dinsdag 1 maart 2011

dinsdag 1 maart

Vandaag had ik een onderhoud met kolonel Kadhafi. Ik heb een helikopter gehuurd, we vlogen over het mediterrane continent. Ze hadden een dame ingeschakeld om Kadhafi af te helpen van de vele kwaaltjes die hij heeft. Ze zat naast me. Ook hoe-heet-ie-weer hadden ze gevraagd. We wisten geen van allen wie als voedselpakket zou dienen. In Tripoli liep ik Paul Thek tegen het lijf. He, Paul, zei ik, terwijl ik voorts eigenlijk helemaal niet wist wat ik daar van denken moest. Gwen was mee aan boord. Ze had een soortement putanesca gemaakt met een hoop kappertjes en ui. 'Ik heb er uitjes en zo in gedaan,' zei ze. We hebben een onderhoud met kolonel Kadhafi, zei ik, en ik weet niet of Kadhafi van uitjes houdt. Een kolonel houdt van uitjes, zei ze. Bij de Kadhafi's was het orgie net begonnen. Ze vraten zich een ongeluk, hadden een stuk of wat inwoners uit Brega aan het spit geroosterd, Muammar wierp ons een kushandje toe. My good friend, riep hij.

Geen opmerkingen: