maandag 7 maart 2011

maandag 7 oktober

Enschede. De klemtoon ligt op de derde e. Sjoerd weet dat. In zijn bloed stroomt het ondiep van Hollandse plassen. Hij weet dat Enschede in Overijssel ligt en dat de streek Twente genoemd wordt en de mensen die daar wonen zijn tukkers. Zo worden ze genoemd. Ben Ter Elst is een tukker. De tukkers hebben een raar dialect, weet Sjoerd.
Kreukels. Gwendolyne heeft een voorraad kreukels op tafel geplaatst. Zelf eet ze er niet van. Dat een van de zonen van Kadhafi met z'n blote billen in de putanesca was gaan zitten, ze is er nog altijd niet goed van.
Pots springt op het aanrecht.
Ja, die Kadhafi, wat een rattenkop zeg, mompel ik. Ik pook een naald in het schelpje. Aan de naald komt een wormachtig ding vast te zitten, het ziet er als een lange en dikke neuskeutel uit. We smullen. Ja, die Kadhafi, wat een rattenhol zeg.
Rare houding EU, vinden we. Pleuris. Van Rompuy heeft uiteraard helemaal nergens een mening over, dat weten we. Foute president. Eentje waar je zelfs zonder de rubberhandschoenen niet echt wijs uit raakt. Of hij ook maar één enkel meninkje zou hebben, onbetekenend of niet, geen mens die het weet. Uit de Vlaamse klei gerukt en op het aanrecht geworpen. Schrijft haiku's.
De slak die ik uit het schelpje piets lijkt amper meer te bieden.

't Is ook niet veel meer
dan een kleine hap, een kreukel,
meer dan dat is het niet.

Sjoerd raspt de parmesan. Hij is de hele dag in de serre bezig geweest. De grond er uit scheppen, een halve meter diep. Dan opvullen met een laag mest, een laag grond, een laag mest, een laag grond.
Wat heb jij zonet over Kadhafi gezegd, informeer ik.
Ik weet het niet meer, zegt Sjoerd.
Gwen is in de keuken bezig. Ik zal er wel op komen, zegt hij. Dat schrijf ik op: ik zal er wel op komen, zegt hij. Ik noteer, meedogenloos. Op is op.
Ik weet het niet meer, geeft hij toe. Ik zal er wel opkomen. Over z'n uniformen.
Ja, daarover hadden we het gehad.
Raya speelt met een rond hebbedingetje.
Dat retourtje Tripoli, wat vond je daar eigenlijk van, vraag ik aan Gwen.
Vliegtuig, zegt ze, vind ik dus leuk he.
Ja, dat had ik wel gemerkt. 'Terwijl je niet in een auto durft.'
Da's niet zo gek, zegt ze.
En toen je die putanesca tegen z'n bakkes plakte.
Hij ging er op zitten, godverdomme.
Gek dat er voor Lybië nog altijd geen no-fly zone is. Ze houden het af, er zijn andere belangen.

Geen opmerkingen: