A. Kan ik een pintje krijgen?
B. Dat kan.
C. Mag ik nog een pintje?
D. Mag ik twee biertjes?
E. Mag ik nog twee flesjes?
A. (plaatst twee lege flesjes op het barmeubel)
E. (na hierover nagedacht te hebben) Mag ik betalen? Wat kost het?
F. Mag ik nog een flesje?
G. Kan ik twee pintjes A.U.B.?
H. Mag ik nog een biertje?
I. Ik heb ook wel zin in zo'n hoppils.
J. Nu lust ik ook wel zo'n groene.
K. Ik kom nog een biertje halen, als het mag.
L. Drie pintjes A.U.B.
M. Hey, ga je ervandoor? Ik had wel graag een pintje...
N. Wat is de volgende?
O. Mag ik een limonade?
P. Kan je mij nog twee pintjes geven A.U.B.?
Q. Kunnen we iets te drinken bestellen?
B. Ja, dat kan.
R. Een pintje A.U.B. (merkt dat B dit opschrijft) Dat is gelijk ik. Ik schrijf m'n communicatie met m'n modellen op.
S. Twee pintjes A.U.B.
T. Mag ik twee seizoens en twee normale biertjes?
U. Mag ik een spuitwater?
B. Hebben we niet.
U. Plat.
B. Ok. Plat.
V. Eén pintje graag, A.U.B.
W. Mag ik drie pintjes A.U.B.?
X. Kan ik iets bestellen of zo?
Y. Mag ik iets drinken A.U.B.?
Z. Zou ik nog een pintje mogen?
maandag 20 april 2015
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten