zaterdag 10 december 2016

plekken #9


N°29 [612] Michelstadt (DE). Das Herz des Odenwaldes - Odenwaldhälle mit Bürgerhaus. 940 K 69 Farbphotokarte nach Agfacolor-Aufnahme RE. Geadresseerd: Fam. Eeckhout J., Moerkerke stwg 93, St Kruis (Brugge), Belgïen. Vele groeten v Anita & Romain, Sylvelin, haar ma & kozijn. Afgestempeld op 5 mei 1964 in Michelstadt. Toen ik begin augustus 1976 in Mannheim, of de Quadratestadt zoals het aan de samenvloeiing van Rijn en Neckar gelegen metropool ook wel genoemd wordt, uit de trein stapte, nadat ik in de trein naar Brussel met iemand uit de vriendenkring van Francis Bacon kennis gemaakt had die het vooral over het buitensporige drankgebruik van de toen al wereldberoemde kunstenaar had gehad, werd ik geconfronteerd met een stad waar zich op wat schamele resten van een vestingsmuur na geen historische architectuur voordeed. Die eerste, niet helemaal correcte indruk werd zwaar beïnvloed door het schaakbordpatroon van de binnenstad, door het ontbreken van straatnamen, door de hoog in het withete zonlicht boven het asfalt uittorende krijtrotsen van huizenrijen die er voorbij elke straathoek net hetzelfde zagen, zodat ik, hoewel ik ongetwijfeld zwaar bepakt was, met enige spoed de geboorteplaats van Albert Speer achter me liet en nog diezelfde dag naar het zuidoostelijk gelegen Heidelberg lifte. [
N°31 Eindhoven. Station. Geadresseerd: Mej. Maria Vaeysen, Forcitstraat, 1, Balen-Wezel (Mol). Groeten uit Nederland. Postzegel van 12 cent. Postdatum onleesbaar. Stempel met de bemoedigende mededeling: goed geschreven, vlug gelezen, vlot bezorgd. ]
N°23 Torhout. Station. [Mexichrome] Niet verstuurd, onbeschreven. Vroegste verwijzing: 1846. In dat jaar werd vanuit Brugge een spoorlijn tot Torhout getrokken, wat gedurende korte tijd het eindstation was. Bouw van een nieuw station en heraanleg stationsplein in 1963. Heraanleg suggereert meer dan de aanblik die het sindsdien bood, een wijd en open, geasfalteerd terrein en verder niets, wat van de stationsbuurt een desolate plek maakte. Tot 1972 was er rechtsop een smal, grazig wegje, op ongeveer 100m van het station, een doorgang die in de buurt Het Wegeltje genoemd werd, aan één zijde een metershoge, schuin oplopende, met wilde grassen begroeide berm, aan de andere zijde een sloot met kikkers en libellen, met hagen en muren afgesloten tuinen en in één van die tuinen een hoog boven het areaal uittorende wilg waaruit aan het eind van de zomer smalle, grijsgroene bladeren pirouetterend over het terrein warrelden. Gewapend met stokken bekampten we de gesloten slagorde van de aan beide zijden van het wegje oprukkende brandneteltroep. Het was ook langs dit smalle pad dat Joris elke ochtend naar het station stapte. Vlak bij de spooroverweg was een oude houtzagerij en op de andere oever, waar wij woonden, een spoorweghuisje, hagen, hooiland en een beek. In 1972, het jaar van Frenzy, werd de beek dichtgegooid. De hoge spoorberm en de wegel ruimden plaats voor een geasfalteerde weg. Ook de spoorwegovergang verdween.

Wat zich niet binnenskamers afspeelde, werd in grote mate door de spoorweg bepaald waar tot midden jaren zestig elke dag door steenkool aangedreven locomotieven reden die enorme rookpluimen spuwden. [ ]

Geen opmerkingen: