Ik kijk niet uit naar kerstdag en ik ken geen mensen die er wel naar uitkijken. Het is een vreselijke situatie, zo'n kerstdag. Kerstavond is geen zak beter. Ik heb het opgegeven om uit te zoeken of er op 24 december 's avonds wat te beleven valt. In de Turkse buurt zijn de restaurants open. Het loopt tegen halfzeven als ik er om een of andere reden passeer en er zit geen mens aan tafel. De jongens die de tafels doen hebben er zin in. In witte hemden stappen ze levenslustig en grapjes makend door de lege gelagzalen waar alles is zoals het door Joseph Roth beschreven werd. Om aan de onheilspellende tristesse van kerstavond te ontkomen ben ik op een keer drie dagen voor het zover was naar het zuiden gereden. De eerste nacht sliep ik op een parking in de buurt van Nîmes, in de laadruimte van m'n auto, een parking waar op m'n bleke karretje na alleen trucks stonden. Een nacht later bevond ik me ter hoogte van Murcia in een dennenbos vlak bij de zee en op kerstavond in Màlaga, waar, het was te voorspellen geweest, geen zak te beleven viel. Ik geloof dat ik eerst wat door de binnenstad dwaalde, op straat was geen hond, er in de hotelkamer een vroege nacht van maakte en 's ochtends vroeg de benen nam naar Portugal.
Kerstdag. Dit keer is 't een zondag. Alle winkels zijn dicht. Bij de bakker kan ik geen broodjes kopen, de zaak is dicht, in de krantenwinkel geen tabak, daarvoor heb ik helemaal tot aan een tankstation te fietsen. Kranten die de ellende van de vorige dag becommentariëren zijn er gelukkig niet. Een witte kerst zou het toch niet worden, dat hadden ze weken geleden al beslist. En wat ik 's middags al voelde aankomen: ook alle eetplekken zijn dicht, met grote nadrukkelijkheid, het is een collectief besluit. Het keukenpersoneel is nog niet helemaal hersteld van de opgelopen schade.
Ik gooi het kunstencentrum open en stel vast dat we zonder koffie zitten. Als ik dàt wereldkundig maak, sturen ze een filmploeg op me af.
zondag 25 december 2016
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten