N°23 Breendonk. FORT van Breendonk. Luchtopname. Uitg.: Stalpaert A BE.999.00.0.6388. Combier Imprimeur Macon (71. S.-&-L.) "CIM". [Imprimé en France] W. G. Sebald: de brede rug, zo dacht ik bij mezelf, van een monster dat hier uit de Vlaamse grond was opgerezen als een walvis uit de golven [Austerlitz, blz. 25], Hier en daar bedekt met open zweren waaruit het ruwe steengruis tevoorschijn kwam, en verkorst door druppelsporen als van guano en kalkachtige vegen, was de vesting één groot monolitisch gedrocht van lelijkheid en blinde macht. Ook toen ik later de symmetrische plattegrond van het fort bestudeerde, met zijn woekeringen van ledematen en scharen, met zijn halfronde bolwerken die als ogen uit de kop van het centrale complex puilden en met het stompje dat uit zijn achterlichaam stak, kon ik er ondanks de nu goed zichtbare rationele structuur niet een creatie van het menselijk verstand in zien, hoogstens het stramien van een of ander kreeftachtig wezen. Het pad rondom de vesting liep langs de zwartgeteerde palen van de executieplaats en langs het werkterrein waar de gevangenen [op. cit. blz. 25-26]. Begin augustus 1974 passeerde ik veeleer toevallig aan het Fort van Breendonk. Het was een brandendhete dag. Eerder die dag had ik de fiets van stal gehaald en aan mijn moeder, die in de benedenkeuken bezig was, meegedeeld, zonder woorden te verspillen aan wat ik werkelijk van plan was, dat ik er voor een ritje met de fiets op uittrok. Ik had rijstwafels en muëslikoeken bij, herinner ik me, fietste over Lichtervelde naar Tielt en zo naar Nevele, waar de ouders van Joris woonden, in een huisje aan het Schipdonkkanaal, net op tijd om mee aan te schuiven voor het middagmaal. Na het sobere middagmaal begon ik richting Antwerpen te fietsen. Ik had geen kaart bij. In Willebroek, waar ik vermoedelijk rond halfvier de Dr. Persoonslaan insloeg en voorbij het pand passeerde waar ze toen nog het Gemeentelijke zwembad hadden, richtingwijzers volgend die Rupelmonde aanwezen (de kortste weg naar het bovenrupelse walhalla, naar Mortsel, naar de Floralaan in Mortsel en het meisje waar ik smoorverliefd op was, liep over Klein Willebroek, wat me ongetwijfeld niet ontgaan zou zijn als ik wel een kaart had bijgehad), en zo trof ik opeens het fort ter linkerzijde, Breendonk zoals het kortweg genoemd werd, een plek die me niet onbekend was en al bij de eerste aanblik, toen het strafkamp in het open veld voor me opdoemde, zeven jaar nadat Sebald er geweest was, dezelfde sombere impressie bood die hij in Austerlitz schetst. In de familiekronieken stond het oord geboekstaafd als het kortstondige, penitaire verblijf van een voorvader, Theophile van Heirseele, die wereldoorlog twee niet overleven zou, naar verluidt in 1942 rechtstreeks van z'n laatste borrel in een keet in Torhout naar Breendonk getransporteerd.
N°37 Groeten uit de Belgische Noordzee-kust (Maalboot Oostende-Dover). Souvenir de la Côte-Belge (La Malle Ostende-Dover). Greetings from the Belgian Northern-shore (The Mailboat Ostend-Dover). Grüsse aus der Belgischen Nordsee-Küste (Fährboot Oste[onleesbaar]). Geadresseerd: Z. Eerw. Pastoor Machiels, Klein Langeveld, 34, Holsbeek (bij Leuven): Groeten uit Mariakerke. Jules, Marie-José, Daniëlle, Chris, M-Claire, Guy, Peter. Postzegel ter waarde van 1 BF afgestempeld te Oostende op 28 augustus 1963.
N°28 Leukerbad (CH). Hotel Walliserhof 3954 Leukerbad. vis-à-vis Thermalbad Rheumaklinik und Freiluft-Thermalbäder. Tel. 027/61 14 24 Fam. Justus Loretan. Geadresseerd: M' en M° J. Eekhoudt, Moerkerkesteenweg 20, 8310 Brugge 3, België. Postzegel ter waarde van 50: HELVETIA, met de semi-abstracte weergave van een bergdorp. Afgestempeld te Leukerbad op 6 augustus 1977.
donderdag 8 december 2016
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten