voor herhaling vatbaar, zou ik zo zeggen, zeggen we. Jos opent een boekje en toont recent werk aan, euh. 't Ligt op het puntje van m'n tong. Tinka springt binnen, Tinka de kleurrijke. Olijfgroene botten draagt ze - van die bommabotjes, grapt ze - en fuchsiaroze nylons. Dat is magenta als je het mij vraagt. Vandaag combineert het met een banaangele jurk, een jurk met een motief van bloempjes in rode, roze en vaalgroene tinten, plus een knalblauwe sweater. Dat blauw gaat naar cyaanblauw op.
Van Nicolas weet ze dat hij eigenlijk niet echt tevreden is met z'n boek, zelfs de kleur van de cover - hoewel hij die zelf gekozen heeft - begon hem tegen te staan. Het zijn de schilderijen die het niet doen, niet in zwartwit, vind ik, zeg ik. Hij had er tekeningen van moeten maken.
'Inkleuren met kleurpotloden,' grapt, euh.
Tinka ziet het boekproject als een verslag van allemaal onuitvoerbare sculpturen, Jules Verne-achtig. Ze ontdekte een gigantische Märklin treintjesbaan, ergens in Mortsel. Daar zou ze graag foto's willen nemen.
En hoe zit het met het instalraam, vraag ik. Maart? Mei? April?
Een rimpel op het voorhoofd van Tinka. 'Er klopt iets niet met dit lijstje,' merkt ze op. Kom, we maken er mei van.
Mei is goed, dat noteren we.
'Hebben Turken een equivalent voor carnaval?' vraagt ze.
'Turken?'
'Turken of Islam in het algemeen.'
'Geen idee.' Eco, Umberto Eco, formuleerde in een of andere roman de conclusie dat religie en humor niet samengaan. Begrijpelijk. Het is niet iedereen gegeven om in die walg van verzinsels een zinnig aanknopingspunt te vinden.
'Ramadan,' zegt iemand. Ramadan en carnaval - les revenentes.
'Maar Turken zijn altijd al verkleed,' merkt Jos op. We lachen.
Tinka bladert in het boek van Nicolas. 'Visuele blabla, dat is echt iets voor Nicolas, om dat te schrijven,' zegt ze. Leus zou achterin z'n tuin in Hansbeke een wespenspin hebben. Blijkbaar ook tijgerspin, een spin met een geel lijf en zwarte strepen. Om voor de hand liggende reden hebben tijgerspinnen geen aanknopingspunt met het menselijke dwalen. Als Hamlet de woorden 'to be or not to be' uitspreekt, toont hij de schedel van een mens - man, vrouw, kind. De schedel werd een ogenblik eerder uit een graf opgedolven. Het object is zonder identiteit, zonder dwaling, zonder de hersenen die er ooit deel van uitmaakten. En het bederf.
Omdat de lichtjes in onze ogen op vette vliegen lijken hebben wespenspinnen de neiging om naar de ogen te springen.
woensdag 3 oktober
'Het mooie van het blok is, als je er op slaat hoor je tok.' (Michiel Alberts, 3 oktober 2007)
woensdag 3 oktober 2007
dinsdag 2 oktober
17u
Michiel gaat een uiltje knappen. Adriaan is bezig in de zaal achterin. Wouter Messchendorp is zeer te spreken, verneem ik, over de aanpak van Frank.
Pieter springt binnen. Er is een nieuwe lading verf, Frank heeft die eerder vandaag binnengestoken.
In crox4 is de opstelling op radicale manier gewijzigd. Pieter heeft al het gerief tegen de houten wand geparkeerd. Voorin staat een zwarte rolstoel. De kribben werden er bijeen gedreven. Tussen de samengeplooide kinderkribben staat een toren van gebruikte emmers, emmers met verfvlekken en sporen van cement en dergelijke. De roeste bak van de kruiwagen veranderde in de rugleuning van een sofa.
Michiel gaat een uiltje knappen. Adriaan is bezig in de zaal achterin. Wouter Messchendorp is zeer te spreken, verneem ik, over de aanpak van Frank.
Pieter springt binnen. Er is een nieuwe lading verf, Frank heeft die eerder vandaag binnengestoken.
In crox4 is de opstelling op radicale manier gewijzigd. Pieter heeft al het gerief tegen de houten wand geparkeerd. Voorin staat een zwarte rolstoel. De kribben werden er bijeen gedreven. Tussen de samengeplooide kinderkribben staat een toren van gebruikte emmers, emmers met verfvlekken en sporen van cement en dergelijke. De roeste bak van de kruiwagen veranderde in de rugleuning van een sofa.
maandag 1 oktober 2007
maandag 1 oktober
'Je vais faire du café.'
'Ah, mais ça, c'est un excellent idée.' Christophe heeft een brede glimlach om de lippen. Het is vroege ochtend, een moment waarop je zonder koffie niet aan denken toe komt.
Pieter begint de muren vrij te maken. We monteren de stelling, drinken koffie.
Christophe en Pieter vliegen er tegenaan.
'Il a des idées, il a des idées... Carole disait,' zegt Christophe, 'c'est le plus beau de Gand.' De ingreep van vorige week - het doortrekken van een wand tot tegen het plafond - heeft het ruimtelijk impact van de zaal achterin aanzienlijk verbeterd.
Pieter en Christophe bespreken het komende project. Christophe suggereert twee, drie mogelijkheden. Ik werp me op het adressenbestand. Pieter wil graag nog een kopje koffie en vraagt of we tape hebben om de stekkerdozen tegen de verflawine te beschermen. Christophe vliegt er tegenaan. FF springt binnen. Hij heeft een matras bij en nog wat spullen. Regen roffelt over het dak. Ik stop Harvey in de hifi. Wouter Messchendorp heeft het over Dance Hall van Parish en Harvey.
middag
Michiel Alberts en Wouter Messchendorp en het ontbrekende deel van de gebeurtenissen van gisteravond. Ze hadden autopech, een lekke tank. Op zondagavond was nergens in Gent een garage te vinden, dus besloten ze om naar Antwerpen te rijden. Ze propten een papieren servet in het lek en reden helemaal tot Zoersel naar garage Marc. De garagist is de neef van de vriendin van Michiel. Om precies te zijn, legt Wouter uit, het lek was twee millimeter groot. Eerst propte hij er een stokje in. Toen was het lek vier millimeter groot en probeerde hij het met een papieren en beetje vettige zak dicht te maken.
Christophe gaf te verstaan dat ze wat verf tekort komen. Regen roffelt over het dakraam. We verzamelen in de mediaruimte. Wouter steekt een sigaret op. Ze hebben het plan opgevat om tot vrijdag in de kubusruimte te overnachten.
‘Is dat... euh... mijn aansteker?’ vraagt iemand.
‘Ik zou het niet weten,’ grapt Messchendorp. ‘Ik ontken alles.’ Hij heeft een tafeltje van doen om de electronische apparatuur en de laptop op uit te stallen. Zijn oog valt op een aftands meubel dat deel uitmaakt van de collectie objets trouvés die Pieter in crox4 deponeerde. Pieter en Christophe zijn zo goed als klaar met de grondlaag. Wit ziet het er allemaal een stuk beter uit.
Touré en Ry Cooder, dat is zijn soort muziek, zegt Wouter. Touré is burgemeester van Nianfunke geworden, vertelt hij, en liet er een irrigatiesysteem aanleggen met het geld dat hij aan zijn internationale doorbraak te danken had. Irrigitatie- of desgewenst irritatiesysteem, een delicaat neologisme.
Ik noteer de volgorde en haal het werk van Philippe naar de kant. Michiel en Wouter nemen bezit van de ruimte. Frank had voor een extra pot verf gezorgd – net niet genoeg om de hele ruimte te witten, meent Christophe. Pieter stelt voor om toch maar gauw nog een pot witte grondverf te kopen.
In crox2, waar Michiel en Wouter aan de toebereidselen van de performance begonnen, is een bevreemdende stilte.
Michiel leunt tegen een muur. Wouter heeft het tafeltje en de electronische apparatuur rechtsachter opgesteld. ‘Aanvoelen van de ruimte,’ verduidelijkt de performer. ‘Het fijne,’ voegt hij er aan toe, ‘is de vlakverdeling van de ruimte.’
Christophe en Pieter pauzeren, nemen een pintje. Christophe steekt een sigaret op. Het gesprek komt op grijswaarden. Lezaire, grand coloriste wallon, mag er niet aan denken om zwart te gebruiken. Zwart en wit zijn taboe. Grijs bekomt hij door lichte pigmentaties te mengen. Net zo vaak gebruikt hij drab van verf en white spirit, een in voddige grijzen en bruinen gestremd mengsel.
Waar zijn de coloristen, vragen we ons af. Tuymans is geen colorist, Borremans is het evenmin.
‘Raoul De Keyser peut-être...’ Christophe ziet Beuys als het grote voorbeeld.
‘La couleur parfois m’empeche de réaliser...’
Yusef Lateef belandt in de hifi. ‘La couleur m’empeche.’
‘Et pourtant, la mode du moment c’est beaucoup de couleur.’
‘Marc Manders – Manders,’ vraagt hij aan Pieter, ‘kent u Marc Manders?’
‘Et Jimmy Durham, lui...! Uuuurgh (het bijhorende gebaar: alsof hij zichzelf de nek omwringt) – Durham!’
Michiel en Wouter van Alberts, Messchendorp & Company komen er bij staan. Wouter heeft weet van een recent concert van de intussen 87-jarige Yusef Lateef, in het Bimhuis was dat. Hij gooit de laptop open en duikt op Google naar de site van PJ Harvey. Er is een nieuwe cd van Harvey, White Chalk.
Een korte samenvatting van de historiek van het Amsterdamse Bimhuis dat tegenwoordig als een schoendoos in het Muziekgebouw steekt.
‘In een ander donker,’ de performance van Michiel en Wouter, maakt deel uit van het IETM programma, een theaterbeurs die dit jaar in Gent georganiseerd wordt. Wouter herinnert zich niet meteen waar IETM voor staat – International Huppeldepup for Theater Makers, ik zeg maar wat,’ flapt hij er uit. Geen publiek, alleen genodigden.’
Theater Makers is fout, bedenkt hij: ‘Programmamakers, directeurs van theater festivals, dat soort volk.’ Het IETM verplaatst zich over Europa. Dit jaar is het toevallig Gent.
‘Jazz publiek of geen publiek,’ besluiten we. Het gesprek kwam eens te meer op het Ornette Coleman concert.
Wouter herinnert zich Chet Baker in een trio met piano en gitaar. ‘Ze vroegen Chet waarom hij het zonder drummer deed,’ vertelt hij. ‘Chet zei: “It takes a hell of a drummer to beat no drummer.”’
‘Je moet wel heel wat te zeggen heb,’ merkt Michiel op, ‘wil je de stilte doorbreken.’ Het is een oneliner van Dora Van Der Groen.
In crox3 is Adriaan Verwée met de voorbereiding van zijn project begonnen. In de corridor weergalmt het geluid van iemand die balken versleurt.
Christophe en Pieter zijn ervandoor. Ik telefoneer Frank. Moet straks nog naar Antwerpen, zegt hij, en heeft rond een uur of drie nog even de tijd om langs te komen met verf, dekens en een tweede matras.
De hoeveelheid houtafval en tweedehandsrommel die Pieter bij elkaar sjouwde, is onbeschrijfelijk. Zelfs van een Perec is dit teveel gevraagd. Een encyclopedisch ratatouille van afgedankte spullen. Voorwerpen. Hout. Vooral hout. Stoelen, balken, tafeltjes, kinderkribben, veel, waanzinnig veel kinderkribben. Iets voor Boris, hoor ik een van de vaste medewerkers denken. Stronken, boomstammen, takken, dikke, dunne, dingen die het bevattingsvermorgen ontstijgen, het vertrappelen, het platdrukken. Borstels, kistjes. Het verkleinwoord uitvergroot tot parabool van verzamelwoede. Stoelpoten, leuningen, met takken vervaardigde... euh, dingen. Dingen, objecten, objecten, dingen. Voorwerpen. Houtafval, sokkels, een ladder, mousse, een kooitje, dierachtig kooitje, staketsels, emmers, alles in meervoud. Hier en daar een uitzondering op die regel: de roeste kuip van een aftandse kruiwagen, een blokje hout, het metalen frame van een werktafel, het karkas van een houten parasol. Stokken, planken, een droogrek, wit, een wit droogrek, een rode draagtas, wieltjes, dingen op wieltjes, buizen, plastiekafval, een rubberen wiel, assemblages, ijzerdraad, 1 hamer, een met plaaster omwikkelde stronk, driewielers, kabels. Ergens onderin al die rommel een zwarte kist.
Wouter en Michiel laptoppen. Ze checken even de e-mail, proberen het telefoonnummer van Evi te pakken te krijgen. Evi van IETM, die Evi.
avond
We tafelen in Het Gouden Hoofd. Wouter bestelt de Tofu curry, een rijstschotel met tofu, Michiel en schrijver dezes gaan voor de suggestie van de dag, een Tagliatelli met spinazie en kip.
Wouter brengt een merkwaardige coincidentie te berde. In ‘Company’ codeert de auteur de elementen die deel uitmaken van het denkproces: laten we de stem eens M noemen, staat er. En enkele bladzijden verder: laten we de man – de man die de bewegingen uitvoert – W noemen. De W van Wouter. En van Perec.
Ze wachten op het tijdstip; het begin van de performance, acht uur ’s avonds. We mogen veronderstellen dat het tegen dan tamelijk donker zal zijn, merkt Wouter op.
De eerste stap, verklaart Michiel, is het leren kennen van de ruimte. Het meest voor de hand liggende en directe middel om een ruimte te leren kennen is ze schoonmaken.
Japans dweilen. Een sjamanisme. Eerst vegen, dan dweilen. Gehurkt lopen. Het idee hiervan is fysieke training. De eerste fase, het daadwerkelijk concreet reinigen van de ruimte, hangt nauw samen met fase twee: een etherische reiniging; de oude energie weghalen. Het derde element is de fysieke training. Het is de basis van alle Japanse gevechtssporten: de benen. Vandaar dus het idee om de vloer te dweilen.
De vloer is het heilige vlak. Zodra de leerling klaar is het met reinigen van de vloer, komt de Meester een kijkje nemen. Hij controleert of er nog een stofje ligt. Het minste geringste spoor van onreinheid volstaat om de leerling weer aan het werk te zetten. Nog eens dweilen, opnieuw, dan nog eens – een praktijk die geen ander doel heeft dan het trainen van de beenspieren. Butoh, de Japanse bewegingsvorm waar Michiel het over heeft, is een uiterst geconcentreerde traagheid. De Wandelende Geesten noemen ze het. Letterlijk betekent het De Dans van de Dood. Over een halve meter bijvoorbeeld doen ze een half uur.
Butoh is een dans- en bewegingsvorm die na de kernbom op Hiroshima tot ontwikkeling kwam, verduidelijkt Wouter. Voor de Japanners was het een manier om het trauma van de kernbom te verwerken. Op hetzelfde ogenblik werd in Europa de grondslag gelegd van de moderne dans.
20u - crox2
Het tijdstip. Alberts en Messchendorp staan in het donker naar de onzichtbare muren te kijken. Na verloop van tijd went het oog aan de donkerte en begin je vormen en geometrische patronen te zien.
Wouter werpt een blik op z'n polshorloge. Het is exact 20u. 'Dat is het dus,' dacht ik, zegt hij later. Het dakraam is met zwarte plastiek verduisterd op een smalle strook na vlak tegen de muur achterin. Hier is een grijzig wit en half geometrisch lichtvlak zichtbaar dat na verloop van tijd duidelijker wordt en scherper afgelijnd. Het schijnsel van de laptop werpt een blauw ovaal op de muur ter linkerzijde. Een bui roffelt over de golfplaten bovenop het dak.
Wouter had de laptop uitgezet. Er is telefoon. Zo meteen komt iemand uit Brussel, een geluidstechnicus, er is iets mis met de geluidskaart, een probleem dat ze tijdens de performance in Lokaal 01 ook al hadden. Iets buiten het centrum van de ruimte hangt een microfoon. De stoelen, voorlopig niet meer dan tien, staan in het verlengde van de houten tussenwand.
23u
Wouter zit aan de laptop en staart naar Michiel die op een stoel midden de ruimte zit. Het in zwarte plastiek gewikkelde plexiglas hebben ze verwijderd waardoor de opening in het dak een koepel werd. De vloer hebben ze tot drie keer toe om beurten gedweild. Het gedweilde vlak blinkt en is donkerder van kleur.
'Ah, mais ça, c'est un excellent idée.' Christophe heeft een brede glimlach om de lippen. Het is vroege ochtend, een moment waarop je zonder koffie niet aan denken toe komt.
Pieter begint de muren vrij te maken. We monteren de stelling, drinken koffie.
Christophe en Pieter vliegen er tegenaan.
'Il a des idées, il a des idées... Carole disait,' zegt Christophe, 'c'est le plus beau de Gand.' De ingreep van vorige week - het doortrekken van een wand tot tegen het plafond - heeft het ruimtelijk impact van de zaal achterin aanzienlijk verbeterd.
Pieter en Christophe bespreken het komende project. Christophe suggereert twee, drie mogelijkheden. Ik werp me op het adressenbestand. Pieter wil graag nog een kopje koffie en vraagt of we tape hebben om de stekkerdozen tegen de verflawine te beschermen. Christophe vliegt er tegenaan. FF springt binnen. Hij heeft een matras bij en nog wat spullen. Regen roffelt over het dak. Ik stop Harvey in de hifi. Wouter Messchendorp heeft het over Dance Hall van Parish en Harvey.
middag
Michiel Alberts en Wouter Messchendorp en het ontbrekende deel van de gebeurtenissen van gisteravond. Ze hadden autopech, een lekke tank. Op zondagavond was nergens in Gent een garage te vinden, dus besloten ze om naar Antwerpen te rijden. Ze propten een papieren servet in het lek en reden helemaal tot Zoersel naar garage Marc. De garagist is de neef van de vriendin van Michiel. Om precies te zijn, legt Wouter uit, het lek was twee millimeter groot. Eerst propte hij er een stokje in. Toen was het lek vier millimeter groot en probeerde hij het met een papieren en beetje vettige zak dicht te maken.
Christophe gaf te verstaan dat ze wat verf tekort komen. Regen roffelt over het dakraam. We verzamelen in de mediaruimte. Wouter steekt een sigaret op. Ze hebben het plan opgevat om tot vrijdag in de kubusruimte te overnachten.
‘Is dat... euh... mijn aansteker?’ vraagt iemand.
‘Ik zou het niet weten,’ grapt Messchendorp. ‘Ik ontken alles.’ Hij heeft een tafeltje van doen om de electronische apparatuur en de laptop op uit te stallen. Zijn oog valt op een aftands meubel dat deel uitmaakt van de collectie objets trouvés die Pieter in crox4 deponeerde. Pieter en Christophe zijn zo goed als klaar met de grondlaag. Wit ziet het er allemaal een stuk beter uit.
Touré en Ry Cooder, dat is zijn soort muziek, zegt Wouter. Touré is burgemeester van Nianfunke geworden, vertelt hij, en liet er een irrigatiesysteem aanleggen met het geld dat hij aan zijn internationale doorbraak te danken had. Irrigitatie- of desgewenst irritatiesysteem, een delicaat neologisme.
Ik noteer de volgorde en haal het werk van Philippe naar de kant. Michiel en Wouter nemen bezit van de ruimte. Frank had voor een extra pot verf gezorgd – net niet genoeg om de hele ruimte te witten, meent Christophe. Pieter stelt voor om toch maar gauw nog een pot witte grondverf te kopen.
In crox2, waar Michiel en Wouter aan de toebereidselen van de performance begonnen, is een bevreemdende stilte.
Michiel leunt tegen een muur. Wouter heeft het tafeltje en de electronische apparatuur rechtsachter opgesteld. ‘Aanvoelen van de ruimte,’ verduidelijkt de performer. ‘Het fijne,’ voegt hij er aan toe, ‘is de vlakverdeling van de ruimte.’
Christophe en Pieter pauzeren, nemen een pintje. Christophe steekt een sigaret op. Het gesprek komt op grijswaarden. Lezaire, grand coloriste wallon, mag er niet aan denken om zwart te gebruiken. Zwart en wit zijn taboe. Grijs bekomt hij door lichte pigmentaties te mengen. Net zo vaak gebruikt hij drab van verf en white spirit, een in voddige grijzen en bruinen gestremd mengsel.
Waar zijn de coloristen, vragen we ons af. Tuymans is geen colorist, Borremans is het evenmin.
‘Raoul De Keyser peut-être...’ Christophe ziet Beuys als het grote voorbeeld.
‘La couleur parfois m’empeche de réaliser...’
Yusef Lateef belandt in de hifi. ‘La couleur m’empeche.’
‘Et pourtant, la mode du moment c’est beaucoup de couleur.’
‘Marc Manders – Manders,’ vraagt hij aan Pieter, ‘kent u Marc Manders?’
‘Et Jimmy Durham, lui...! Uuuurgh (het bijhorende gebaar: alsof hij zichzelf de nek omwringt) – Durham!’
Michiel en Wouter van Alberts, Messchendorp & Company komen er bij staan. Wouter heeft weet van een recent concert van de intussen 87-jarige Yusef Lateef, in het Bimhuis was dat. Hij gooit de laptop open en duikt op Google naar de site van PJ Harvey. Er is een nieuwe cd van Harvey, White Chalk.
Een korte samenvatting van de historiek van het Amsterdamse Bimhuis dat tegenwoordig als een schoendoos in het Muziekgebouw steekt.
‘In een ander donker,’ de performance van Michiel en Wouter, maakt deel uit van het IETM programma, een theaterbeurs die dit jaar in Gent georganiseerd wordt. Wouter herinnert zich niet meteen waar IETM voor staat – International Huppeldepup for Theater Makers, ik zeg maar wat,’ flapt hij er uit. Geen publiek, alleen genodigden.’
Theater Makers is fout, bedenkt hij: ‘Programmamakers, directeurs van theater festivals, dat soort volk.’ Het IETM verplaatst zich over Europa. Dit jaar is het toevallig Gent.
‘Jazz publiek of geen publiek,’ besluiten we. Het gesprek kwam eens te meer op het Ornette Coleman concert.
Wouter herinnert zich Chet Baker in een trio met piano en gitaar. ‘Ze vroegen Chet waarom hij het zonder drummer deed,’ vertelt hij. ‘Chet zei: “It takes a hell of a drummer to beat no drummer.”’
‘Je moet wel heel wat te zeggen heb,’ merkt Michiel op, ‘wil je de stilte doorbreken.’ Het is een oneliner van Dora Van Der Groen.
In crox3 is Adriaan Verwée met de voorbereiding van zijn project begonnen. In de corridor weergalmt het geluid van iemand die balken versleurt.
Christophe en Pieter zijn ervandoor. Ik telefoneer Frank. Moet straks nog naar Antwerpen, zegt hij, en heeft rond een uur of drie nog even de tijd om langs te komen met verf, dekens en een tweede matras.
De hoeveelheid houtafval en tweedehandsrommel die Pieter bij elkaar sjouwde, is onbeschrijfelijk. Zelfs van een Perec is dit teveel gevraagd. Een encyclopedisch ratatouille van afgedankte spullen. Voorwerpen. Hout. Vooral hout. Stoelen, balken, tafeltjes, kinderkribben, veel, waanzinnig veel kinderkribben. Iets voor Boris, hoor ik een van de vaste medewerkers denken. Stronken, boomstammen, takken, dikke, dunne, dingen die het bevattingsvermorgen ontstijgen, het vertrappelen, het platdrukken. Borstels, kistjes. Het verkleinwoord uitvergroot tot parabool van verzamelwoede. Stoelpoten, leuningen, met takken vervaardigde... euh, dingen. Dingen, objecten, objecten, dingen. Voorwerpen. Houtafval, sokkels, een ladder, mousse, een kooitje, dierachtig kooitje, staketsels, emmers, alles in meervoud. Hier en daar een uitzondering op die regel: de roeste kuip van een aftandse kruiwagen, een blokje hout, het metalen frame van een werktafel, het karkas van een houten parasol. Stokken, planken, een droogrek, wit, een wit droogrek, een rode draagtas, wieltjes, dingen op wieltjes, buizen, plastiekafval, een rubberen wiel, assemblages, ijzerdraad, 1 hamer, een met plaaster omwikkelde stronk, driewielers, kabels. Ergens onderin al die rommel een zwarte kist.
Wouter en Michiel laptoppen. Ze checken even de e-mail, proberen het telefoonnummer van Evi te pakken te krijgen. Evi van IETM, die Evi.
avond
We tafelen in Het Gouden Hoofd. Wouter bestelt de Tofu curry, een rijstschotel met tofu, Michiel en schrijver dezes gaan voor de suggestie van de dag, een Tagliatelli met spinazie en kip.
Wouter brengt een merkwaardige coincidentie te berde. In ‘Company’ codeert de auteur de elementen die deel uitmaken van het denkproces: laten we de stem eens M noemen, staat er. En enkele bladzijden verder: laten we de man – de man die de bewegingen uitvoert – W noemen. De W van Wouter. En van Perec.
Ze wachten op het tijdstip; het begin van de performance, acht uur ’s avonds. We mogen veronderstellen dat het tegen dan tamelijk donker zal zijn, merkt Wouter op.
De eerste stap, verklaart Michiel, is het leren kennen van de ruimte. Het meest voor de hand liggende en directe middel om een ruimte te leren kennen is ze schoonmaken.
Japans dweilen. Een sjamanisme. Eerst vegen, dan dweilen. Gehurkt lopen. Het idee hiervan is fysieke training. De eerste fase, het daadwerkelijk concreet reinigen van de ruimte, hangt nauw samen met fase twee: een etherische reiniging; de oude energie weghalen. Het derde element is de fysieke training. Het is de basis van alle Japanse gevechtssporten: de benen. Vandaar dus het idee om de vloer te dweilen.
De vloer is het heilige vlak. Zodra de leerling klaar is het met reinigen van de vloer, komt de Meester een kijkje nemen. Hij controleert of er nog een stofje ligt. Het minste geringste spoor van onreinheid volstaat om de leerling weer aan het werk te zetten. Nog eens dweilen, opnieuw, dan nog eens – een praktijk die geen ander doel heeft dan het trainen van de beenspieren. Butoh, de Japanse bewegingsvorm waar Michiel het over heeft, is een uiterst geconcentreerde traagheid. De Wandelende Geesten noemen ze het. Letterlijk betekent het De Dans van de Dood. Over een halve meter bijvoorbeeld doen ze een half uur.
Butoh is een dans- en bewegingsvorm die na de kernbom op Hiroshima tot ontwikkeling kwam, verduidelijkt Wouter. Voor de Japanners was het een manier om het trauma van de kernbom te verwerken. Op hetzelfde ogenblik werd in Europa de grondslag gelegd van de moderne dans.
20u - crox2
Het tijdstip. Alberts en Messchendorp staan in het donker naar de onzichtbare muren te kijken. Na verloop van tijd went het oog aan de donkerte en begin je vormen en geometrische patronen te zien.
Wouter werpt een blik op z'n polshorloge. Het is exact 20u. 'Dat is het dus,' dacht ik, zegt hij later. Het dakraam is met zwarte plastiek verduisterd op een smalle strook na vlak tegen de muur achterin. Hier is een grijzig wit en half geometrisch lichtvlak zichtbaar dat na verloop van tijd duidelijker wordt en scherper afgelijnd. Het schijnsel van de laptop werpt een blauw ovaal op de muur ter linkerzijde. Een bui roffelt over de golfplaten bovenop het dak.
Wouter had de laptop uitgezet. Er is telefoon. Zo meteen komt iemand uit Brussel, een geluidstechnicus, er is iets mis met de geluidskaart, een probleem dat ze tijdens de performance in Lokaal 01 ook al hadden. Iets buiten het centrum van de ruimte hangt een microfoon. De stoelen, voorlopig niet meer dan tien, staan in het verlengde van de houten tussenwand.
23u
Wouter zit aan de laptop en staart naar Michiel die op een stoel midden de ruimte zit. Het in zwarte plastiek gewikkelde plexiglas hebben ze verwijderd waardoor de opening in het dak een koepel werd. De vloer hebben ze tot drie keer toe om beurten gedweild. Het gedweilde vlak blinkt en is donkerder van kleur.
Abonneren op:
Posts (Atom)